Beenderkist van Jezus’ broer gevonden

In de buurt van Jeruzalem is een inscriptie in steen gevonden, geschreven in een taal en een schrift van 2000 jaar geleden, die luidt: “Jacobus, zoon van Jozef, broer van Jezus”. De steen is mogelijk het oudste artefact dat ooit ontdekt is in verband met de historische Jezus, aldus de Franse geleerde van zeer oude teksten André Lemaire, die in het tijdschrift Biblical Archeological Review een analyse schreef over de inscriptie.

De woorden, geschreven in het Aramees, waren gegraveerd op een 60 cm lange kalkstenen beenderkist of ossuarium, zoals die alleen in de eerste eeuwen voor en na Christus door de joden werd gebruikt. Meer bijzonder is, zei Lemaire, dat de stijl van het schrift en de vormen van bepaalde woorden de ouderdom van de inscripties plaatsen in de laatste decennia voor de vernietiging van Jeruzalem in 70 na Chr. Een onderzoek van de stenen kist door de Geologische Inspectie van Israël vond geen sporen van moderne pigmenten, krassen door moderne beitels of andere tekenen van geknoei.

Sommige bijbelgeleerden verklaarden dat Jacobus (of Ya’akov), Joseph (Yosef) en Jesus (Yeshua) veel voorkomende namen waren voor die tijd en plaats, maar het zou hoogst uitzonderlijk zijn geweest dat de namen verschijnen in combinatie en volgorde van verwantschap, zoals gevonden werd in de inscriptie. Bovendien zou een broer van de overledene zelden aan de inscriptie zijn toegevoegd, tenzij de broer belangrijk was.

Als de inscriptie authentiek is en inderdaad verwijst naar Jezus van Nazareth, zou dit de oudst bekende documentatie over Jezus zijn buiten de bijbel. Maar sommige geleerden zeggen dat het onmogelijk zou zijn een definitief verband te leggen tussen de inscriptie en de belangrijkste personages uit de oorsprong van het christendom.

Naar verluidt werd Jacob in 62 na Chr. gedood door steniging en werd zijn gebeente een jaar later in een ossuarium begraven. (Bron: The New York Times, VS; de Telegraaf)

(De Meester van Benjamin Creme verklaart dat deze vondst authentiek is. Maitreya heeft er Zelf voor gezorgd dat de vondst gedaan werd. Zie ook de Vragen en antwoorden in dit nummer.)