Tekenen van de tijd - maart 1999


Het wonder in de Bronx

In de Newyorkse wijk de Bronx vindt een buitengewone transformatie plaats onder bendegemeenschappen in de armste ghetto’s van de stad. Een sleutelfiguur in deze opmerkelijke verandering is de 42-jarige Hector Torres, die in New York opgroeide als kind van Portoricaanse ouders. In 1992 maakte hij iets mee dat zijn leven veranderde.

Ondanks een veilig nest sloot Torres zich aan bij een bende en werd op 15-jarige leeftijd voorzitter van een groep Latino’s die zich "De Vrijgezellen" noemde. Van verschillende scholen weggestuurd, lukte het hem toch zijn diploma te halen en later een studiebeurs te krijgen om naar de universiteit te gaan. Maar toen hij zijn hele beurs erdoor gejaagd had voor drugs, verliet hij de universiteit en stortte zich in een nieuwe activiteit als drugshandelaar. Al snel maakte Torres een fortuin dat hij even snel weer uitgaf, maar omdat hij geen verweer had tegen z’n verslaving aan drank en drugs gaf hij de drugshandel op, verliet het district en leerde hij voor elektrotechnicus. Op een middag in januari 1992 zat er voor Torres niets anders op dan naar de Bronx terug te keren. De dochter van zijn broer was gekidnapped en men hoopte dat haar ooms talent om conflicten op te lossen, kon helpen om het kind vrij te krijgen. Daarvoor kreeg hij echter de kans niet, want hij werd in borst en maag geschoten en naar het Lincoln-ziekenhuis gebracht, waar hij bij aankomst doodverklaard werd.

Drie dagen later kwam Torres bij en hij hoorde doktoren praten over hoe ze zijn leven gered hadden. Om 2 uur ’s nachts werd hij opnieuw wakker, terwijl een jonge co-assistent van Latijns-amerikaanse afkomst over zijn bed gebogen stond.

"Hij hield mijn schoenen omhoog, nog helemaal onder het bloed, en hij zei: ‘Dit bloed is allemaal uit jou gekomen. Je bloedde bijna leeg in de operatiezaal. Die artsen hebben jou niet gered, man. Niemand heeft je gered. Het was een wonder.’ Blijkbaar was deze co-assistent bij me gebleven en begon de machine te piepen. Opeens was er een hartslag en toen sneden ze me open en begonnen te vechten om me te redden. Ze stonden al klaar om de tijd van overlijden op de acte te zetten."

Een aantal maanden later keerde Torres terug naar het ziekenhuis om de co-assistent te bedanken, maar niemand wist over wie hij het had en de staf dacht dat hij gehallucineerd moest hebben. Torres verklaarde: "Ik weet niet of het door de morfine kwam of dat er iets spiritueels met me gebeurde die nacht, maar sinds die tijd ben ik veranderd. Als je geconfronteerd wordt met je eigen sterfelijkheid, begin je jezelf een heleboel af te vragen. Ik vroeg mezelf waarom het gebeurd was, wat hier voor mij de bedoeling van was. Ik begon serieus te bidden en kwam terecht tussen de ‘Latijnse Koningen’." Hij ontdekte ook dat de dag waarop hij stierf en op wonderbaarlijke wijze weer tot leven kwam 6 januari was — de dag van het Driekoningen-feest, voor de ‘Latijnse Koningen’ de belangrijkste dag van het jaar.

Nadat hij neergeschoten was, besefte hij dat hij niet voor niets wilde sterven. "Ik wilde iets voor mijn naasten doen", zei hij, "dus ging ik terug naar de Bronx, om te werken met kinderen in die buurt en zei tegen hen: ‘ik ben een voormalig bendelid, maar luister goed, wordt niet zoals ik’." Hij begon al snel andere ex-bendeleden in te schakelen om met jonge mensen overal in de stad te praten en besloot contact op te nemen met de leider van de beruchte bende van Latino’s, "De Latijnse Koningen". Torres geloofde dat als zij van richting konden veranderen, een begin maken met hun gemeenschap te verbeteren, dan zou iedereen het kunnen.

Torres benaderde de leider van de bende, King Tone, en vroeg om een "spiritueel gesprek". Ze spraken af bij een bank in het park en keken elkaar lange tijd in stilte aan. Toen vertelde King Tone aan Torres: "Ik heb een visioen gehad waarin me werd verteld dat er een man zou komen om me te helpen. Ben jij die man?" Torres antwoordde dat hij dat niet wist, maar "misschien kan ik je helpen die man te vinden." Een week later regelde Torres een radiointerview waarin King Tone een nieuwe visie schetste. Daarna ontving hij aanbiedingen voor gratis panden en ondersteuning van een sociale actiegroep, en de transformatie begon.

In 1995 woonde professor David Brotherton, een Engelse wetenschapper die in de VS woont en die deze beweging heeft bestudeerd, een bijeenkomst bij in een kerk in Harlem. Hij memoreerde: "De bijeenkomst duurde vijf uur en er waren zeker zo’n 700 ‘koningen’ en ‘koninginnen’. De meesten hebben waarschijnlijk nooit de middelbare school afgemaakt, maar ze luisterden geboeid naar elke toespraak. Het was me duidelijk dat dit geen bende meer was, maar een politieke beweging. Het was lichtjaren verwijderd van alles wat ik had gezien; het straalde zelfvertrouwen uit, kracht en betrokkenheid voor de bevrijding en emancipatie van de arme arbeidersklasse. Tot dat moment geloofde ik, net als ieder ander, dat Amerika eigenlijk gedepolitiseerd was. Opeens besefte ik dat ik het bij het verkeerde eind had." (Bron: The Guardian, GB)

 

(De meester van Benjamin Creme verklaart dat de ‘co-assistent’ de meester Jezus was, die ook King Tone het visioen had gegeven.)