Brieven van lezers -- september 1997


(On)zichtbare man

Het verhaal dat ik wil vertellen speelde zich af op 19 oktober 1996. Ik was bij de bakker geweest en liep terug naar mijn wagen. Op een open parkeerplaats naast een busje dat recht achter mij geparkeerd was, stond een man. Hij had een gemiddelde lengte, een donkere huidskleur, een lichte baard en hij droeg een wollen muts. Toen ik bij mijn wagen aankwam, maakten we net voordat ik instapte oogcontact. Ik stond achteruit geparkeerd en terwijl ik een van de koffiebroodjes at die ik net had gekocht, bleef ik naar de man kijken in mijn achteruitkijkspiegel. Ik weet nog dat ik dacht dat hij waarschijnlijk een van de mensen uit het busje was en dat hij op de anderen stond te wachten tot zij uit de supermarkt terugkwamen. De man liep naar de andere kant van het busje, maar ik hield hem nog steeds in zicht. We keken elkaar weer even aan via de spiegel.

Toen de mensen van het busje terugkwamen, zette een vrouw de boodschappentassen in het busje, terwijl de anderen instapten. Het waren meerdere mensen, allemaal oudere vrouwen, op een meisje van een jaar of 10, 12 na. Wat mij opviel was dat de man, die om het busje heengelopen was naar de bestuurderskant en maar een paar decimeter verwijderd was van enkele van de passagiers, door niemand leek te worden opgemerkt. Terwijl hij op de open parkeerplek vlakbij het portier van de bestuurder stond, liep de vrouw die reed vlak langs hem heen, op niet meer dan een armlengte afstand, maar het leek alsof ze hem niet eens zág. Heel even keek ik niet. Toen het busje startte, keek ik opnieuw in de spiegel, maar de man was nergens meer te bekennen. Ik keek wie er in het busje zaten, maar hem zag ik niet, alleen de dames. Toen ze wegreden, draaide ik me om in mijn stoel en keek rechts en toen links van me, maar de man was spoorloos. Het was een grote parkeerplaats met maar een paar auto’s dus ik had in alle richtingen goed zicht; hij was weg.

Dit voorval schoot me opeens te binnen toen ik ik op een avond wat brieven van lezers op de Internet-pagina van Share International las en ik besloot u erover te schrijven. Wat kunt u hierover zeggen?

Jim Carso, Temecula (Californië, VS).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de man de meester Jezus was.


Op het festival

Deze brief gaat over gebeurtenissen die plaatsvonden op 7 september 1996 op het "Mind Body Spirit"-festival in het Alexandra Palace in Londen.

Ik leed aan een ernstige vorm van agorafobie (pleinvrees) en ik had sinds vijf jaar last van mijn ruggegraat. Ofschoon het al wat beter gaat, ben ik nog lang niet de oude en het is een lange, moeilijke strijd.

Ik had al enige tijd de advertenties gezien voor het "Mind Body Spirit"-festival en smachtte ernaar om erheen te gaan. Ik was al sinds 1991 niet naar zo’n drukbezocht evenement geweest en kon alleen afwachten, bidden en hopen. Ik vroeg om ertoe in staat te mogen zijn bij de gratie van God, Maitreya, Jezus en noemt u maar op. Ik vroeg het iedereen! Op 7 september vroeg ik mijn man of hij me naar het Alexandra Palace wilde rijden en hoopte, maar geloofde niet echt, dat ik er bij aankomst ook daadwerkelijk naar binnen zou durven.

Mijn man, mijn dochter en ik kwamen er aan, parkeerden, betaalden en gingen naar binnen. Ik was heel nerveus en trilde op mijn benen. We liepen rond en ik voelde me als een kind toen ik naar al die prachtige dingen keek die ik zo lang niet meer had gezien. Al lopende, haalde ik diep adem om paniekaanvallen tegen te gaan. We passeerden een mooie (heel lange) Indiaas uitziende heer in Westerse kleding en met een bril op. Hij schonk me een prachtige glimlach. Het leek wel of ik hem steeds tegen het lijf liep net wanneer ik me op mijn slechtst voelde. Ik kon niets anders denken dan "wat een prachtige man" en lachte breeduit terug. Het leek alsof hij me ‘energie’ gaf. Toen ik in de rij stond om een aura-foto te laten maken realiseerde ik me dat hij een uitzonderlijke man was. Op dat moment voelde ik me niet goed en vroeg mijn man of hij bij me in de buurt wilde blijven. Toen ik in de stoel ging zitten en wachtte tot de foto werd genomen, keek ik naar links en zag dat deze lange Indiase heer met de rug naar mij toe stond; hij stond in de rij. Heel even had ik de gewaarwording dat zijn energieveld wist dat ik naar hem keek. Hij draaide zich om alsof hij op me gewacht had. Hij keek me recht in de ogen met een bijzondere blik en ik ontspande me. Pas minuten later realiseerde ik me dat hij zomaar verdwenen was! Was dit een bijzonder iemand of niet? Ik voel me zó gezegend.

Marguerite Corbett, Londen (Engeland).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de man Maitreya was.


Fondswerver

Medio mei belde er een lange rabbijn aan. Ik deed de deur open en daar was zijn vrolijke gezicht met baard en heldere, blauwe ogen. Hij keek naar de mezoeza (de Tien Geboden) aan de deurpost en raakte ze eerbiedig aan met zijn hand. Ik was op dat moment druk bezig een kort verhaal te typen. Misschien dat ik het daarom niet vreemd vond toen hij vroeg of hij binnen mocht komen. Ik ging ervan uit dat hij voor een inzameling kwam. Toen zei hij: "Laat me je hand vasthouden." En, terwijl hij mijn hand vasthield, vertelde hij mij dat dit een mitswa (zegening) was.

Vanuit haar slaapkamer riep mijn moeder, heethoofdig als ze is: "Wie is daar?" "Een rabbijn!" riep ik terug. Zij antwoordde: "Denk eraan dat je hem om een zegening vraagt!" Ik keek op naar de rabbijn, die nog steeds mijn hand vasthield. Hij straalde van vreugde. "Maak je geen zorgen, mam. Ik krijg zijn zegening!"

Daarop hervatten wij ons gesprek. De rabbijn was uitermate geanimeerd terwijl hij enkele joodse woorden aan mij uitlegde. Ik vermoed dat hij wist dat ik geen jood ben.

Toen zei hij: "Laten we naar de woonkamer gaan." Daar gingen we op de bank zitten, terwijl we nog steeds elkaars handen vasthielden. Hij zegende mij: hij wenste mij een lang leven, rijkdom, gezondheid en geluk toe. "Al het goede", zoals hij zei. Hij had het over werk en over mijn aspiraties. Vervolgens probeerde hij mij over te halen 180 dollar te geven. Ik zei dat ik het hem graag zou geven als ik het had. Maar het gaat de laatste tijd niet zo goed in de taxibranche, dus gaf ik hem de acht dollar die toevallig op mijn stoffige bureau lag. Hij leek niet teleurgesteld te zijn. Hij vroeg of ik geen cheque voor hem kon uitschrijven. Ik lachte en zei dat hij het met de biljetten moest doen, aangezien het saldo van mijn rekening nul was. Hij zei: "Weet je dat wel zeker? Het is allemaal fiscaal aftrekbaar, hoor." "Dat weet ik", antwoordde ik. Toen zei hij: "Ik hoop dat je volgend jaar veel geld verdient. Want hoe meer je hebt, des te meer kun je aan mij geven." "Vanzelf", zei ik. "Ik zou graag veel geld hebben, dan kan ik ook meer geven."

Daarop nam hij afscheid. Natuurlijk duizelde het mij, want ik had het gevoel alsof ik zojuist was gezegend door een hoogst opmerkelijke man. Kunt u me alstublieft zeggen wie die opgewekte man was die zo liefdevol mijn hand vasthield?

Ron Dondiego, Brooklyn (New York, VS).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de "rabbijn" Maitreya was.


Verkleed

Om naar het werk te gaan moet ik de trein nemen van het station Sants in Barcelona. Op een ochtend in oktober 1996, terwijl ik over het laatste zebrapad voor het station liep, werd mijn aandacht getrokken door een kleine, oude, sjofel uitziende Spaanse auto (Seat 600). De bestuurder was gekleed als een Oosterse prins in een wit gewaad met een smaragdgroene tulband. Dit zag ik terwijl de auto langzaam voorbij reed. Naast de bestuurder zat een man in donkere, Europese kleding, die ik slecht kon onderscheiden. De auto stopte voor het zebrapad. Samen met andere voetgangers stak ik over en, zoals gebruikelijk, keek ik vluchtig naar links om te zien of alle auto’s gestopt waren. Niet meer dan 10 stappen voorbij het zebrapad kon ik mezelf er niet van weerhouden om nog eens een vluchtige blik te werpen op deze ongewone combinatie. De auto stond nog steeds voor het zebrapad (geen verkeerslichten), hoewel hij had kunnen doorrijden nadat de voetgangers waren overgestoken.

Tot mijn verbazing stak de Oosters geklede bestuurder zijn hoofd uit het raampje en begon gezichten tegen mij te trekken. Hij had grote, expressieve, bruine ogen. Ik had heel onopvallend naar de auto en de bestuurder gekeken, want ik ben niet iemand die mensen aanstaart omdat zij er anders uitzien of anders gekleed zijn dan ik.

Eerlijk gezegd voelde ik me een beetje opgelaten. Ik vind nog steeds dat er geen enkele logica zat in de situatie of in het gedrag van de bestuurder. Volgens mij was het geen eminente Spanjaard die zich voordeed als deurwaarder. Kunt u mij vertellen wie deze bestuurder was?

Ela van Vrijberghe, Barcelona (Spanje).

De meester van Benjamin Creme verklaart dat de "Oosterse" bestuurder Maitreya was. De passagier was de meester Jezus.


Zware tijden

In februari 1996 had ik een ontmoeting met een zeer oude vrouw die met mij een buskaartje voor wat geld wilde ruilen. In Share Nederland nr. 9, 1996, bevestigde u dat deze "vrouw" Maitreya was. Op 19 december 1996 had ik opnieuw een ontmoeting met dezelfde "vrouw".

Ik ging even wandelen met Lucas, de zevenjarige zoon van mijn vriendin. We ontmoetten de oude vrouw bij de bushalte tegenover de Dom van Regensburg waar ze aan mensen die op de bus stonden te wachten, vroeg of zij een buskaartje voor wat geld konden ruilen. Ik vertelde Lucas dat zij geen gewone vrouw was en hij was onmiddellijk door haar geboeid. Ze kwam direct op ons af, terwijl ze haar kaartje naar ons uitstak. Ik vroeg hoeveel ze ervoor wilde hebben, ze stopte het kaartje in mijn hand en antwoordde dat ik dat zelf moest uitmaken. Ik gaf haar wat geld, ze bedankte mij en wilde meteen weer weglopen. Ik wenste uit de grond van mijn hart dat ze mij een boodschap of een advies zou geven. Op hetzelfde ogenblik draaide zij zich weer om, keek mij aan en zei dat ik mij warm moest kleden zodat ik niet ziek zou worden.

Daarna liep het oude dametje met de gebogen rug met grote snelheid weg. We volgden haar zo’n 100 meter, waar we bij een paar verkeerslichten getuige waren van een wonderlijk tafereel. De oude dame liep energiek van auto naar auto, opende het portier aan de passagierskant of klopte op het raam en vroeg of iemand haar een lift tot over de brug kon geven, een afstand van ongeveer 500 meter. Deze voorstelling duurde zo’n 20 minuten. Twintig tot dertig keer beproefde ze haar geluk. De hele tijd stonden we op het trottoir en kwam ze een paar keer naar ons toegelopen en praatte met ons. Uiteindelijk kreeg ze een lift en verdween uit het gezicht.

Ik kan niet beschrijven wat deze ontmoeting voor mij betekende, daar ik al die tijd wist dat "zij" Maitreya was. Een innig gekoesterde wens is in vervulling gegaan.

Josef Amling, Regensburg (Duitsland).

De meester van Benjamin Creme bevestigt dat de "oude dame" Maitreya was.