INTERVIEW MET FEDERICO MAYOR ZARAGOZA (DEEL 1)
De Verenigde Naties van binnenuit gezien
door Carmen Font
Professor Federico Mayor Zaragoza (geboren in Barcelona in 1934) staat in
Spanje en daarbuiten bekend vanwege zijn onvermoeibare werk voor vrede en ontwikkeling. Eind
jaren ’70 en begin jaren ’80 bekleedde professor Mayor, biochemicus van beroep, verscheidene
ministersposten in de Spaanse overgangsregeringen en later was hij lid van het Europese
Parlement. Hij verwierf grote internationale erkenning tijdens zijn mandaat als
directeur-generaal van de UNESCO van 1987-1990, een periode waarin hij de missie van de
organisatie nieuwe stuwkracht gaf en werkte aan het opzetten van het programma “Cultuur van
Vrede”. In september 1999 stemde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in met de door
hem opgestelde ‘Verklaring en Actieprogramma voor een Cultuur van Vrede’, die zijn hoogste
aspiraties omvatten, zowel wat betreft denkbeelden als in praktijk. Nadat hij had besloten zich
niet beschikbaar te stellen voor een derde termijn bij de UNESCO zette hij na zijn terugkeer in
Spanje de stichting voor cultuur en vrede op, Fundación Cultura de Paz, waarvan hij de
voorzitter is.
Carmen Font interviewde professor Federico Mayor voor Share International in
het hoofdkantoor van zijn stichting in Madrid, waar hij licht wierp op de oorzaken van het
zwakker worden van internationale instellingen.
Share International: U hebt zich duidelijk opgesteld tegen oorlog in Irak en
in feite tegen elk gewapend conflict. Een van de voornaamste argumenten van de regering-Bush was
dat de diplomatieke middelen ten aanzien van Saddam Hoessein waren uitgeput en dat oorlog nodig
was om vrede en vrijheid te brengen. Hoe kan men dan nog leiders ervan overtuigen dat het
mogelijk is om met praten tot vrede te komen, hoe groot hun verschillen ook zijn?
Federico Mayor Zaragoza: Ik zou de Amerikanen willen zeggen dat we in 1945
achter hun Pax Americana stonden en dat we die in 2003 verafschuwen. Het waren de Amerikanen die
na de Tweede Wereldoorlog zeiden: “We moeten zoeken naar richtlijnen op wereldniveau, een
democratisch referentiekader voor mondiale coëxistentie.”
In San Francisco werd de Verenigde Naties opgericht; het Bretton Woods-stelsel
maakte plaats voor de Wereldbank, die aanvankelijk Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling heette,
ofschoon bijna iedereen dat vergeten is. De VN bestaat juist omdat “wij, de volkeren, hebben
besloten om onze kinderen te beschermen tegen de verschrikkingen van oorlog”. Dat moeten we
toejuichen, want de Amerikanen zeiden niet: “We hebben de oorlog gewonnen” — ze keken verder.
Hoe kan het dan dat naarmate de jaren verstrijken Amerika de VN
marginaliseert, haar voor eigen doeleinden gebruikt? Amerika kan de VN niet gebruiken alsof het
een humanitair agentschap is. De VS zeggen dat de VN kan deelnemen aan de wederopbouw van Irak
nadat de regering-Bush grote contracten heeft gesloten met reconstructiebedrijven. De VN moet
Amerika duidelijk van repliek dienen: “Nee, we zijn geen reconstructie- of humanitair
agentschap. Wij bestaan om de richtlijnen te verschaffen en op te treden en veroordelen het feit
dat jullie niet de weg van de VN hebben gevolgd.”
SI: Wat is er dan nodig zodat alle landen de VN zullen respecteren?
FMZ: In mijn ogen hebben we morele waarden nodig die door iedereen
geaccepteerd en toegepast worden en die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens. Laten we niet vergeten dat het een Amerikaanse was, Eleanor Roosevelt, die
zich duidelijk uitsprak voor deze waarden. Ze bestaan voor iedereen.
Ik protesteerde bijvoorbeeld tegen de interventie in Kosovo. Die was een
schending van een beginsel en wanneer een beginsel wordt geschonden, gaan veel dingen kapot,
gaan levens verloren, doemt verwarring op en raken veel mensen juist de lichtjes kwijt die nodig
zijn in de donkerste uren. In maart 1999 zei ik: “Als directeur-generaal van de UNESCO
veroordeel ik deze invasie.” Ofschoon de motieven juist waren, hadden we de geëigende wegen
moeten volgen; als de VS, de NAVO en andere Europese machten zich daar niet aan houden, waarom
zou Rusland dat in Tsjetsjenië of China in Taiwan dat wel doen?
SI: Wat is de voornaamste taak van de Fundación Cultura de Paz?
FMZ: Die bestaat eruit een verklaring te geven en een actieprogramma uit te
voeren, die in september 1999 unaniem werden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de VN.
Bij de UNESCO realiseerde ik mij dat we te maken hebben met het feit dat enkelen hun wensen
opleggen aan de meerderheid. Het is het recht van de sterkste. Ik vond dat ik moest zeggen:
“Genoeg is genoeg”, want de kosten in mensenlevens en lijden zijn zo hoog dat we er met z’n
allen aan moeten werken om voor eens en altijd een einde te maken aan geweld en overmacht. We
moeten verkondigen dat ieder mens gelijk is in waardigheid, in vrijheid — en, zoals het eerste
artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt, dat we we moeten leven
“in een geest van broederschap”. En dat is het. Alles is zo eenvoudig en tegelijk zo
ingewikkeld.
Ik kan niet langer aanvaarden dat sommige leiders, in naam van het volk en de
democratie, geweld blijven gebruiken terwijl we aan het begin van deze nieuwe eeuw en dit nieuwe
millennium eigenlijk over problemen moeten praten teneinde concrete oplossingen te vinden.
SI: Die geest kwam tot uiting in de recente anti-oorlogsdemonstraties overal
ter wereld.
FMZ: Precies. Ik geloof dat 15 februari 2003 een moment van geweldige hoop was
en in mijn ogen kon het weleens een grote historische waterscheiding blijken. Het is tijd om
hardop te zeggen dat we mensen centraal moeten stellen. Als je naar het verleden kijkt, zag je
de mensen nooit. Op de portretten van vroeger zag je alleen machtige individuen als politieke of
kerkelijke leiders. Gewone mensen ontbraken, het is nu tijd om naar hun stem te luisteren. Dat
is de cultuur van vrede.
SI: Ziet u de oorlog in Irak als het falen van de internationale instellingen,
met name de VN? Veel experts en gewone burgers zeggen dat de VN werd verzwakt door de
Amerikaanse beslissing om geen tweede VN-resolutie af te wachten die een aanval op Irak zou
goedkeuren.
FMZ: Internationale instellingen, vooral de VN, waren al heel erg verzwakt. Ze
waren al zwak voor de oorlog en ze zijn nu breekbaar. Op internationale schaal zien we volkomen
straffeloosheid: belastingparadijzen, allerlei vormen van illegale handel, elke denkbare schande
— inclusief de oorlog tegen Irak, die een onnodige en onrechtmatige oorlog was die, opnieuw, het
beginsel van institutionele orde op internationaal niveau schond.
In mijn ogen hebben de VS nu een enorme verantwoordelijkheid, omdat zij willen
dat anderen zich aan bepaalde VN-normen houden die zij zelf niet respecteren. Zij vragen Irak
zich eraan te houden, terwijl ze weten dat Israël dezelfde normen elke dag schendt.
De VS hebben een Pax Americana aan de wereld opgelegd, maar ze weten niet hoe
ze de overwinning moeten beheren. De dag nadat het Amerikaanse leger Bagdad innam begonnen
mensen te plunderen en heerste alom chaos. Waarom? Omdat de VS niet in staat zijn de naoorlogse
situatie in de hand te houden. Oorlogen maken dingen gewoonlijk erger dan ze daarvoor waren.
SI: En wat zou de oplossing kunnen zijn in het specifieke geval van Irak?
FMZ: Als de internationale gemeenschap meent dat iemand als Saddam Hoessein
uit de macht moet worden ontzet, want hij was duidelijk een tiran, moet er allereerst een
Waarheidscommissie worden ingesteld. Daarna zou men, volgens het VN-systeem, een proces kunnen
beginnen. Waarom zijn de VS tegen het Internationale Gerechtshof? Omdat de VS geen weg willen
volgen waarmee conflicten op algemeen aanvaarde wijze kunnen worden opgelost.
In het verleden verkozen de VS geweld te gebruiken; in Chili in de jaren ’70,
bijvoorbeeld, vonden de VS president Allende geen goede leider, ofschoon Allende op
democratische wijze was gekozen. De VS verwijderden Allende en brachten Pinochet aan de macht.
Hetzelfde deden ze in Nicaragua met Somoza en in Argentinië met Videla en Massera. In dezelfde
lijn ligt de weigering van de VS om het Protocol van Kyoto te tekenen om ‘binnenlandse redenen’,
terwijl de gezondheid van de planeet gevaar loopt.
De VS zouden als eerste een mondiale democratie moeten aanvaarden. Als het
waar is wat de Amerikaanse leiders beweren, dat ze de grootste verdedigers zijn van de
mensenrechten, behandel dan alle mensen als gelijke. Ik zie niet dat de VS en Groot-Brittannië
de Afghaanse of Irakese doden gelijk behandelen als die van de ‘coalitie’-troepen. De
Palestijnse doden zijn kennelijk minder belangrijk dan de Israëlische doden. Ik ben hier heel
serieus in en zal leiders die voor geweld kiezen, openlijk blijven hekelen.
SI: Er heerst een gevoel dat de VN krachtig had moeten optreden tegen oorlog,
dat ze een wat passief instituut is en dat ze zich moet verzetten tegen landen of leiders die
haar willen manipuleren.
FMZ: De VN is geen instituut op zich, maar een verzameling van landen. We
hoopten allemaal dat toen de Berlijnse Muur bezweek, dankzij de grote staatsman Mikhail
Gorbatsjov, de wereld het beloofde ‘vredesdividend’ zou ontvangen. We dachten: “Eindelijk kunnen
we beschikken over de twee miljard dollar die sommige landen per dag besteden aan bewapening;
laten we vieren dat de VN iets van dat geld zal krijgen, misschien 10, 20 of 30 procent.” Maar
we kregen geen vredesdividend en geen reorganisatie van de VN. De zinsnede “wij, het volk” werd
niet gehoord. Amerika gebruikte de tijd om de G-7 en G-8 op te bouwen en begon de VN beetje bij
beetje het zwijgen op te leggen. Dat is wat er nu gebeurt: de stem van de VN is tot zwijgen
gebracht.
Onlangs hebben enkele landen hun stem verheven; ik ben trots op de manier
waarop Mexico en Chili, wetend wat de risico’s waren, de VS hebben gezegd dat zij geen redenen
zagen voor een oorlog in Irak. Bravo Frankrijk en andere landen die duidelijk zeiden: “We zien
niet dat wat de VS ons vertellen realiteit is.”
Toen ik de Spaanse premier José Maria Aznar in het parlement hoorde zeggen:
“Deze personen zijn opgepakt voor het bezit van giftige stoffen,” vroeg ik me af of hij wellicht
meer wist dan ik. Ik was benieuwd naar de uitslag van het laboratorium — niet omdat die giftige
stoffen een oorlog zouden rechtvaardigen; ontwapeningsprocedures en inspecties zijn er juist om
gevaarlijke arsenalen te ontmantelen. Maar ik vroeg me af of Saddam Hoessein, los van dat hij
een dictator is, de mondiale stabiliteit werkelijk op die manier in gevaar zou brengen. Maar
toen de laboratoria verklaarden dat de vermeende giftige stoffen onschadelijke wasmiddelen
waren, toen de Britse inlichtingendienst aantoonde dat die mensen geen banden hadden met Saddam
Hoessein of al-Qa’ida, toen de veronderstelde massavernietigingswapens niet werden aangetroffen
door iemand met de competentie en integriteit van Hans Blix, toen hadden de landen tegen de VS
moeten zeggen: “Doe niet alsof jullie de internationale rechtsorde verdedigen.” De VN
secretaris-generaal Kofi Annan heeft duidelijk gezegd dat een oorlog in Irak onrechtmatig is,
dat die wordt gevoerd ondanks tegenstand van de VN en ingaat tegen de meerderheid van de VN
Veiligheidsraad.
SI: Denkt u dat het vetorecht dat het hart vormt van de Veiligheidsraad, de
essentie van het probleem vormt?
FMZ: Nee, ik geloof niet dat dat het grootste probleem is. Het vetorecht moet
bijgesteld worden, net als vele andere aspecten van de VN — ofschoon niemand precies weet hoe.
In de afgelopen 30 jaar of meer zijn er honderden studies en voorstellen geweest voor
oplossingen om het vetorecht te vervangen en ervoor te zorgen dat machtige landen geen
onevenredige invloed op de organisatie hebben. Eén voorstel was bijvoorbeeld om alleen in
uitzonderlijke gevallen vetorecht toe te kennen; een ander ging uit van reorganisatie van de
Veiligheidsraad. Is het bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat beslissingen worden genomen zonder
rekening te houden met dichtbevolkte landen als India, Brazilië of Nigeria die niet in de
Veiligheidsraad vertegenwoordigd zijn?
Al deze kwesties zijn het onderwerp geweest van bestudering, maar sinds eind
jaren ’70 is de opstelling van de Verenigde Staten geweest: “Wij doen het liever zonder de VN,
wij houden meer van de Pax Americana.” Dat is het begin van de heersende hegemonie die
culmineerde in de gapende wond van 11 september.
SI: Heeft de VN volgens u het vermogen om juiste prioriteiten te stellen in de
wereld?
FMZ: De VN, nee — maar naties, verenigd, ja. De instantie die we nu kennen
niet, maar een versterkte Verenigde Naties, ja.
Wij, de grote meerderheid van de mensen die stomverbaasd staan over de manier
waarop dingen geheel tegen de democratie in geregeld werden, zeggen dat er economische en
sociale alternatieven zijn, dat er ecologische, culturele en morele alternatieven zijn. Het is
onaanvaardbaar dat een politicus zijn of haar verantwoordelijkheden aan de markt overdraagt —
dat is rampzalig. De markt beslist natuurlijk ten gunste van winst en ten koste van het volk.
Met andere woorden, de prioriteiten zijn veranderd en we moeten de dingen weer hun rechtmatige
plek geven. De Verenigde Naties kunnen en moeten helpen de prioriteiten te stellen, maar
momenteel doet ze niet alles wat ze zou willen doen.
SI: Heeft u hoop voor de toekomst?
FMZ: Het is heel droevig om dit te zeggen, maar we beginnen het derde
millennium met een van de ergste crises in decennia. Dezelfde mensen die de internationale
democratie creëerden willen nu een internationale hegemonie vestigen. Maar gelukkig zijn er de
media, er zijn camera’s die filmen wat er gebeurt en derhalve kunnen leiders niet puur arbitrair
optreden of bepaalde praktijken uitoefenen, want in een oorlog kan van alles gebeuren. Dus
tegelijkertijd heb ik hoop voor de toekomst want leiders, die alleen denken in termen van
geweld, gaan zich enigszins zorgen maken. Ze weten dat ze hoogstwaarschijnlijk zullen moeten
luisteren naar mensen die demonstreren. Tot zeer recent hoorden ze hen niet eens, maar nu moeten
zij naar hen luisteren. Sterker nog, mensen die demonstreren kunnen ook voorstellen indienen,
wat echt een verschil maakt. Sinds het Sociale Wereldforum in Porto Alegre (Brazilië) zijn er al
concrete voorstellen ingediend voor een koerswijziging die de Verenigde Naties serieus en in
alle ernst bekijkt. (wordt vervolgd) |