Primadonna Eind februari 1995 was ik zoals gewoonlijk op weg naar het
Self-Realisation Fellowship Lake Shrine in Pacific Palisades, Californië, voor de
vrijdagavondbijeenkomst. Toen ik van mijn auto naar de kleine kapel liep, zag ik buiten
bij het hek plotseling een vrouw met dik, zwart, krullend haar en een zwarte jas aan. Ik
kom al sinds 1973 naar deze kerk, maar zo iemand heb ik er nog nooit bij een van de
diensten gezien. Mijn eerste gedachte was: "Dat moet een dakloze zijn, maar hoe is ze
hier gekomen?" Er rijden rond die tijd geen bussen in die buurt en vanaf Santa Monica
zou het wel een hele lange wandeling zijn.
Ik ging op mijn vaste plek zitten, achter in de kapel en
kort daarna kwam de vrouw binnen en nam achter mij plaats. Door de jaren heen heb ik veel
naar operamuziek geluisterd en ik heb altijd heel graag gezongen, vooral devotionele
liederen. Toen het zingen begon, ging ik zoals gewoonlijk meezingen, maar mijn aandacht
werd afgeleid door de mooiste stem die ik ooit gehoord heb, afkomstig van de vrouw die
achter mij zat. Tijdens het gezang dacht ik na over het verleden van deze vrouw en of zij
muzikaal geschoold was, terwijl mijn intuïtie me vertelde dat deze vrouw niet overkwam
als een dakloze.
De zondag daarop, na de ochtenddienst, was er in de kapel
een bijeenkomst voor de vrijwilligers. Ik was bezig met het invullen van een vragenlijst
toen dezelfde vrouw, in dezelfde zwarte jas, de kapel binnenkwam en weer achter mij ging
zitten. Ze vroeg de voorganger iets over deelname aan het kerkkoor dat op feestdagen
zingt. (Ik had er ongeveer een week eerder naar geïnformeerd.) Ik draaide me even naar
haar om en zei dat er een telefoonnummer op het prikbord hing, dat ze kon bellen voor
informatie. Ik ging weer verder met het invullen van de vragenlijst en hoorde niet meer
wat de voorganger tegen haar zei.
Naderhand leek mijn herinnering wat wazig omtrent deze
gebeurtenissen en ik dacht er, tot verscheidene maanden later, nauwelijks meer aan. Het
lijkt mij dat het een verschijning van Maitreya was en dat hij mij nadeed. Kunt u uw
mening geven over deze vrouw met de hemelse stem?
Kunt u mij ook zeggen of het kruis van licht in mijn raam
op 17 november 1990 (de datum dat ik voor het eerst van Maitreyas wederverschijning
hoorde tijdens de lezing van de heer Creme op de universiteit) is verschenen of dat dit er
al eerder was?
A. M., Los Angeles (Californië, VS).
De meester van Benjamin Creme bevestigt dat deze
"vrouw" Maitreya was. Hij verklaart tevens dat het kruis van licht op 17
november 1990 verscheen.
Eerlijke ruil
Onlangs had ik op straat een hoogst ongebruikelijke
ontmoeting. Een heel oud vrouwtje vroeg mij haar te helpen. Haar rug was erg gebogen, haar
stem was beverig, maar haar ogen waren erg helder en levendig. Zij had een verkeerd
buskaartje en geen geld; zij vroeg mij haar buskaart te ruilen voor geld zodat zij het
goede kaartje kon kopen. Terwijl wij stonden te praten realiseerde ik mij hoe geestelijk
alert zij was. Ik gaf haar het geld en zij gaf mij Gods zegen. Zij droeg slippers, terwijl
het winter was. Zit ik er naast en was zij alleen maar een verwarde oude vrouw?
Josef Amling, Regensburg (Duitsland).
De meester van Benjamin Creme verklaart dat het
"oude vrouwtje" Maitreya was.
Voorbijgangers
Nadat ik de brief had gelezen van "A." uit
Amsterdam over "een Arabier" in het Vondelpark, zou ik graag het volgende willen
melden.
Maandag 6 maart 1995 was de eerste dag van een vrije week
waar ik erg aan toe was na een periode van heel hard werken. Ik zat thuis op de bank te
genieten van de rust en staarde zomaar wat uit het raam. Plotseling liep er een man
voorbij. Hij had een donkere huidskleur, een zwarte baard en droeg een witte hoofddoek die
op zijn plaats werd gehouden door een soort band eromheen. Hij was gekleed in een wit
gewaad dat tot zijn voeten reikte.
"Wat vreemd", dacht ik, "een sjeik."
Maar deze beschrijving leek niet erg te kloppen. Toen schoot het door mij heen: "Een
Arabier!" Dat klopte beter en met die gedachte in het achterhoofd draaide ik mij om
naar de foto van Maitreya die ik op de boekenplank heb staan. Ik besefte meteen dat de man
op straat er precies zo uitzag als op de foto. Ik keek snel weer naar buiten, maar hij was
al verdwenen. Ik kon het niet geloven. Maitreya, hier in mijn straat.
(De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man
Maitreya was.)
Op een avond een paar dagen later fietste ik door de
Marnixstraat in Amsterdam toen ik twee mannen zag die mijn kant opkwamen. Eén peddelde op
een bakfiets; de andere reed naast hem op een gewone fiets. Ze waren druk in gesprek.
Niets bijzonders zou men denken, ware het niet dat beiden gekleed waren als schaapherder!
Schaapherders op de fiets in Amsterdam? Kunt u alstublieft zeggen wie deze twee
schaapherders waren?
Sandra Hoving, Amsterdam.
De meester van Benjamin Creme verklaart dat degene op de
bakfiets Maitreya was. De andere was de meester Jezus.
Mooie bedelaars!
Op 25 maart 1996 trof ik s avonds om ongeveer 22.30
uur een bedelaar een rijzige, gedistingeerde zwarte man, voortreffelijk
gekleed, met een krachtige, innemende en welluidende stem die in duidelijk en goed
geformuleerd Nederlands onder andere het volgende aan mij vroeg: "Meneer, mag ik u
iets vragen? Hebt u misschien wat geld voor mij? Dan kan ik een broodje shoarma kopen,
want ik heb al twee dagen niets gegeten."
Op 22 mei 1996 trof ik s ochtends om ongeveer 10.30
uur een bedelaar een tengere, bruin getinte man, sjofel gekleed, met
een bescheiden ietwat bedeesde stem die in duidelijk en goed geformuleerd
Nederlands ongeveer het volgende aan mij vroeg: "Meneer, mag ik u iets vragen? Hebt u
misschien wat geld voor mij? Dan kan ik een broodje shoarma kopen, want ik heb al twee
dagen niets gegeten."
Bij ons afscheid wenste ik hem toe: "Het ga je
goed!" Hij draaide zich om en zei: "Succes, meneer!" Wie waren deze
bedelaars?
Jaap van de Groep, Amsterdam.
De meester van Benjamin Creme verklaart dat de eerste
"bedelaar" Maitreya was. De tweede was de meester Jezus.
Waterdrager
Op 17 november 1995 woonde ik de lezing bij van Benjamin
Creme in New York. Tijdens de pauze liep ik naar de achterkant van de zaal om het drukwerk
dat daar op tafel lag te bekijken. Ik zag een vrouw, ik zou zeggen van in de zestig, die
potten met Tlacote-water uitdeelde. Toen moest ik denken aan een vriend van mij die
ernstig ziek was en dat ik wat voor hem zou kunnen meenemen. Terwijl ik naar de vrouw
toeliep om naar het water te informeren, keek ik haar in de ogen en werd ik overrompeld
door hun schoonheid. Tegelijkertijd voelde ik mij volkomen rustig worden en was ik mij van
niemand om me heen bewust. Dit gevoel duurde enkele seconden en daarna leek de vrouw heel
gewoon. Kunt u mij zeggen wie die vrouw is? Werd ze misschien overschaduwd door Maitreya?
Was dit een ontmoeting met Maitreya of een meester?
Mario Constanzo, New York (VS).
De meester van Benjamin Creme verklaart dat de
"vrouw" Maitreya was. De briefschrijver was de enige persoon in de zaal die
Maitreya zag.
Troost
Zestien maanden geleden kwam mijn dochter om het leven bij
een auto-ongeluk. Vijf dagen lang lag ze aan de apparatuur om haar levensfuncties
kunstmatig in stand te houden. Tijdens deze periode liep ik weleens weg van haar zijde
voor een korte wandeling naar een nabijgelegen klif om over de zee uit te kijken. Dit gaf
mij rust en op zulke momenten kon ik mijn gedachten ordenen en bidden om hulp bij de
tragedie die zich voltrok.
Het was tijdens een van die vele wandelingen, terwijl ik
stond uit te kijken over de zee, dat ik een man naast mij zag staan. Ik had hem niet zien
aankomen, hij scheen uit het niets te zijn gekomen; er ging iets warms en troostends van
hem uit. Hij zei niets, hij keek mij alleen maar glimlachend aan. Toen ik me omdraaide om
nog eens naar hem te kijken, was hij verdwenen. Ik had hem niet zien weggaan, hij scheen
zomaar verdwenen te zijn. Op dat moment schreef ik zijn plotselinge verschijnen en
verdwijnen toe aan mijn geschokte toestand. Pas tien maanden later, toen een vriend mij Share
International te lezen had gegeven en ik in de rubriek "Lezers schrijven"
kennisnam van de ervaringen van andere mensen, gingen mijn gedachten onmiddellijk terug
naar de man die tien maanden eerder op de klif naast me stond. Mag ik vragen of hij de
meester Jezus was?
Evan Agnew, Waitohi (South Canterbury, Nieuw-Zeeland).
De meester van Benjamin Creme verklaart dat de man op de
klif Maitreya zelf was.
Wijnrank
Ongeveer 31 jaar geleden kwam ik naar Groot-Brittannië.
Daar ontmoette ik mijn echtgenoot en we gingen naar mijn ouderlijk huis in Teheran (Iran)
om te trouwen. Een paar dagen na de bruiloft zat ik met mijn moeder en mijn man s
middags in de keuken, toen we een druivenverkoper hoorden.
Mijn moeder vroeg me om twee kilo bij hem te kopen. Buiten
gekomen zag ik een oude man met een ezel, die druiven verkocht. Ik vroeg hem twee kilo
druiven. Toen ik betaalde, legde hij zijn vinger op het puntje van zijn tong en daarna op
mijn voorhoofd (tussen de wenkbrauwen) en zegende me. Ik stond perplex. Toen ik hem
aankeek, zag hij er zo vriendelijk en wijs uit dat ik niets zei en weer naar binnen ging.
Ik ben deze gebeurtenis nooit vergeten, ofschoon het al dertig jaar geleden is. Kunt u mij
zeggen wie hij was?
Essy Payne (Essex, Engeland).
De meester van Benjamin Creme verklaart dat de
druivenverkoper Maitreya was.
Ik wil ook gewoon leven
In het afgelopen voorjaar is mij iets overkomen waarvan ik
hoop dat u het een en ander kunt verduidelijken.
Toen ik op een avond met een collega naar huis liep, vroeg
een dakloze mij om wat geld. Hij zat op het trottoir met zijn hoofd naar de grond om mij
niet te hoeven aankijken; hij zag eruit als een gemiddelde dakloze. Omdat ik geen geld bij
me had, zei ik dat ik hem niet kon helpen en liep ik door. Toen ik een paar stappen verder
was, schoot me ineens te binnen dat ik in mijn tas nog een boterham had die was
overgebleven van de lunch en liep terug om die aan hem te geven.
Toen ik hem mijn boterham gaf, vroeg hij of hij even met
mij kon praten. Mijn collega stond iets verderop en keek toe hoe ik neerhurkte om met de
man te praten. Hij mompelde: "Ik wil ook gewoon leven", maar keek me daarbij nog
steeds niet aan. Onmiddellijk moest ik denken aan een gesprek dat ik onlangs met mijn
collega had over geld en waarin ik, in een poging om duidelijk te maken waarom ik een
beter betaalde baan wilde, had gezegd: "Ik wil gewoon leven." Het was vreemd om
deze woorden uit zijn mond te horen. Ik schaamde me over mijn eigen geklaag in
vergelijking met de bescheiden vraag van deze man. Ik wist niet wat ik moest zeggen, dus
zei ik alleen maar: "Ik begrijp het. Het spijt me." Ik meende het ook. Ik heb in
mijn hele leven nog nooit zoveel medelijden gehad.
Op dat moment keek hij op en voor de eerste keer keken we
elkaar aan. Hij keek me recht in mijn ogen en ik had het gevoel alsof hij met zijn ogen
sprak. In die paar seconden voelde ik alle pijn die hij voelde en tegelijkertijd ervoer ik
een intens gevoel van vreugde. Het is moeilijk om zijn blik te beschrijven. Ik was totaal
gebiologeerd. En na wat vermoedelijk maar een fractie van een seconde was zei hij:
"Weet je wie ik ben?" Hij mompelde niet langer, maar sprak heel duidelijk. Ik
wilde zeggen: "Ja!", maar ik zei niets. Het schoot door mijn hoofd dat het raar
zou zijn om te zeggen dat ik iemand kende die ik nog nooit ontmoet had. Dus zei ik alleen
maar: "Nee, wie bent u?" Hij antwoordde heel eenvoudig, heel kalm: "Ik ben
Franciscus." En hij bleef me aankijken met een intensiteit waarvan ik bijna
flauwviel. Opnieuw wilde ik om een of andere merkwaardige reden zeggen "Ja, dat weet
ik", maar dat deed ik niet. Nu zou ik willen dat ik dat wel gedaan had, waarom weet
ik niet. Het leek gewoon alsof dat was wat ik had moeten zeggen. Mijn antwoord was echter
alledaags, gewoon: "Hallo, Franciscus."
Ik kan me de volgende zinnen van ons gesprek niet meer
herinneren. Het was kort en mijn collega kwam naar ons toe en onderbrak het gesprek.
Francis keek weer naar het trottoir en ik zei: "Tot ziens" en liep verder.
Ik liep weg met een gevoel van verbijstering en euforie. Ik
kon me niet ontrekken aan de indruk dat ik net een van de meest hartverscheurende en
mooiste ervaringen uit mijn leven had meegemaakt. Ik wilde iets doen maar ik wist niet
wat. Telkens wanneer ik aan de ogen van deze man denk, zijn eenvoudige woorden en vragen
komt hetzelfde gevoel weer terug (hoewel niet meer zo sterk).
H. Tebbs (Massachusetts, VS).
De meester van Benjamin Creme verklaart dat de
"bedelaar" Maitreya was.
Bijbelse betekenis
Op 19 mei was ik op weg naar onze maandelijkse bijeenkomst
voor transmissiegroepen, toen een oude vrouw plotseling haar auto links voor mijn wagen
reed en ik krachtig moest uitwijken om haar te ontwijken. De zijkant van mijn voorbumper
schampte slechts haar achterbumper, maar zij ramde het lege bushokje waarbij haar auto
total loss raakte. Op de een of andere manier kreeg ik weer controle over het stuur en
stopte om te kijken of ze gewond was geraakt. We hadden geen van beide een schrammetje.
Ik merkte dat ik de weinig van discipelschap getuigende
behoefte had om te bewijzen dat het niet mijn schuld was, of dat nu waar was of niet. Ik
was hevig geschrokken en had geen idee of het mijn schuld was of niet. De politie vertelde
me later dat zij haar auto vlak voor mij op de weg had gekeerd waar het niet mocht. Maar
op dat moment zei ik tegen haar, om mezelf te verdedigen: "Ik had groen licht."
Van binnen voelde ik me inhalig en bereid om alles te zeggen wat nodig was om niet voor de
schade op te hoeven draaien, terwijl ik mijn gedrag met afkeer gadesloeg.
Wat mensen uit de verpauperde buurt beschuldigden mij ervan
dat ik haar bijna doodgereden had en hoe ik hun kinderen voor hetzelfde geld dood had
kunnen rijden als ze daar geweest waren, als een afspiegeling van mijn schuldgevoelens.
Toen kwam er een jongeman, kennelijk uit de buurt, op mij toegelopen, met een vriendelijk,
open gezicht, die iets zei als: "Wat een geluk dat er niemand gewond is
geraakt." Ik was zo verbluft door het contrast met de anderen dat ik zei:
"Onvoorstelbaar, wat een ongewoon aardige en opmerkzame jongen ben jij."
Hij liet een prachtige glimlach zien en ik dacht dat hij
een ontwikkeld mens moest zijn. Hij zei met een zeer veelbetekenende, bijna doordringende
blik tegen me: "Ik ben Isaäc
uit de bijbel." Ik stond daar maar, nog
steeds in een shock van het ongeluk. Toen zei hij op dezelfde speelse maar toch serieuze
manier: "Weet je wat mijn achternaam is? Kaïn. Dat is ook uit de bijbel." Ik
voelde me nu rustiger, de anderen waren weggegaan en ik voelde me op mijn gemak.
Ik ben niet iemand die snel een bijbelse betekenis aan
gebeurtenissen zal toekennen, maar toen ik naar huis reed, had ik de volgende gedachte:
"Isaäc overleefde de dolk van zijn vader Abraham door de tussenkomst van een engel.
Was dit een boodschap dat er voor mij gezorgd wordt? En Kaïn was slecht, net als ik,
omdat ik het belangrijker vond dat ik vrijuit ging dan dat het waar was wat ik zei."
De uitstraling van deze jongeman gaf me het gevoel dat er
niets mis is met mij en dat het alleen maar menselijk is om slecht te zijn.
Kan dit een geruststellende boodschapper van de Hiërarchie geweest zijn? Was er sprake
van goddelijke interventie waardoor het ongeluk niet slechter is afgelopen? Sinds deze
gebeurtenis ben ik eerder geneigd om barmhartig te zijn voor mezelf wanneer ik me bewust
ben van mijn eigen egoïsme en angst.
Frances Robinson, Oakland (Californië, VS).
De meester van Benjamin Creme verklaart dat dit een
ervaring van Maitreya was.
|