Brieven van lezers -- oktober 1997


Vervoerd

Het was een doordeweekse avond en ik ging naar boven om naar bed gaan, nadat ik een e-mail had geschreven aan een vriend en voormalig medelid van een transmissie-meditatiegroep in Canada. Hij had me geschreven dat mijn huidige levensomstandigheden volgens hem perfect voor mij waren — en net toen ik naar bed wilde gaan, ervoer ik de waarheid van wat hij schreef.

Op het moment dat dit tot me doordrong, werd ik overweldigd door een gevoel van dankbaarheid en knielde neer om God en ‘de hogere machten’ te danken. Terwijl ik dit deed, was ik, in mijn innerlijke zelfbewustzijn ineens ergens anders, op een groen heuveltje omringd door bomen. Ik was daar om te worden voorgesteld aan een aantal mensen die ik "kende", en het volgende moment kwam iemand mij halen en wandelden we door de bomen naar een vlakker grasveldje.

Daar waren erg veel mensen, allen gekleed in een of ander gewaad, althans dat is de indruk die ik van hun kleding had. Toen ik me bij hen voegde, ging er een geweldige stroom van emoties door me heen, omdat ik in mezelf hoorde, en ervoer dat het waar was, dat ik als een van hen in de groep werd opgenomen. Het betekende op dat moment veel voor mij en nu nog steeds, omdat het me een gevoel van eigenwaarde gaf zoals ik dat nog nooit gekend heb.

Het volgende moment wisten we allen dat er een heel belangrijke persoon bij ons zou komen. Het leek alsof ik de mensen om me heen hoorde zeggen of fluisteren: "Daar komt Hij." Er kwam een man naar ons toe, geheel in het wit gekleed, net als de anderen, maar op een of andere manier witter en stralender, of vervuld van een enorme kracht.

Zonder dat het me gezegd werd, wist ik dat hij Maitreya was. Hoe? Door zijn grootsheid, waarmee ik zijn omvattende liefde van toegankelijkheid en aanvaarding bedoel. Zo ervaarde ik hem — hij was nederiger dan alle andere aanwezigen. Opener, eenvoudiger, begaafder. Hij was iemand die besloten had meer te geven. Het was alsof je je leraar voor de eerste keer ontmoet en ontdekt dat alles wat je over hem dacht verkeerd is — dat het allemaal precies het tegenovergestelde is.

Ik was bang geweest om hem te ontmoeten, omdat ik dacht dat hij ‘hoger’ zou zijn dan ik en ‘op mij neer zou kijken’ als zijn mindere. Ik was bang dat ik tekort zou schieten, maar nu zag ik dat hij ons allen liefhad op een wijze die we niet eens konden begrijpen of waartoe we zelf niet in staat zijn. Hij was op niemand boos vanwege onze tekortkomingen of ons falen om naar onze idealen te leven, maar nodigde ons uit om ons bij hem te voegen uit liefde, niet uit plichtsbesef. Het kon, zo leek het op dat moment, alleen uit liefde. Ik begreep het niet allemaal met mijn verstand, maar de boodschap kwam door waar het nodig was — in mijn hart.

Ik zag dat zijn liefde echt is en alleen maar hoeft te worden aanvaard. Het was een geweldige ervaring. Ik begon te huilen. Sindsdien was ik huiverig om het opnieuw door te maken, maar nu ik het eindelijk opschrijf, komt het allemaal weer terug. Het was overweldigend, groots, immens. Meer dan iemand zich ooit kan voorstellen, begrijpen of vertellen. Het was letterlijk verbijsterend.

S.Q. (Noorwegen).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat het hier om een authentieke (uittredings)ervaring gaat.


Gedisciplineerde bestuurder

Rond 1990, na een transmissie-meditatie in New York, nam ik de bus naar huis aan de andere kant van de stad. Het was aan het begin van de route en de bus was nog leeg. De buschauffeur, een jonge en zeer vriendelijke man, keek me lachend aan, alsof hij blij was me te zien, en zei: "Hi". Ik groette hem terug, vroeg om een kaartje en ging voorin de bus zitten, zodat ik misschien een gesprek met hem kon aanknopen over de veranderingen in de wereld en dan kon ik terloops vermelden dat deze veranderingen volgens mij het gevolg zijn van de aanwezigheid van de Christus in de wereld. Maar ik ben nogal verlegen en praat nooit zo snel met een vreemde (als hij al een vreemde was), dus ik wachtte totdat hij iets zou zeggen omdat de bus nog leeg was. De bus bleef de hele rit leeg (op ons beide na dan) en toen ik uitstapte zei ik: "Goedenavond", maar hij zei slechts: "God zegene je". Ik was erg verbaasd door dat antwoord, maar ik voelde toch de warmte van de zegening. Ik vertelde het verhaal aan enkele vrienden en vergat het daarna volkomen, tot iemand anders uit de transmissie-groep een ervaring had, waarbij ze de hele rit als enige passagier in een bus zat die volgens de meester van Benjamin Creme door Maitreya werd bestuurd.

Zodoende vroeg ik mij af of hij ook de goedheid had om aan mij te verschijnen en me daarbij een bijzondere rit te bezorgen. Destijds verscheen hij namelijk nog niet, zoals hij tegenwoordig doet, aan leden van de groepen, maar ook omdat ik nooit verwachtte een dergelijke ervaring te hebben, kwam het niet in me op te denken dat hij het misschien geweest was. Ik zal zeker teleurgesteld zijn als blijkt dat ik hem niet herkend heb en daarmee de ervaring heb gemist. Kunt u zich voorstellen wat hij geantwoord zou hebben als ik had gezegd: "De Christus is in de wereld"? Waarschijnlijk zou hij geantwoord hebben: "Niet alleen in de wereld, maar ook in je hart en op de stoel van de bestuurder." Als hij het inderdaad was (wat ik oprecht betwijfel), dan zou ik het gevoel hebben alsof ik in een drukke winkelstraat mijn grootmoeder over het hoofd had gezien. Als deze ervaring niet meer is dan een verlate wensdroom, kan ik mezelf troosten met de gedachte dat deze roerige stad gezegend is met een buschauffeur die zijn passagiers zegent bij het uitstappen.

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de buschauffeur een discipel was van de meester Jezus. (Dezelfde schrijver vervolgt:)


Metro-heilige

Verder wil ik nog iets vragen over een verbazingwekkende ervaring die een Mexicaanse vrouw een aantal jaren geleden hier in New York had.

Zij, haar man en een voorganger van de Pinkstergemeente die met hen bevriend is, stapten samen in een bijna lege metrowagen in de Bronx. Haar aandacht werd ogenblikkelijk getrokken naar de enige andere passagier, een lachende oude dame die recht tegenover de deur zat. Ze vroeg zich af wie de dame was, want ze had het gevoel dat ze haar ergens van kende en wilde naar haar toe gaan om te vragen of zij elkaar toevallig al eens eerder ontmoet hadden. Maar de oude dame kwam zelf al naar hen toe en raakte met de Mexicaanse in gesprek over de behoefte aan meer liefde in de wereld. Intussen waren er meer mensen ingestapt en de dame en de Mexicaanse vrouw richtten zich ook tot hen (de meeste aanwezigen waren van Spaanse origine, aangezien de metro op dat moment door een Spaanse wijk reed). Ik vroeg de vrouw hoe de passagiers reageerden en zij zei dat alle passagiers luisterden en instemmend met hun hoofd knikten, wat op zich al ongebruikelijk is voor Newyorkers, omdat die metro-predikers normaal gesproken negeren.

De Mexicaanse vrouw vertelde me dat ze zo overweldigd was door de ervaring dat ze compleet vergat waar ze heen ging. De oude dame zei toen: "U moet er bij het volgende station uit en dan loop ik met u mee naar de uitgang." Toen ze op het perron stonden, omhelsden de beide vrouwen elkaar en de oude dame gaf de beide mannen een hand. Maar de Mexicaanse vrouw voelde zoveel liefde voor de oude dame dat ze haar opnieuw wilde omhelzen, maar haar armen grepen in de lucht: ze was voor hun ogen verdwenen. Ze waren geschokt en vroegen zich af wat er gebeurd was; ze was nergens meer te bekennen.

Ik heb geen enkele twijfel over wie deze "oude dame" was. De Mexicaanse vrouw belde me op nadat ze in een Spaanse krant een artikel had gelezen over Maitreya, waar mijn naam en telefoonnummer bij stond voor inlichtingen. Toen ik haar vertelde dat Maitreya aan veel mensen verschijnt in allerlei vermommingen, als jongeman, bedelaar, oude vrouw, viel zij mij in de rede en riep uit: "Ai-ai-ai, dat weet ik, dat weet ik!", waarna ze me dit verhaal vertelde. Al luisterend voelde ik dezelfde blijdschap en gelukzaligheid die ik steeds voel bij het lezen van de ervaringen met Maitreya waarover mensen in hun brieven vertellen.

J.A., New York (VS).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de "oude vrouw" Maitreya was.


Leiding?

Toen ik ongeveer 13 jaar oud was, werd ik bijna geëlektrocuteerd. Mijn handen waren nat omdat ik bezig was met afwassen. Met mijn ene natte hand draaide ik een plaat om waar ik naar luisterde en met mijn andere hand hield ik mij vast aan een buis van de centrale verwarming. Plotseling zat ik vast tussen de platenspeler en de verwarmingsbuis.

Ik probeerde te gillen, maar niemand hoorde me en ik wist dat ik dood zou gaan. Daarna had ik het gevoel alsof ik flauw viel en toen ik een ogenblik later bijkwam, lag ik op de grond met brandblaren in mijn handen. Het was echt een wonder dat ik het overleefde. Kunt u mij zeggen of ik hulp heb gehad en zo ja, wie zo aardig was mij te helpen?

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de hulp van de meester Jezus kwam. (Dezelfde schrijfster vervolgt:)


Wakker geschud

Afgelopen jaar (1996) had ik met een vriend een heftige discussie over de marktwerking, toen er werd aangebeld. Een verzorgd uitziende Europese man die zijn glimmende, witte busje voor mijn deur had geparkeerd, vroeg of ik iets van zijn levensmiddelen wilde kopen. Mijn reactie was: "Zie je wel, zelfs thuis laten ze je niet met rust als ze geld kunnen verdienen," en ik zei hem daarom nogal streng dat ik geen belangstelling had en dat als ik iets nodig had, ik wel naar de winkel zou gaan. De man vertrok en mijn vriend die het gesprek gehoord had, werd erg boos op me: Hoe kon ik zo praten; die arme man probeerde alleen maar de kost te verdienen, enzovoort. Het was niet mijn bedoeling geweest om bot te zijn, maar wel duidelijk, omdat ik na mijn nachtdienst overdag vaak in mijn slaap gestoord wordt, maar ik had wel wat vriendelijker kunnen zijn.

Ik ben het voorval nooit vergeten en na het lezen van soortgelijke verhalen vraag ik me af of deze man misschien Maitreya was die mij een lesje kwam lezen?

A.N., Doorn.

De meester van Benjamin Creme verklaart dat ‘de verkoper’ de meester Jezus was.


Pijnstiller

De afgelopen twee jaar heb ik een heel gecompliceerde en pijnlijke tandheelkundige behandeling moeten ondergaan. Op een dag in januari 1996 onderging ik een behandeling van negen uur zonder onderbreking, waarbij de extreme pijn ondraaglijk was. Op dat moment bad ik tot Maitreya om hulp en ik herhaalde innerlijk telkens de eerste twee strofen van de Grote Aanroep. Plotseling had ik geen pijn meer. Wat verloste me van de pijn? Een verdovingsspuit? Mijn ziel? Maitreya?

H.P. (Zweden).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de pijnstiller Maitreya was.


Storm in een glas thee

Ik wil graag een verhaal vertellen dat me nog steeds bezighoudt. Nadat ik het antwoord van de heer Creme op een vraag had gelezen om bewuster te zijn, vraag ik me af of ik in dit geval gered ben door een meester. Deze gebeurtenis speelde zich af in een tijd dat ik nog geen kennis had van Maitreya of de meesters. Ik werkte (van november 1993 tot mei 1994) als VN soldaat in voormalig Joegoslavië en was gelegerd in Kamp Pleso in Zagreb. In dit kamp had het leger het ‘Holland Huis’ gebouwd, dat als huiskamer fungeerde om de soldaten zich thuis te laten voelen en Hollandse gezelligheid in het buitenland te geven. Elke zondag hielden de aalmoezenier en predikant van het leger een kerkdienst, waar je na afloop nog wat kon napraten, ontspannen en koffiedrinken. Ik was op dat moment niet praktiserend gelovig, maar ging wel elke zondag naar de dienst, want het was voor mij een rustpunt in de week en ik hield wel van de gewijde sfeer van de dienst.

Die zondag (in december/januari) droeg de aalmoezenier de mis op. Naderhand bleef ik na om een kopje thee te drinken en raakte in gesprek met de predikant. Ik was de enige die thee wilde en de oudere dame die het Holland Huis beheerde, zette speciaal voor mij verse thee. Zij kwam naar onze tafel gelopen, maar toen ze op een meter afstand van de tafel was, struikelde ze en het kopje thee leek recht op mijn gezicht af te komen. Plotseling, terwijl ze viel, bleef ze toch overeind. Er gebeurde niets, ik geloof dat ze zelfs geen druppel thee morste. De aalmoezenier en ik keken elkaar verwonderd aan, maar we zeiden er niets over. En nu, wanneer ik terugdenk aan die episode, realiseer ik me dat de aalmoezenier en ik deze wonderlijke gebeurtenis telkens als we elkaar weer ontmoetten in stilte deelden met een glimlach en een glinstering in onze ogen, zonder dat we eigenlijk precies begrepen waarom.

NN, Amsterdam.

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de storm in het glas thee bedwongen werd door de meester Jezus.