Brieven van lezers -- december 1996


Een speciale gast

In de winter van 1987-88 kregen wij in Olympia (Washington, VS) heel ongebruikelijk bezoek. We hadden thuis een schoolbord waar we dagelijkse berichten en aantekeningen op schreven. Die dag schreef ik na mijn meditatie: "Ja is het antwoord", en besloot dit de hele dag in praktijk te brengen.

De dag verliep heel gemakkelijk, doordat ik op veel gebeurtenissen gewoon "Ja" zei. 's Middags, zo tegen vijven, voelde ik ineens een sterke drang om een goede maaltijd klaar te maken, alsof we onverwacht bezoek zouden krijgen, en het begon heel hard te regenen. De bel ging. Ik opende de deur en daar stond een jongeman met donker haar die er uit zag als iemand van de straat. Hij vroeg of Decatur hier woonde en ik antwoordde "Ja". Hij zei: "Dan zal ik vannacht hier slapen." Mijn hart begon te bonzen en terwijl ik in zijn ogen keek, die vriendelijk en helder waren, zei ik: "Ja, je kunt ook meeëten." Zonder dat hij het schoolbord had gezien, zei hij: "Als het op het bord staat, dan moet het wel waar zijn."

Hij kwam binnen en ging in de woonkamer zitten waar een foto hangt van Sathya Sai Baba met zijn beide handen ter zegening opgeheven. Onze bezoeker keek heel intens naar de foto en begon zijn handen op precies dezelfde manier op te heffen, waarop ik hem vroeg: "Wat zie je als je naar deze foto kijkt?" Hij antwoordde: "Ik zie jullie beste vriend." De sfeer had iets intens. We waren allemaal erg stil, zeg maar sprakeloos.

Onze bezoeker vertelde ons dat hij op een motor was gekomen die anderhalve kilometer bij ons vandaan was gestrand en dat hij daarom zo natgeregend was. We stelden voor dat hij een douche zou nemen en zich even om zou kleden. Mijn man gaf hem een joggingpak. Na het douchen kwam hij uit de badkamer met de handdoek als een tulband om zijn hoofd gedrapeerd als een maharadja; hij zag er erg waardig uit. Hij bedankte mijn man en gaf hem een armband, Tibetaanse stijl, gemaakt uit drie verschillende metalen en zei tegen mijn man dat dit goed zou zijn voor zijn artritis. De armband paste precies en we vroegen ons af hoe hij wist dat mijn man artritis had.

We vroegen zijn naam. Toen hij zei dat hij alle namen had, zei ik: "Hoe zullen we je noemen?" Hij zei: "Ik heb iedere naam, maar als je wilt mag je me ‘Stamper’ noemen." (Dit is de naam van een Walt Disney-figuur, een konijn geloof ik.)

We gebruikten de avondmaaltijd en er kwamen die avond veel mensen op bezoek. Tijdens de maaltijd gaf hij me uit een zakje een heel mooi stuk amethist van ongeveer 12,5 cm lang en zei, terwijl hij de steen in zijn hand hield: "Dit is een klein stukje van het grote stuk." Dit was verbazingwekkend, omdat ik die zelfde ochtend nog een enorm grote amethist in een winkel had zien liggen en tegen mijn man had gezegd dat ik heel graag zo’n steen in huis zou hebben en dat het zien van die steen een aanblik van God Zelf was.

Tijdens de maaltijd gaf ‘Stamper’ ons zeer diepzinnig esoterisch onderricht. We begrepen niet alles. Hij leek ieder van ons heel persoonlijk te kennen en had voor iedereen uitgelezen advies en kleine geschenken. Hij vertelde ons dat alle banken en vliegvelden hem toebehoorden en dat we niet bang hoefden te zijn.

Hij bleef drie dagen bij ons, donderdag, vrijdag en zaterdag. Op vrijdagavond stak ik de kaarsen aan voor de sabbath, zonder dat ik de gebeden kende in het Hebreeuws. Ineens zei ‘Stamper’ alle gebeden in perfect Hebreeuws, ontzettend mooi. Hij serveerde ons de maaltijd, waarbij hij sommigen heel veel en anderen heel weinig gaf. We waren verbijsterd en met een schittering in zijn ogen zei hij: "Mijn naam is Daniël Levy."

Hij zei nog heel veel meer en er gebeurde ook nog heel veel tijdens die drie dagen. Er hing een sfeer van heiligheid in huis en er was één boodschap die heel duidelijk aanwezig was, namelijk: "Ruim elke dag vijf stukjes rommel op" en "Luister naar de bomen en de vogels".

Hij besloot te gaan en ik vroeg toestemming om zijn voeten te kussen, omdat ik het gevoel had dat ik in de aanwezigheid was van een Heilige. We zullen ‘Stamper’ nooit vergeten.

De meester van Benjamin Creme verklaart dat ‘Stamper’ de meester Jezus was. Dezelfde schrijvers hadden nog een opmerkelijke ontmoeting in Londen:


Ontmoeting met Wijsheid

Afgelopen februari (1996) hadden we in Engeland, nadat we een vriendin hadden bezocht, een bijzondere ervaring met een taxichauffeur die ons ophaalde.

Toen hij twee stuks aan bagage wilde oppakken, zei mijn vriendin dat het te zwaar was. Hij zei van niet, dat twee stuks juist goed voor het evenwicht was. Plotseling hadden we een gevoel van verwachting.

Terwijl we aan de rechterkant van de taxi instapten, trok een boek met de titel Prayer (Gebed) mijn aandacht en we raakten in gesprek over bidden. Hij begon te praten over bidden vanuit het hart, waarop ik mijn man aanstootte. Ik had het gevoel dat dit een speciale ontmoeting met Wijsheid was. Ik vroeg de taxichauffeur naar zijn naam. Hij antwoordde: "Peter". Toen zei hij: "Geef je steeds meer over. God is een goede God."

Toen we hem vertelden dat we op de terugreis waren naar Israël, waar wij wonen, zei hij: "Ga naar de Klaagmuur en bidt voor vrede in Jeruzalem en in de wereld. Jeruzalem is werkelijk de Stad van vrede. Loof de Heer."

Ik vroeg hem wat we moesten doen. Hij antwoordde: "Liefhebben." Hij zei me dat ik vanuit mijn Vreugde (mijn naam is Chedva, wat ‘Vreugde met God’ betekent) voorbereid moest zijn de vijand te trotseren met een lach. "Bidden. Bidden. Bidden. De dingen gaan heel, heel snel, zeer binnenkort." We wisselden zegeningen uit en voelden ons heel erg opgemonterd voor de reis.

Hevda and Shmishon Stahl, Safed (Israël).

De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de taxichauffeur de meester Jezus was.


Taxidienst

Op 18 juni 1996 bestelde ik een taxi om mij naar een oogkliniek in Londen te brengen voor een behandeling.

Ik herkende vaag de taxichauffeur die mij kwam afhalen. Toen hij achter het stuur zat nadat hij me had laten instappen, draaide hij zich naar me om en zei: "Weet u nog, ik heb uw vrienden uit Israël destijds naar station Waterloo gebracht, mijn naam is Peter. Doe hun de hartelijke groeten van mij."

Op dat moment wist ik wie hij was. Omdat ik op de achterbank zat, kon ik alleen de achterkant van zijn hoofd zien, dus leunde ik voorover en plaatste mijn handen op de stoel voorin en bleef zo zitten, terwijl ik ondertussen naar zijn gezicht staarde. Zo nu en dan draaide hij zijn hoofd opzij en lachte.

Ik was vastbesloten niet mijn mond te houden, want ik had het gevoel dat hij zelf niet zoveel zou zeggen, dus moest ik op de een of andere manier het gesprek gaande houden, hoe fragmentarisch en onbeduidend ook. Ik wist werkelijk niet wat ik moest zeggen.

Mijn eerste vraag aan hem was: "Heeft u nog een speciale boodschap voor mijn vrienden in Israël?" Hij antwoordde: "Standvastigheid."

"Nog een boodschap voor mij?" vroeg ik. Heel langzaam en doelbewust zei hij: "Je GEEN zorgen maken."

"Waar ga ik naar toe?" vroeg ik. "Oh, naar de een of andere kliniek…", antwoordde hij. Toen zei ik: "Ik ben sprakeloos." Hij antwoordde: "Dat valt nogal mee."

Op een bepaald moment pakte hij de mobilofoon en meldde het taxibedrijf in welke straat we waren. Voordat hij zich helemaal naar mij omdraaide, zette hij een donkere bril op zodat ik zijn ogen niet duidelijk kon zien. Ik betaalde hem voor de rit, bedankte hem voor alles, stapte uit en zwaaide hem nog even na.

In de kliniek was er een vrouw die net als ik wachtte op een laserbehandeling. Zij was verstijfd van angst en hield niet op over haar angsten te praten. Ik probeerde haar te kalmeren. Plotseling zei ze: "Oh, ik voel me zo veel beter, ik ben zo blij dat ik met u gepraat heb."

Het had helemaal niets met mij te maken. Ik had het gevoel dat wij beiden baat hadden bij zijn liefdevolle en kalmerende energie.

D. Carr, Londen (Engeland).

De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de taxichauffeur de meester Jezus was.


Het derde hanegekraai

In juli 1990 kwam ik met een vriendin uit zuid-Frankrijk. Halverwege de middag stopten we op de weg naar Clermont-Ferrand. Ik was net uit de auto gestapt toen ik zag dat een man die er uit zag als een dakloze, mijn richting uitkwam om geld te vragen. Instinctief nam ik afstand, daarmee suggererend dat ik niets bij me had en liep door zonder verder nog op hem te letten. Onderweg begon ik spijt te krijgen van mijn gedrag.

We besteedden het grootste gedeelte van de middag in de stad. Ik stond voor een etalage toen iemand mij op mijn schouder tikte. Ik draaide me om en herkende dezelfde persoon die zonder een woord te zeggen mijn vrijgevigheid op de proef stelde. Omdat ik me zorgen had gemaakt over mijn vorige reactie, aarzelde ik deze keer niet om hem wat geld te geven, al ging het wat onbeholpen, omdat ik nogal verbaasd was over deze toevallige ontmoeting. De man maakte een gebaar om te bedanken en verdween weer.

Niettemin bleef ik ontevreden over het feit dat ik had geaarzeld om geld te geven. Ik begon stiekem te hopen dat het ‘toeval’ mij nog eens gunstig gezind zou zijn. Ik stopte al mijn kleingeld bijelkaar in één broekzak.

Enkele uren later, toen het avond was geworden, besloten we terug te gaan naar de auto. Na ongeveer tien minuten lopen, op een slecht verlichte plek vlakbij een kerk, dook tot mijn grote verbazing dezelfde man op uit de schaduw en kwam vriendelijk naar mij toe.

Zoals ik mij had voorgenomen, nam ik het kleingeld uit mijn broekzak en gaf het aan hem terwijl we elkaar de hand schudden. Zijn gelaat toonde ineens een stralende lach en ik voelde op dat moment liefde van deze vreemde man komen. Hij maakte een vreugdevol gebaar als zegening en verdween in een zijstraat, nog voordat ik in staat was geweest iets tegen hem te zeggen. Het viel me op dat mijn vriendin, met wie ik de hele dag op pad was, niets ongewoons was opgevallen.

Inmiddels zijn de jaren verstreken, maar deze ‘les’ is mij altijd bijgebleven, waarbij ik tot drie keer toe bij mezelf te rade moest gaan voordat ik het begreep en dit geschenk van liefde ervoer van iemand die een volkomen vreemde voor mij was. Ik vraag me nu af of dit Maitreya of een van de meesters geweest is. Zou u opheldering kunnen geven over deze gebeurtenis?

M.L.M., St Doulchard (Frankrijk).

De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man Maitreya was.


Een bijzonder kind

Ik schrijf u naar aanleiding van een ervaring die ik een aantal jaren geleden had. Ik zat in de vierde of vijfde klas (1981-1982), en had met vrienden in de schoolkantine wat gegeten. De kinderen uit de klas voor speciaal onderwijs liepen in ganzenmars achter ons aan de kantine uit. Er was een blond jongetje dat achter de rest van de groep aan liep. Hij had niet dezelfde fysieke kenmerken als de andere kinderen, maar leek normaal en liep heel enthousiast, bijna huppelend.

Terwijl ik met mijn vrienden liep te praten, kwam hij van achter op me toe, omhelsde me stevig en zei: "Mijn broeder, wat goed om je weer te zien! Mijn broeder, ik hou van je!" Uit gêne duwde ik hem weg en zei iets bots. Op dat moment lachten al mijn vrienden me uit. Ik voelde me slecht toen ik hem wegduwde, maar hij bleef enthousiast huppelen. Hij trok zich er niets van aan. Hij liet zich totaal niet door mijn reactie uit het veld slaan.

Na dit voorval wilde ik me bij hem verontschuldigen, maar ik heb het jongetje nooit meer gezien. Het merkwaardige is dat de meeste kinderen in het speciaal onderwijs al jarenlang op deze kleine school zaten, en lange tijd bleven. Was dit kind Maitreya of een meester?

Gary Willing, Marietta (Georgia, VS).

De meester van Benjamin Creme bevestigt dat het "kind" Maitreya was.