Een
speciale gast In de winter van 1987-88
kregen wij in Olympia (Washington, VS) heel ongebruikelijk bezoek. We hadden thuis een
schoolbord waar we dagelijkse berichten en aantekeningen op schreven. Die dag schreef ik
na mijn meditatie: "Ja is het antwoord", en besloot dit de hele dag in praktijk
te brengen.
De dag verliep heel gemakkelijk, doordat ik op veel
gebeurtenissen gewoon "Ja" zei. 's Middags, zo tegen vijven, voelde ik ineens
een sterke drang om een goede maaltijd klaar te maken, alsof we onverwacht bezoek zouden
krijgen, en het begon heel hard te regenen. De bel ging. Ik opende de deur en daar stond
een jongeman met donker haar die er uit zag als iemand van de straat. Hij vroeg of Decatur
hier woonde en ik antwoordde "Ja". Hij zei: "Dan zal ik vannacht hier
slapen." Mijn hart begon te bonzen en terwijl ik in zijn ogen keek, die vriendelijk
en helder waren, zei ik: "Ja, je kunt ook meeëten." Zonder dat hij het
schoolbord had gezien, zei hij: "Als het op het bord staat, dan moet het wel waar
zijn."
Hij kwam binnen en ging in de woonkamer zitten waar een
foto hangt van Sathya Sai Baba met zijn beide handen ter zegening opgeheven. Onze bezoeker
keek heel intens naar de foto en begon zijn handen op precies dezelfde manier op te
heffen, waarop ik hem vroeg: "Wat zie je als je naar deze foto kijkt?" Hij
antwoordde: "Ik zie jullie beste vriend." De sfeer had iets intens. We waren
allemaal erg stil, zeg maar sprakeloos.
Onze bezoeker vertelde ons dat hij op een motor was gekomen
die anderhalve kilometer bij ons vandaan was gestrand en dat hij daarom zo natgeregend
was. We stelden voor dat hij een douche zou nemen en zich even om zou kleden. Mijn man gaf
hem een joggingpak. Na het douchen kwam hij uit de badkamer met de handdoek als een
tulband om zijn hoofd gedrapeerd als een maharadja; hij zag er erg waardig uit. Hij
bedankte mijn man en gaf hem een armband, Tibetaanse stijl, gemaakt uit drie verschillende
metalen en zei tegen mijn man dat dit goed zou zijn voor zijn artritis. De armband paste
precies en we vroegen ons af hoe hij wist dat mijn man artritis had.
We vroegen zijn naam. Toen hij zei dat hij alle namen had,
zei ik: "Hoe zullen we je noemen?" Hij zei: "Ik heb iedere naam, maar als
je wilt mag je me Stamper noemen." (Dit is de naam van een Walt
Disney-figuur, een konijn geloof ik.)
We gebruikten de avondmaaltijd en er kwamen die avond veel
mensen op bezoek. Tijdens de maaltijd gaf hij me uit een zakje een heel mooi stuk amethist
van ongeveer 12,5 cm lang en zei, terwijl hij de steen in zijn hand hield: "Dit is
een klein stukje van het grote stuk." Dit was verbazingwekkend, omdat ik die zelfde
ochtend nog een enorm grote amethist in een winkel had zien liggen en tegen mijn man had
gezegd dat ik heel graag zon steen in huis zou hebben en dat het zien van die steen
een aanblik van God Zelf was.
Tijdens de maaltijd gaf Stamper ons zeer
diepzinnig esoterisch onderricht. We begrepen niet alles. Hij leek ieder van ons heel
persoonlijk te kennen en had voor iedereen uitgelezen advies en kleine geschenken. Hij
vertelde ons dat alle banken en vliegvelden hem toebehoorden en dat we niet bang hoefden
te zijn.
Hij bleef drie dagen bij ons, donderdag, vrijdag en
zaterdag. Op vrijdagavond stak ik de kaarsen aan voor de sabbath, zonder dat ik de gebeden
kende in het Hebreeuws. Ineens zei Stamper alle gebeden in perfect Hebreeuws,
ontzettend mooi. Hij serveerde ons de maaltijd, waarbij hij sommigen heel veel en anderen
heel weinig gaf. We waren verbijsterd en met een schittering in zijn ogen zei hij:
"Mijn naam is Daniël Levy."
Hij zei nog heel veel meer en er gebeurde ook nog heel veel
tijdens die drie dagen. Er hing een sfeer van heiligheid in huis en er was één boodschap
die heel duidelijk aanwezig was, namelijk: "Ruim elke dag vijf stukjes rommel
op" en "Luister naar de bomen en de vogels".
Hij besloot te gaan en ik vroeg toestemming om zijn voeten
te kussen, omdat ik het gevoel had dat ik in de aanwezigheid was van een Heilige. We
zullen Stamper nooit vergeten.
De meester van Benjamin Creme verklaart dat
Stamper de meester Jezus was. Dezelfde schrijvers hadden nog een opmerkelijke
ontmoeting in Londen:
Ontmoeting met Wijsheid
Afgelopen februari (1996) hadden we in Engeland, nadat we
een vriendin hadden bezocht, een bijzondere ervaring met een taxichauffeur die ons
ophaalde.
Toen hij twee stuks aan bagage wilde oppakken, zei mijn
vriendin dat het te zwaar was. Hij zei van niet, dat twee stuks juist goed voor het
evenwicht was. Plotseling hadden we een gevoel van verwachting.
Terwijl we aan de rechterkant van de taxi instapten, trok
een boek met de titel Prayer (Gebed) mijn aandacht en we raakten in gesprek over
bidden. Hij begon te praten over bidden vanuit het hart, waarop ik mijn man aanstootte. Ik
had het gevoel dat dit een speciale ontmoeting met Wijsheid was. Ik vroeg de taxichauffeur
naar zijn naam. Hij antwoordde: "Peter". Toen zei hij: "Geef je steeds meer
over. God is een goede God."
Toen we hem vertelden dat we op de terugreis waren naar
Israël, waar wij wonen, zei hij: "Ga naar de Klaagmuur en bidt voor vrede in
Jeruzalem en in de wereld. Jeruzalem is werkelijk de Stad van vrede. Loof de Heer."
Ik vroeg hem wat we moesten doen. Hij antwoordde: "Liefhebben."
Hij zei me dat ik vanuit mijn Vreugde (mijn naam is Chedva, wat Vreugde met
God betekent) voorbereid moest zijn de vijand te trotseren met een lach.
"Bidden. Bidden. Bidden. De dingen gaan heel, heel snel, zeer binnenkort."
We wisselden zegeningen uit en voelden ons heel erg opgemonterd voor de reis.
Hevda and Shmishon Stahl, Safed (Israël).
De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de
taxichauffeur de meester Jezus was.
Taxidienst
Op 18 juni 1996 bestelde ik een taxi om mij naar een
oogkliniek in Londen te brengen voor een behandeling.
Ik herkende vaag de taxichauffeur die mij kwam afhalen.
Toen hij achter het stuur zat nadat hij me had laten instappen, draaide hij zich naar me
om en zei: "Weet u nog, ik heb uw vrienden uit Israël destijds naar station Waterloo
gebracht, mijn naam is Peter. Doe hun de hartelijke groeten van mij."
Op dat moment wist ik wie hij was. Omdat ik op de
achterbank zat, kon ik alleen de achterkant van zijn hoofd zien, dus leunde ik voorover en
plaatste mijn handen op de stoel voorin en bleef zo zitten, terwijl ik ondertussen naar
zijn gezicht staarde. Zo nu en dan draaide hij zijn hoofd opzij en lachte.
Ik was vastbesloten niet mijn mond te houden, want ik had
het gevoel dat hij zelf niet zoveel zou zeggen, dus moest ik op de een of andere manier
het gesprek gaande houden, hoe fragmentarisch en onbeduidend ook. Ik wist werkelijk niet
wat ik moest zeggen.
Mijn eerste vraag aan hem was: "Heeft u nog een
speciale boodschap voor mijn vrienden in Israël?" Hij antwoordde:
"Standvastigheid."
"Nog een boodschap voor mij?" vroeg ik. Heel
langzaam en doelbewust zei hij: "Je GEEN zorgen maken."
"Waar ga ik naar toe?" vroeg ik. "Oh, naar
de een of andere kliniek
", antwoordde hij. Toen zei ik: "Ik ben
sprakeloos." Hij antwoordde: "Dat valt nogal mee."
Op een bepaald moment pakte hij de mobilofoon en meldde het
taxibedrijf in welke straat we waren. Voordat hij zich helemaal naar mij omdraaide, zette
hij een donkere bril op zodat ik zijn ogen niet duidelijk kon zien. Ik betaalde hem voor
de rit, bedankte hem voor alles, stapte uit en zwaaide hem nog even na.
In de kliniek was er een vrouw die net als ik wachtte op
een laserbehandeling. Zij was verstijfd van angst en hield niet op over haar angsten te
praten. Ik probeerde haar te kalmeren. Plotseling zei ze: "Oh, ik voel me zo veel
beter, ik ben zo blij dat ik met u gepraat heb."
Het had helemaal niets met mij te maken. Ik had het gevoel
dat wij beiden baat hadden bij zijn liefdevolle en kalmerende energie.
D. Carr, Londen (Engeland).
De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de
taxichauffeur de meester Jezus was.
Het derde hanegekraai
In juli 1990 kwam ik met een vriendin uit zuid-Frankrijk.
Halverwege de middag stopten we op de weg naar Clermont-Ferrand. Ik was net uit de auto
gestapt toen ik zag dat een man die er uit zag als een dakloze, mijn richting uitkwam om
geld te vragen. Instinctief nam ik afstand, daarmee suggererend dat ik niets bij me had en
liep door zonder verder nog op hem te letten. Onderweg begon ik spijt te krijgen van mijn
gedrag.
We besteedden het grootste gedeelte van de middag in de
stad. Ik stond voor een etalage toen iemand mij op mijn schouder tikte. Ik draaide me om
en herkende dezelfde persoon die zonder een woord te zeggen mijn vrijgevigheid op de proef
stelde. Omdat ik me zorgen had gemaakt over mijn vorige reactie, aarzelde ik deze keer
niet om hem wat geld te geven, al ging het wat onbeholpen, omdat ik nogal verbaasd was
over deze toevallige ontmoeting. De man maakte een gebaar om te bedanken en verdween weer.
Niettemin bleef ik ontevreden over het feit dat ik had
geaarzeld om geld te geven. Ik begon stiekem te hopen dat het toeval mij nog
eens gunstig gezind zou zijn. Ik stopte al mijn kleingeld bijelkaar in één broekzak.
Enkele uren later, toen het avond was geworden, besloten we
terug te gaan naar de auto. Na ongeveer tien minuten lopen, op een slecht verlichte plek
vlakbij een kerk, dook tot mijn grote verbazing dezelfde man op uit de schaduw en kwam
vriendelijk naar mij toe.
Zoals ik mij had voorgenomen, nam ik het kleingeld uit mijn
broekzak en gaf het aan hem terwijl we elkaar de hand schudden. Zijn gelaat toonde ineens
een stralende lach en ik voelde op dat moment liefde van deze vreemde man komen. Hij
maakte een vreugdevol gebaar als zegening en verdween in een zijstraat, nog voordat ik in
staat was geweest iets tegen hem te zeggen. Het viel me op dat mijn vriendin, met wie ik
de hele dag op pad was, niets ongewoons was opgevallen.
Inmiddels zijn de jaren verstreken, maar deze
les is mij altijd bijgebleven, waarbij ik tot drie keer toe bij mezelf te rade
moest gaan voordat ik het begreep en dit geschenk van liefde ervoer van iemand die een
volkomen vreemde voor mij was. Ik vraag me nu af of dit Maitreya of een van de meesters
geweest is. Zou u opheldering kunnen geven over deze gebeurtenis?
M.L.M., St Doulchard (Frankrijk).
De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man
Maitreya was.
Een bijzonder kind
Ik schrijf u naar aanleiding van een ervaring die ik een
aantal jaren geleden had. Ik zat in de vierde of vijfde klas (1981-1982), en had met
vrienden in de schoolkantine wat gegeten. De kinderen uit de klas voor speciaal onderwijs
liepen in ganzenmars achter ons aan de kantine uit. Er was een blond jongetje dat achter
de rest van de groep aan liep. Hij had niet dezelfde fysieke kenmerken als de andere
kinderen, maar leek normaal en liep heel enthousiast, bijna huppelend.
Terwijl ik met mijn vrienden liep te praten, kwam hij van
achter op me toe, omhelsde me stevig en zei: "Mijn broeder, wat goed om je weer te
zien! Mijn broeder, ik hou van je!" Uit gêne duwde ik hem weg en zei iets bots. Op
dat moment lachten al mijn vrienden me uit. Ik voelde me slecht toen ik hem wegduwde, maar
hij bleef enthousiast huppelen. Hij trok zich er niets van aan. Hij liet zich totaal niet
door mijn reactie uit het veld slaan.
Na dit voorval wilde ik me bij hem verontschuldigen, maar
ik heb het jongetje nooit meer gezien. Het merkwaardige is dat de meeste kinderen in het
speciaal onderwijs al jarenlang op deze kleine school zaten, en lange tijd bleven. Was dit
kind Maitreya of een meester?
Gary Willing, Marietta (Georgia, VS).
De meester van Benjamin Creme bevestigt dat het
"kind" Maitreya was.
|