Brieven van lezers -- mei 1996


Een bijzonder praktisch wonder

Dit is het buitengewone verhaal dat ik via een kennis van mij hoorde.

Op 6 maart 1996 was het ontwerpteam van een grote autofabriek in Japan bezig met het ontwerp van een portier voor hun nieuwe serie auto’s. Ieder bracht zijn eigen ideeën in en alle ontwerpen werden besproken. Zij wisten dat hun ideeën niet bevredigend waren en dat geen ervan de portieren de noodzakelijke sterkte zou geven. Een van de medewerkers, de heer K., ging terug naar zijn computer en dacht enige tijd over het ontwerp na. Plotseling pakte zijn hand de muis van zijn computer en begon uit zichzelf te bewegen, buiten zijn wil om. Op het scherm begon zich het ontwerp af te tekenen van een constructie die hij nooit eerder had gezien. Op dat ogenblik verdween alle geroezemoes om hem heen en waaide er een geurig briesje. Toen de tekening af was, zag hij dat er een man voor zijn bureau stond, alsof hij daar al een tijdje was. Het was zó gewoon dat de heer K. het niet vreemd vond, terwijl de ruimte toch verboden terrein was voor alle buitenstaanders.

Volgens K. was de man erg lang, had hij een tamelijk donkere huidskleur, grote donkere ogen en zwart haar. K. kon niet vaststellen welke nationaliteit de man had. Hij had een intense blik en scherpe gelaatstrekken en droeg een lange witte jas zoals die van een dokter. K. had enige tijd geleden over Maitreya gelezen en realiseerde zich dat dit Maitreya, de Boodschapper van God, moest zijn. Maar omdat zijn aanwezigheid zo gewoon en vanzelfsprekend was, raakte K. er helemaal niet door opgewonden. De man zei hem dat hij een honingraat-constructie moest maken zoals in de tekening op het scherm, omdat ze met een nieuwe, goedkope honingraat-portier geen airbag aan de zijkant nodig zouden hebben. Als materiaal voor de honingraat-constructie zou papier goed zijn, omdat dat dun en licht is. K. sprak niet echt met de man, maar op de een of andere manier kwamen deze ideeën als een natuurlijke overtuiging zijn denken binnen. Zodra de tekening af was, verdween de man.

Toen K. het ontwerp aan zijn collega’s liet zien, zeiden zij dat het niet sterk genoeg zou zijn. Maar de computer stond in directe verbinding met het computerscherm van de besluitvormers op directieniveau en ook zij zagen het ontwerp. Zij droegen het ontwerpteam op het idee van de honingraatstructuur verder uit te werken.

Volgens K. is de nieuwe honingraat-constructie een baanbrekend ontwerp, even sterk als een airbag maar goedkoper; het is ook veilig en milieuvriendelijk. De directie besloot deze constructie te gebruiken voor haar auto’s in de lagere prijsklasse, en binnen een week begonnen de voorbereidingen voor de massaproduktie.

K. zal de honingraat-constructie binnenkort introduceren op een bijeenkomst van de Japanse Vereniging van Autofabrikanten, waar alle bedrijven opening van zaken geven over de resultaten van hun onderzoek naar de bouw van een milieuvriendelijke auto voor de toekomst. Hij zegt: "Het was moeilijk om een airbag in het portier van goedkopere auto’s te bouwen. Ik weet zeker dat alle fabrikanten deze honingraat-constructie gaan gebruiken. Dat zal de veiligheid van auto’s in de lagere prijsklassen bijzonder ten goede komen."

Namio Kameda, Tokio (Japan).

De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man die aan de heer K. verscheen en het ontwerp maakte, Maitreya was.


Rozegeur en deurbellen

Het gebeurde op 28 december, de laatste transmissie-avond van 1995. Ik voelde mij erg terneergeslagen. Ik had het idee dat niets goed ging en voelde mij voor het eerst sinds ik met transmissie-meditatie begon zeer mat. Toen ik het gebouw binnenging en bij de receptie om het registratieformulier vroeg waarop wij het aantal mensen en de naam van de groep invullen, zei de receptionist dat een vrouw die zojuist had meegenomen. Dat vond ik vreemd, want ik kom altijd als eerste aan.

Maar toen ik het zaaltje op de eerste verdieping binnenging, trof ik er niemand aan. Daar ik dacht dat ik de verkeerde ruimte was binnengegaan, ging ik weer naar de receptie. De man zei dat de zaal vandaag alleen voor transmissie-meditatie zou worden gebruikt. Hij zei opnieuw dat een vrouw het registratieformulier al had meegenomen. Spoedig was de hele groep aanwezig, maar niemand had het formulier meegenomen. Ik had het gevoel alsof ik voor de gek gehouden werd.

Thuisgekomen deed ik het huishouden en ging na elven naar bed. Ik was de gebeurtenis in de transmissie-ruimte vergeten. Terwijl ik indutte ging de deurbel. Ik dacht dat mijn dochter was uitgegaan zonder het te zeggen. De volgende morgen vroeg ik mijn dochter of zij de vorige avond omstreeks 12 uur de deurbel had gehoord. Ze zei ja, en dat ze zich had afgevraagd waar haar moeder zo laat geweest was.

Een vriendin vertelde me dat ze tijdens de transmissie-meditatie omgeven was door rozegeur en hoopte dat die niet meer weg zou gaan.

Ik had zelf het gevoel dat vanaf de transmissie tot ik ging slapen de een of andere begeleider aan mijn zijde was geweest. Terwijl ik hierover dieper nadacht, voelde ik mij rustiger en met vreugde vervuld worden. Daar ik ervan overtuigd ben dat iemand mij begeleidde, zou ik graag willen weten wie dat was.

Yasuko Imazumi, Kanagawa-ken (Japan).

De meester van Benjamin Creme bevestigt dat "de vrouw" die het formulier meenam, de rozegeur voortbracht en aan de deur belde Maitreya was.


De volgende zes ervaringen zijn afkomstig van één en dezelfde lezer, Mickey Drake uit Boulder (Colorado, VS).

"Handlijnkunde"

In het begin van de jaren ’50 werkte ik bij een medisch team in Lorrance (Californië). De secretaresse (die een goede vriendin van mij was) en ik aten geregeld onze lunch in een parkje tegenover ons gebouw. Op een dag, toen we net waren gaan zitten, herinnerde ze zich dat ze een patiënt had beloofd die dag tegen één uur een paar verzekeringsformulieren voor hem klaar te hebben, dus haastte ze zich naar het kantoor terug.

Terwijl ik daar zat, zag ik een man op mij afkomen. Hij was gekleed in een driedelig pak. Hij had de mooiste glimlach op zijn gezicht en zijn ogen lachten en waren vol humor. Hij vroeg of hij naast me kon gaan zitten. Hij zei: "Weet u, ik doe aan handlijnkunde, zal ik uw handpalm lezen?" Hij pakte mijn hand, bestudeerde hem een paar seconden en zei toen: "U hoort hier eigenlijk helemaal niet te zijn, weet u dat?" Ik denk dat ik iets antwoordde van "Ja, dat weet ik." Ik nam aan dat hij verwees naar een bijna-dood-ervaring die ik had toen ik 19 was. Hij wees naar de levenslijn die op dat punt onderbroken was. Toen liet hij me nog een breuk in de lijn zien en zei: "U zult op dit punt nog een ernstige ziekte krijgen", en voegde eraan toe: "Die zult u goed doorstaan." Inderdaad gebeurde dat later in mijn leven. Hij glimlachte en stond op. Ik meen dat ik dank u zei. Ik werd mij er plotseling van bewust dat er auto’s langs reden, dat er verkeersgeluiden waren en ik realiseerde me dat hij was verdwenen.

Was hij Maitreya?

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de "handlijnkundige" de meester Jezus was.


Autoliefhebbers

Aan het eind van de jaren ’50 woonde ik in Bethesda (Maryland). Op een dag nam ik een oude vriend uit Engeland mee naar een rugbywedstrijd in Washington DC die al begonnen was, dus zette ik hem af en ging mijn auto parkeren. Terwijl ik uitstapte en naar de voorkant van de wagen liep, zag ik daar een jongeman staan. Hij was van gemiddelde lengte, had donker haar, een lichtbruine huid, zeer donkere ogen en keek geamuseerd. Hij glimlachte en zei: "Parkeert u altijd half op het trottoir?" Ik lachte en antwoordde: "Ja, zo vaak ik maar kan, dan kan er niemand tegen mijn portieren botsen " — ik was erg zuinig op mijn snelle Duitse sportauto. Hij vroeg: "Hoe bevalt deze wagen u?" "Ik ben er gek op", zei ik. Toen verscheen er een zeer mooie glimlach vol humor op zijn gezicht en hij liep verder, de straat uit. Ik controleerde nog snel even de auto en liep de straat uit. Ik verwachtte hem nog tegen te komen, maar hij was verdwenen. Was hij Maitreya?

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de "jongeman" de meester Jezus was.


De man van buiten de stad

Aan het eind van de jaren ’50 gingen mijn dochter en ik op bezoek bij mijn zuster in Manhattan, New York. Op een avond, het was nog vroeg, wandelden we in het Washington Square Park in Greenwich Village, dichtbij haar woning. Ik ging van het pad af om naar een paar mannen te kijken die aan een tafel een spel zaten te spelen. Ik merkte dat er een man naast mij stond. Ik keek naar hem en zag dat hij prachtige ogen had die geamuseerd toekeken. Hij zei dat hij van "buiten de stad" was en niet wist welk spel de mannen speelden. Ik antwoordde dat ik het niet zeker wist, maar dat ik dacht dat het mahjong was. Toen hij wegliep toonde hij een ongelooflijk mooie glimlach en prachtige ogen vol humor. Kort daarna, toen mijn zuster en dochter zich bij mij gevoegd hadden, wandelden we verder. Plotseling zag ik diezelfde man in de menigte voor ons; hij keek achterom naar ons met dezelfde stralende glimlach; ik kon mijn ogen niet van hem afhouden. Toen merkte mijn zuster hem op en zei: "Die man kijkt naar jou. Ik denk dat hij je wil ontmoeten. Laten we hem thuis uitnodigen voor een kopje koffie." Ik zei: "Nee nee, niet praten." Ik was zo overweldigd en draaide mij om om te zien waar hij was; maar hij was verdwenen. Was hij Maitreya?

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de man van "buiten de stad" de meester Jezus was.


Blinde passagier

Ongeveer vijf of zes jaar geleden reisde ik van Hawaï terug naar San Diego (Californië). Het was omstreeks 22.30 uur en het pendelbusje dat mij naar Encinitas zou brengen stond op mij te wachten. De chauffeur was een oud mannetje van in de 70. Nadat hij mijn bagage in het busje had geladen vroeg hij me of ik er bezwaar tegen had om op een andere passagier te wachten die uit New York kwam. Dat vond ik niet erg. Het was een koude avond, dus liet hij de motor draaien om het busje warm te houden, en hij ging de luchthaven weer binnen om de vlucht uit New York in de gaten te houden.

Terwijl ik uit het raam keek, zag ik een man uit de luchthaven komen. Hij had een witte stok en was kennelijk blind. Hij liep in de richting van het busje en stopte er vlakbij. Hij haalde een pakje sigaretten tevoorschijn en stak er één op. De chauffeur was toen al tien tot 15 minuten weg en ik keek hoe de man de een na de andere sigaret opstak. Telkens wanneer ik naar hem keek, stak hij er een op.

De chauffeur kwam eindelijk terug en zei dat de vlucht uit New York vertraagd was door weersomstandigheden. Hij verontschuldigde zich en vroeg mij of ik het erg vond om te wachten. Ik zei dat het in orde was. Toen zei ik tegen de chauffeur dat de blinde man misschien hulp nodig had, dus stapte hij uit om te zien wat hij kon doen. Zij spraken wat met elkaar en ik zag dat de blinde man een rol bankbiljetten uit zijn zak haalde en er een aan de bestuurder gaf. De chauffeur stapte weer in en zei dat de man een ritje nodig had en dat het op de route lag nadat hij mij afgezet had. Ik zei: "Ik hoop dat hij op de achterbank gaat zitten want hij zal wel erg naar sigaretten ruiken."

De chauffeur stapte weer uit om naar de passagier uit New York uit te kijken, en de blinde man bleef buiten het busje sigaretten opsteken. Eindelijk was de passagier gearriveerd en terwijl de bestuurder zijn bagage inlaadde, stapte hij in en ging helemaal achterin zitten. Toen stapte de blinde in en ging naast mij zitten. Hij was tamelijk lang en had een getaand gezicht; hij droeg een lichtbruin jack met capuchon, had een zeer prettige glimlach en geestige ogen. Ik snoof de lucht op en tot mijn opperste verbazing was er geen enkel spoor van sigarettegeur. Hij deed de capuchon over zijn hoofd en ging met een glimlach op zijn gezicht slapen. De passagier uit New York stapte na ongeveer 20 minuten uit. Ik was er nog steeds verbaasd over dat de lucht tussen mij en de blinde kristalzuiver was en zelfs aangenaam. De blinde man werd wakker en vertelde de bestuurder dat hij in Parijs was geweest. (Ik realiseerde mij toen dat hij geen bagage had en vroeg me af of de bestuurder daar iets over zou zeggen, wat hij niet deed.) Toen wendde hij zich tot mij en vroeg of ik zijn jack mooi vond, dat had hij in Parijs gekocht. Het was van kasjmier. Ik geloof dat ik zei dat het erg mooi was, maar vroeg me nog steeds af waarom ik geen sigaretterook kon ruiken.

Toen begon de blinde man de chauffeur vragen te stellen over de route die hij reed — hij noemde namen van straten, enz. Hij was zo goed op de hoogte van de straten en snelwegen dat de bestuurder hem vroeg: "Bent u officieel blind?", en hij zei ja. Wij arriveerden bij mijn woning, de chauffeur sprong uit het busje om mijn bagage eruit te halen en opende de schuifdeur voor mij. De blinde moest uitstappen om mij eruit te laten en terwijl ik langs hem liep, vroeg hij me of hij me met mijn bagage kon helpen, en keek daar zó geamuseerd bij!

Nadat ik mijn woning was binnengegaan, plofte ik op de bank neer — ik was blij weer thuis te zijn. Ik zag een lijst op het bijzettafeltje liggen waar nog geen foto in zat en ik dacht: daar ga ik een foto van Sai Baba in doen. Ik pakte een van de nieuwsbrieven die ik had ontvangen en die viel in mijn handen open bij een foto van Sai Baba. Het was precies hetzelfde gezicht als dat van de blinde man. Was hij Sai Baba?

Ik was zo in de war dat ik in tranen uitbarstte en uitriep: "Ik hoef u niet te bezoeken, u bent bij mij langs geweest." Ik bleef de rest van de nacht op en naar de foto kijken, huilend en tegelijkertijd vol vreugde, en uiteindelijk ben ik toch naar India gegaan om Hem te zien.

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de "blinde man" Maitreya was.


Maitreya’s vliegende tapijt

Ongeveer tien jaar geleden gebeurde het volgende. Mijn zoon Mathieu en ik reden naar huis na een bezoek aan de tandarts in Montreal. Ik reed en Mathieu voelde zich helemaal niet lekker. Omdat mijn zoon lijdt aan een hersenaandoening moet hij voor een tandartsbehandeling volledig onder narcose gebracht worden, waar hij dagenlang ziek van is. Om dat te voorkomen gaf de tandarts hem een voorverdoving, waarop Mathieu erg slecht reageerde.

We waren nog langer dan een uur rijden van huis verwijderd toen Mathieu begon over te geven. Ik besloot langs de kant van de weg te stoppen. Ik herinner me nog dat de snelweg verlaten was, dat ik ongewoon kalm was, dat het gezicht van mijn zoon heel bleek was, en toen... niets. Deze reeks korte gebeurtenissen speelden zich af als een vertraagde film.

Het enige dat ik me van direct daarna kan herinneren, is dat we nog steeds in de auto zaten, maar in een omgeving die ik eerst niet herkende. Het was alsof we kilometers ver weg geschoten waren. Ik was zowel verbaasd als een beetje in paniek door de gedachte dat we ergens terechtgekomen waren zonder te weten hoe. Ik bleef maar denken: "Waar zijn we?" Toen zag ik recht voor me een bord met de naam van een stad. Dat wist ik gelukkig alvast weer. Op weg naar huis hoorde ik Mathieu met heldere stem tegen me zeggen: "Alles gaat prima nu". Ik was zo in gedachten verzonken geweest dat ik mijn zieke zoon helemaal was vergeten. Tot mijn grote verbazing voelde Mathieu zich weer kiplekker. Zijn wangen hadden weer kleur en hij glimlachte. Sinds die tijd vraag ik me vaak af: "Hoe kon ik vergeten zijn wat er gebeurde tussen de stop langs de snelweg en het moment dat we die stad bereikten, en hoe kon Mathieu zo snel hersteld zijn?

Denise Bourgeois, St-Félix-de-Valois (Québec, Canada).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat Maitreya hen "vervoerde".


Auto zonder chauffeur

Ongeveer tien jaar geleden reden mijn dochter, een hummel van een kleinzoon, mijn twee zusters en ik van Californië naar Las Vegas. We bevonden ons in de woestijn op een tweebaansweg toen een lange limousine-achtige auto ons begon in te halen. Een man met een witte tulband op en zo te zien een wit kostuum of een wit gewaad keek ons aan vanaf de passagiersstoel. Het leek alsof dit in vertraagde beelden plaatsvond. De man bleef ons maar aankijken. Hij had een heel mooi gezicht en mooie ogen en hij keek alleen maar. Terwijl de wagen ons langzaam voorbij reed, realiseerden we ons dat hij de enige inzittende was.

We begonnen allemaal tegelijk te praten — wie reed er, wie is hij en waar ging hij heen? — de auto was verdwenen. We dachten dat we gek waren geworden, maar we hadden allemaal hetzelfde gezien.

Ik was het helemaal vergeten, maar onlangs herinnerde één van mijn zusters mij er weer aan.

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de man in de auto ‘zonder chauffeur’ Maitreya was.


Zo vader, zo zoon

Ik schreef u over een collega van mij bij KDD, een buitenlands telefoonbedrijf, die ruim een jaar geleden een telefoontje kreeg van een man in Brazilië (op 17 oktober 1994 om precies te zijn). Uw meester zei dat de man Maitreya was. Onlangs (op 5 november 1995) kreeg ze een soortgelijk telefoontje van een man in Brazilië. Ze had nachtdienst en vocht tegen de slaap (het was rond drie uur ’s nachts). Ze had die nacht al een paar rare telefoontjes gehad vanuit de Filippijnen en Brazilië en ze was het behoorlijk zat. Toen ze een collect-call uit Brazilië kreeg, dacht ze dat het wel weer zo’n gek zou zijn.

Man: "Ik wil een collect-call naar Tokio."

Telefoniste: "Mag ik het nummer in Tokio?"

Man: "Netnummer 3, abonneenummer 4xxx xxxxx."

Telefoniste: "Wilt u het nummer herhalen, alstublieft?"

Man: "Ja, 3 — 4xxx xxxxx."

Telefoniste: "Sorry, dat nummer bestaat niet in Tokio. Ik vrees dat u een verkeerd nummer heeft."

Man: "O, werkelijk? Dan zal ik het controleren en het nog eens proberen."

Toen realiseerde ze zich dat dit telefoontje erg leek op dat van een jaar geleden. De man sprak zeer beleefd en hartelijk in goed Engels. Toen vroeg de man, net als een jaar geleden: "Zeg, geloof je in Jezus Christus?" "Ja", zei ze. "Ben je christen?" vroeg hij toen. "Nee, maar ik geloof in Jezus Christus." Hij antwoordde: "Goed! God houdt echt van je, hoor. God houdt echt van je". De man benadrukte de woorden "houdt echt van je" en herhaalde ze drie keer.

Ze werd er een beetje door opgemonterd, hoewel ze nog steeds haar twijfels had. Ze bedankte hem en vroeg hem of ze zijn naam mocht weten. "Natuurlijk", zei hij, "Junior". Ze vroeg zich af of dit de zoon (Junior) van God betekende. De man vroeg ook naar haar naam en ze zei hem die. Toen merkte ze de aandacht op van haar collega’s om haar heen , dus ze zei gedag en hing op.

Wie was deze man? Was het opnieuw Maitreya?

Yumi Tsunematsu, Tokio (Japan).

[De vorige aflevering werd gepubliceerd in Share Nederland van januari/februari 1995.]

De meester van Benjamin Creme verklaart dat "Junior" de meester Jezus was.