Aankondigingen en feiten - december 1998


Internationale financiële crisis: behoefte aan krachtig leiderschap

"Zoals al eerder aangekondigd (december 1988) komt er een internationale beurskrach, die zal beginnen in Japan. Maitreya herhaalt: de beurscrisis is onvermijdelijk." (Medewerker van Maitreya in Share Nederland, juni 1989)

"Het einde van de commercialisering is nu ophanden. In het algemeen zal er voor beurzen zoals ze nu draaien geen plaats zijn in de nieuwe samenleving." (Mei 1989)

De Amerikaanse president Clinton noemde de internationale economische crisis "de grootste financiële uitdaging voor de Verenigde Staten in 50 jaar". Walter Russell Mead, een vooraanstaand lid van de Raad voor Buitenlandse Betrekkingen, zei: "... De werkelijke strekking van Clintons uitdaging is deze: hij moet het Witte Huis gebruiken ... om niet alleen een sceptisch Amerikaans publiek ervan te overtuigen dat de internationale economische crisis een werkelijk gevaar is, ... hij moet ook de internationale publieke opinie mobiliseren om Europa en Japan achter een programma te scharen voor mondiale economische verandering. Wanneer een planeet boordevol kernwapens met rasse schreden een economische afgrond nadert, dan hebben de VS en de wereld een grotere behoefte aan krachtig leiderschap dan op enig ander moment sinds Roosevelt de gecombineerde dreiging van Nazi-Duitsland en het imperialistische Japan het hoofd bood." (Bron: Los Angeles Times, VS)

Japan — De openlijke onenigheid tussen Japanse ambtenaren over de toestand van hun bankstelsel op de jaarvergaderingen van de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds in Washington onderstreepte nog eens de enorme verwarring over Japans financiële crisis.

De president van de Japanse centrale bank, Masaru Hayami, zei dat de kapitaalreserves waarop de 19 grootste banken steunen in de afgelopen maanden tot een gevaarlijk laag niveau zijn afgenomen. Hij beschreef hoe banken gedwongen waren hun kapitaal te gebruiken om torenhoge oninbare leningen op onroerend goed af te schrijven. Later zeiden ambtenaren van het ministerie van Financiën, dat beschuldigd wordt van verregaand wanbeheer als toezichthouder op de banken, dat Hayami’s voorstelling van zaken zwaar overdreven was, omdat hij een beperkte definitie van het kapitaal van de banken gebruikte, waardoor hun situatie het meest penibel wordt voorgesteld.

Bijna twee weken later stemde het Japanse parlement definitief in met een controversieel plan om 980 miljard gulden aan belastinggeld te gebruiken om het wankelende bankstelsel te redden door te proberen de verlamde economie met hogere consumptieuitgaven weer op gang te brengen. Deskundigen zeggen dat, hoewel de kapitaalinjectie de kans op ineenstorting van het financiële stelsel vermindert, deze slechts op de korte termijn soelaas biedt en geen oplossing geeft voor de lange-termijn kwesties om het bankstelsel te moderniseren, zodat het zichzelf kan bedruipen.

Pogingen tot stabilisering
financiële markten

In een poging de "schommeling tussen bloei en verval te beperken, die de hoop verstikt en de welvaart verkruimelt", hebben de G7-landen (binnen IMF-verband) afgesproken om miljarden dollars ter beschikking te stellen aan een aantal landen om aanvallen op hun valuta of markten, die door economische problemen elders worden veroorzaakt, te pareren. Het plan staat voor een nieuwe strategie van het IMF, dat gewoonlijk alleen maar geld aanbood nadat een land in zwaar economisch vaarwater was beland. Volgens het nieuwe plan kan het IMF sneller interveniëren om landen te helpen voordat hun economieën ernstig ontwricht raken. Het plan is opgesteld ter ontmoediging van speculanten om een munteenheid of andere kapitaalmiddelen te verkopen in de hoop op een waardedaling. (Bron: New York Times, VS)

Oproep tot regulering
kapitaalstromen

Volgens de Montevideo-kring, een discussieforum van Latijns-Amerikaanse leiders over ontwikkeling en democratie, traden het IMF, de Wereldbank en de InterAmerikaanse Ontwikkelingsbank ondoeltreffend op bij het voorkomen van de Aziatische financiële crisis. De president van Uruguay, Julio Maria Sanguinetti, drong ook aan op een nieuw mechanisme om kapitaalstromen te beheersen: "De snelheid van de kapitaalstromen, en vooral de kolossale bedragen, heeft een internationale economie voortgebracht die niet overeenkomt met de werkelijke wereld. De ongereguleerde financiële markten hebben onbeheersbare gevolgen die deskundigen niet hebben kunnen voorspellen. En nu zeggen ze dat ze er geen raad mee weten." (Bron: El País, Spanje)

Brazilië — De Braziliaanse regering gaat gedurende drie jaar voor 150 miljard gulden bezuinigen en de belastingen verhogen, in een poging de weg vrij te maken voor een reddingsprogramma onder leiding van het Internationale Monetaire Fonds.

Brazilië, de negende economie in de wereld (groter dan de gezamenlijke economieën van Zuid-Korea, Maleisië en Thailand) staat sinds de ineenstorting van het Russische geldwezen in de afgelopen maanden in het middelpunt van de mondiale belangstelling. In korte tijd zijn de rentetarieven voor de Braziliaanse schuld verdubbeld, er is 57 miljard gulden naar het buitenland weggelekt en de binnenlandse schuld is toegenomen tot 570 miljard gulden.

Er is een groeiende angst dat het nationale financiële systeem in elkaar zal klappen. Dit zal waarschijnlijk wanbetaling en devaluaties in heel Latijns-Amerika veroorzaken, wat een bedreiging vormt voor sterkere economieën en een verhoogd risico oplevert voor de Amerikaanse economie. Economen zeggen dat Brazilië’s bezuinigingsplan een crisis tijdelijk zal afwenden, maar het verontrustende financiële beleid ongemoeid laat. Ze verwachten dat de armen zwaar zullen worden getroffen door de eisen van het IMF bij een steunoperatie en dat de aspiraties van de middenklasse erdoor worden gefrustreerd.

De VS en het IMF zullen een lening verstrekken van naar verwachting meer dan 57 miljard gulden, maar volgens deskundigen is dat niet genoeg. Tijdens de jaarvergadering van de Wereldbank en het IMF in oktober zei Guillermo Ortiz, de president van Mexico’s centrale bank en ex-minister van Financiën, dat gezien de toenemende financiële druk op Latijns-Amerika en de kapitaalvlucht uit de opkomende markten, de ontwikkelingslanden volgend jaar misschien 380 miljard gulden aan leningen nodig hebben. (Bron: New York Times, VS)

Nieuwe hoop op vrede

 

"De Palestijnen zullen hun eigen land hebben." (Juni 1988)

Na negen dagen van uitputtende en gecompliceerde onderhandelingen werd een bescheiden, maar historisch akkoord bereikt bij de vredesbesprekingen voor het Midden-Oosten, toen een dramatische uiterste bemiddelingspoging van de door kanker getroffen Jordaanse koning Hoessein een einde maakte aan een 19 maanden durende patstelling. De overeenkomst is, zoals de Amerikaanse president Clinton zei, "een poging opnieuw vertrouwen op te bouwen en de hoop op vrede te herstellen".

Het akkoord voorziet onder meer in het schrappen van de oproep in het Palestijnse handvest tot vernietiging van de staat Israël; Israëlische terugtrekking uit nog eens 13 procent van de Westoever; overdracht aan Palestijns bestuur van ongeveer 14 procent van het gebied van de Westoever dat nu gezamenlijk bezit is van Israël en Palestina; bespreking van verdere troepenreducties door een gezamenlijke Israëlisch-Palestijnse commissie; vrijlating van 750 Palestijnse gevangenen; grotere inzet van de Palestijnen voor bestrijding van terrorisme en om wapens in beslag te nemen; opening van twee transport-corridors tussen de Westoever en de Gaza-strook; en toestemming voor de Palestijnen om een luchthaven te openen in de Gaza-strook. De kwesties waarover nog besluiten genomen moeten worden zijn de oprichting van een Palestijnse staat, de toekomst van Jerusalem, de overdracht van meer land en het lot van duizenden Palestijnse vluchtelingen.

Zowel Joodse als Arabische leiders reageerden voorzichtig optimistisch. Alle betrokkenen zijn zich er terdege van bewust dat extremisten aan beide kanten zullen proberen de overeenkomst te saboteren. Maar algemeen wordt erkend dat een pijnlijke en zeer moeilijke barriëre was geslecht door de Israëlische premier Netanyahu en de Palestijnse leider Arafat, die elkaars hand schudden en woorden van vrede spraken ondanks hun wederzijdse antipathie. Zoals Arafat zei: "We zullen het vredesproces nooit verlaten en we zullen nooit meer vervallen in geweld en confrontatie." (Bron: New York Times, New York Daily News, VS)