Vragen en antwoorden -- april 2004


(lees ook het artikel van de meester)
Lees ook de antwoorden van vorige maanden

V. 1) Heeft de Amerikaanse regering de Britse regering werkelijk gevraagd om inlichtingen te verzamelen door andere vertegenwoordigers bij de Verenigde Naties en zelfs de secretaris-generaal in de aanloop naar de oorlog met Irak af te luisteren? 2) Hebben de Britse inlichtingendiensten dat echt gedaan? 3) Waarom zouden de Amerikanen de Britten vragen dit te doen? Dat zouden ze zelf toch ook kunnen doen?

A. 1) Ja. 2) Ja. 3) Ik twijfel er niet aan dat ze het zouden kunnen, en waarschijnlijk deden ze het zelf ook. Maar om de Britten erbij te betrekken, die wellicht dichterbij de VN stonden dan de Amerikanen zich voelden, maakte het mogelijk om de schuld duidelijk bij de Britten te leggen als het zou worden ontdekt (wat ook gebeurde).

V. Op 20 maart 2004, de dag dat een jaar geleden de oorlog in Irak begon, zijn er over de hele wereld weer vredesmarsen en demonstraties, met als motto: “Een jaar van leugens: 20.3.03 – 20.03.04”. Heeft het volgens u nog nut om dit te doen, nu de oorlog voorbij is?

A. Ja, zeer zeker. Hoe meer de volkeren van de wereld hun regeringen laten zien dat ze geen illegale oorlog kunnen voeren uit naam van hun afkerige bevolking, hoe eerder we het einde zullen zien van deze schandelijke periode. Regeringen moeten begrijpen dat het hun taak is om de noden van hun volk te dienen, niet om oorlog te voeren tegen andere regeringen.

V. Het lijkt erop dat de Amerikaanse regering heimelijk probeert de democratisch gekozen presidenten van Venezuela, Cuba en Haïti te verdrijven en de internationale vrije pers lijkt te negeren wat er gebeurt. Daarnaast lijkt het dat een Amerikaanse groep, genaamd National Endowment for Democracy, en rechtse oliebaronnen in Venezuela ngo’s in dat land steunen om te proberen president Chavez af te zetten. In Haïti kiest Associated Press de kant van de oppositie tegen de president, terwijl een miljoen mensen de straat op ging om Aristide te steunen, maar daarover verschenen geen berichten in de pers. 1) Worden deze pogingen geregisseerd door de CIA en/of Amerikaanse particuliere zakelijke belangen? 2) Was de Amerikaanse regering direct of indirect betrokken bij de coup in Haïti? 3) Proberen zij ook om Chavez in Venezuela te af te zetten?

A. 1) Zowel de CIA als Amerikaanse zakelijke belangen. 2) Ja, direct. De CIA hielp Aristide aan de macht. Ze hebben hem ook ondermijnd en uiteindelijk verwijderd toen hij zijn eigen gang ging. 3) Ja.

V. Er zijn verhalen verschenen van Britse soldaten die tijdens de oorlog in Irak bedroevend slecht voorzien werden van kleding en uitrusting. Sommigen werden de oorlog ingestuurd met een rantsoen van slechts vijf kogels, omdat er niet meer waren, en met mobiele telefoons die in de omstandigheden onbruikbaar waren, in plaats van betrouwbare walkie-talkies. Kan het dat deze berichten waar zijn?

A. Verbazingwekkend als het is, ja. De Britse soldaten kregen van Amerikaanse soldaten zelfs de bijnaam ‘de leners’. Het gebrek aan uitrusting, zelfs pantserjassen, was zo ernstig dat veel soldaten heel fatalistisch waren over hun overlevingskansen.

V. Ik begrijp dat de Hiërarchie nu Haar gewicht zal werpen (binnen de wet van karma, natuurlijk) achter de Democratische kandidaat die wordt gekozen om het tegen George W. Bush op te nemen bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. 1) Mag ik vragen wat uw Meester vindt van Ralph Nader? Hij heeft vele jaren samengewerkt met de Afgevaardigde van de staat Ohio (en kandidaat voor de Democratische nominatie) Dennis Kucinich en doet nu zelf een gooi naar het presidentschap als onafhankelijke kandidaat. 2) Kan de kandidatuur van Ralph Nader de verkiezing van een Democraat beïnvloeden door stemmen weg te trekken van de Democratische kandidaat, wie dat dan ook wordt?

A. 1) Bij de vorige verkiezingen was het verschil tussen de kandidaten slechts circa 500 stemmen, los van de corrupte telling (en niet-telling) van stemmen in Florida waardoor Bush het presidentschap won met alle trauma voor de wereld van dien. De inmenging van Nader – die totaal geen kans maakt op de overwinning – onthield Gore de zekerheid van winst. 2) Ja, vanzelfsprekend.

V. Ik ben blij dat ik uw website heb gevonden en heb gelezen over Maitreya en zijn leringen. Hierdoor zijn mijn ogen geopend en heb ik veel antwoorden gevonden op mijn vragen. Maar er is iets wat ik niet begrijp. Sinds ik over Maitreya heb gelezen ben ik overgevoelig geworden. Telkens als ik iets verdrietigs of ergs op televisie zie, of als ik maar een oud vrouwtje op straat zie of iets moois, moet ik huilen. Als iemand mij over zijn zorgen of verdriet vertelt kan ik dat emotioneel voelen of zelfs lichamelijk, alsof ik zelf die persoon ben. Ik wil graag weten of ik hier iets aan kan doen, want ik kan het niet beheersen en ik begin me belachelijk te voelen in het gezelschap van vrienden en mensen in het algemeen. Sinds ik van Maitreya weet, heb ik een innerlijk conflict. Ik weet niet hoe ik Maitreya’s leringen in mijn materiële bestaan en in deze materiële maatschappij kan inpassen. Er gaat geen dag voorbij of ik moet denken aan de problemen in de wereld. Ik voel me er apathisch onder, schuldig en nutteloos. Ik weet dat u geen psycholoog bent, maar als u me wat advies kunt geven zou me dat zeker helpen.

A. Deze reactie is een prachtig voorbeeld van hoe een gevoelige reactie op de denkbeelden, de gedachten en innerlijke betekenis van Maitreya’s woorden, het hart opent. Dat is wat er in dit geval gebeurt is. De schrijver reageert (correct) met wat Maitreya noemt “eerlijkheid in denken en oprechtheid van geest” die in ons allen inherent aanwezig zijn, maar die zich helaas zelden zo duidelijk openbaren. Het is een uitdrukking van de onderliggende eenheid en samenhang van de mensheid. Maitreya raadt echter ook de ontwikkeling van onthechting aan, wat boeddhisten meen ik kalmte noemen, waar het de vraagsteller tot zijn nadeel aan ontbreekt. Hij/zij kan leren alle pijn en lijden in de wereld levendig te ervaren, maar wanneer het besluit wordt genomen om er iets mee te doen, om zich in te zetten voor de verlichting ervan, kan de eerste stap worden gezet naar onthechting. Naarmate artsen en verpleegkundigen leren om te gaan met de meest hartverscheurende ervaringen zonder er emotioneel door geraakt te worden, stelt hun onthechting hen in staat om hun noodzakelijke werk te doen. Daarom schaalt Maitreya onthechting zo hoog in bij de hoedanigheden die moeten worden verworven. Maitreya Zelf is alomtegenwoordig, ervaart onafgebroken de pijn en het lijden, de verschrikkelijke voortdurende kwelling van miljoenen mensen over de hele wereld, maar is toch onthecht en vervuld van vreugde; anders zou Hij hen niet kunnen helpen of Zijn missie niet kunnen uitvoeren. Jezelf dienstbaar maken is de ideale manier om onthechting te verwerven. De schrijver kan overwegen zich aan te sluiten bij een transmissie-meditatiegroep als een eerste stap in die richting. Als ik zo vrij mag zijn, ik vind deze brief een prachtige en bij uitstek correcte reactie op de gedachten en ideeën van Maitreya, de Heer der Liefde.

Benjamin Creme over 30 jaar voorbereiding voor Maitreya

V. Ik begrijp dat uw Meester in 1974 voorstelde om enkele mensen uit te nodigen om deel te nemen aan de eerste transmissie-meditatie ooit. Dat is nu 30 jaar geleden. De eerste groep van circa 12 mensen is uitgegroeid tot verscheidene honderden groepen in vele landen wereldwijd. Is dit soort groepswerk een nieuwe onderneming voor de Hiërarchie, was het experimenteel van aard, markeerde het een nieuwe fase in het Hiërarchische werk? Zo ja, kunt u hier iets meer over zeggen?

Benjamin Creme: De Meester gaf me een lijst met 14 namen van mensen om uit te nodigen voor een lezing over meditatie en aanverwante zaken, van wie er na de eerste bijeenkomst twee afvielen. Ik introduceerde transmissie-meditatie, maar sprak vooral over de Wederverschijning van de Christus en gaf kort aan waarom de Hiërarchie dit soort werk doet en wat Zij voorstelden om te doen. Ik nodigde de mensen uit om deel te nemen aan de eerste transmissie-meditatie in groepsverband. Ik ontving dezelfde soort transmissies zelf, in mijn eentje, al vele jaren; wekelijks waren hier heel veel uren mee gemoeid. Dit was de eerste keer dat het een groep betrof — het is immers in wezen een groepsmeditatie. Eerder had ik al op aanwijzingen van de Meester een tetraëder gebouwd. Een vriend had voor het glas en de basis gezorgd en ik had zelf het inwendige instrumentarium gebouwd. Ik bouwde ook een geestelijke-energieaccumulator op aanwijzingen van de Meester. Dat was nogal een klus en het duurde weken voordat ik het materiaal ervoor had gevonden.

Toen stelde de Meester voor dat we een transmissie zouden doen. Het was heel kort, misschien een half uur. Daarna suggereerde Hij dat we een kopje thee zouden drinken. Intussen sloot ik de accu aan op de tetraëder, zodat deze de plaats van de groep innam, en de transmissie ging door maar nu met de energie waarmee de accu door de groep was opgeladen. De accu was op zo’n manier gemaakt dat hij geestelijke energie kan opslaan en die vervolgens kan doorsturen via het tetraëder-instrument in plaats van door een groep. Het kostte me weken om die accu te maken, maar we hebben hem alleen die ene keer gebruikt. Het diende alleen om te laten zien dat het kon. We hebben nooit meer een reden of gelegenheid gehad om hem opnieuw te gebruiken, want sindsdien is de energie altijd door de groep heen gestuurd. Ik heb de accu nog steeds, maar hij wordt niet meer gebruikt. Groepswerk was geen nieuwe onderneming, maar deze specifieke vorm van groepswerk was geheel nieuw. Het was een verdere uitwerking van het Driehoekenwerk dat eind jaren ’30 door de Meester Djwhal Khul via Alice A. Bailey was geïntroduceerd, waarbij drie mensen een driehoek vormen. Zij kunnen zich op verschillende plekken overal ter wereld bevinden, maar ze kennen elkaar en zijn overeengekomen om zich op een tijdstip dat hun individueel goed uitkomt mentaal met de anderen te verbinden en een driehoek van licht te visualiseren boven hun hoofden en hun driehoek te zien als deel van een enorm netwerk van zulke driehoeken dat de hele wereld omvat.

Op deze manier wordt de energie die door het gebruik van de Grote Aanroep wordt aangeroepen, versterkt. Er kan meer energie veilig door drie mensen in een driehoek heen worden gestuurd dan door dezelfde drie mensen die geen driehoek vormen. Dat is eigenlijk ook het principe van transmissie-meditatie. Dit werk is een nieuwe onderneming voor de Hiërarchie. Het is alleen mogelijk omdat het een veel grotere mentale eenlijnigheid vergt. Dat wil niet zeggen dat alle mensen die transmissie-meditatie doen mentaal gepolariseerd zijn, maar het zijn mensen die het punt halverwege de eerste en tweede inwijding naderen, wat het punt is waarop je overgaat van astrale op mentale polarisatie, zo rond de 1,5-1,6. Ze verwerven dus een mate van mentale gerichtheid die tot dan toe ontbrak. Gedurende vele eeuwen werd de energie van de Hiërarchie vrijgegeven via allerlei soorten religieuze groepen over de hele wereld, en de meeste mensen in religieuze groepen zijn, net als de meeste mensen in de wereld, astraal gepolariseerd.

De zetel van het bewustzijn is het astrale gebied, dus dat beperkt de hoeveelheid en het soort energie dat zonder vervorming in de wereld kan worden vrijgegeven. De astrale gebieden, de gebieden van illusie, kleuren de gedachten en gevoelens van de mensen en vervormen op die manier de geestelijke energie. Naarmate mensen vorderen – steeds meer mensen naderen de eerste inwijding, of hebben de eerste al genomen en gaan richting de tweede inwijding – kan een hogere vorm van werk, wat transmissie-meditatie is, gedaan worden. Er zijn nu groepen over de hele wereld die de tijd en bovenal het verlangen hebben om te dienen. Het verlangen om te dienen is het resultaat van contact met de ziel. Mensen die de eerste inwijding naderen, hebben een mate van zielecontact, wat betrekkelijk nieuw is voor het mensenras. Momenteel staan circa drie tot vier miljoen mensen op de drempel van de eerste inwijding. Dat is van enorm groot belang voor de wereld. Dit zal zorgen voor een geweldige verhoging van de geestelijke trilling in de mensheid, zodat een snelle evolutie kan plaatsvinden. Het is ook zo dat veel meer vergevorderde zielen in incarnatie komen, wat al 20-30 jaar aan de gang is, en die nu dus een punt bereiken waarop zij meer gereed zijn voor dit soort werk.

De groepen werden gevormd voor dit doel, maar ze vormen ook de basis voor de groepen die betrokken zijn bij de Wederverschijning van de Christus en de Veruiterlijking van de Hiërarchie. Groepen op elk terrein van het leven zijn betrokken bij het Wederverschijningswerk, bewust of niet, met name de politieke en economische groepen, voor wie hierin een enorme taak is weggelegd. De eerste benadering van het publiek is echter sinds 1974 gedaan door de groepen waar ik mee samenwerk. Zij zijn in het bijzonder belast met het bekendmaken van de veruiterlijking van de Hiërarchie en de feitelijke, fysieke aanwezigheid van de Wereldleraar, de Heer Maitreya, en de 14 Meesters Die fysiek aanwezig zijn in de wereld. Het was een nieuwe onderneming voor de Hiërarchie omdat nooit eerder een groep op deze manier had gewerkt, omdat transmissie-meditatie nog niet bestond en er niet voldoende mensen gereed waren om transmissie-meditatie te doen. Transmissie-meditatie vereist een mate van zielecontact die niet alledaags is. Het is een duidelijke minderheid van mensen die voldoende zieledoordrenkt zijn om het verlangen te hebben tot dienstbaarheid van een soort die abstract lijkt, maar die absoluut zinvol en exact is – de transmissie van energieën die de wereld transformeren. Het is onze respons op de energieën waardoor de wereld getransformeerd wordt. Dat gebeurt niet alleen maar omdat wij bepaalde beslissingen nemen. Onze beslissingen zijn het gevolg van onze reactie, vanuit onze idealen, op de energieën. Die energieën belichamen zekere grote ideeën; die ideeën worden onze idealen, en naarmate wij de idealen nastreven, verandert de wereld.

V. Zullen wij steeds meer in groepsverband willen werken naarmate de energieën van Waterman binnenstromen?

BC. Inderdaad, je kunt het ook zien. Als je alleen maar kijkt naar de afgelopen 20-30 jaar, is de vorming van groepen volledig geweest: op elk terrein van het leven hebben mensen groepen gevormd – in het bedrijfsleven, het onderwijs, op school, in de sport, nu in meditatie – en wanneer iets in groepsverband gebeurt, wordt het effect versterkt. Het betrekt meer denkvermogens, meer creativiteit bij het werk en het brengt verschillende stralenstructuren, verschillende manieren van denken en voelen en omgaan met het leven en zijn problemen samen, zodat alles zich veel sneller voorwaarts beweegt. Het zorgt voor samenwerking en dat is wat bovenal nodig is in de huidige periode van conflict en oorlog.

Was de vorming van de groep experimenteel van aard? Het was voorzien hoe het zou uitwerken – maar alles wat de Hiërarchie doet in verband met de mensheid is experimenteel totdat het zich bewezen heeft. Markeerde het een nieuwe fase in het Hiërarchische werk? Ja, inderdaad. Het is voor een groot deel onderdeel van het werk van mijn eigen Meester en van Maitreya. Maitreya is, meer dan wat ook, verantwoordelijk voor de keuze van de energieën, de samenstelling en het evenwicht van de energieën die op enig moment worden uitgestuurd. Het is een enorme taak, die altijd heeft bestaan voor de Hiërarchie, maar op dit moment komen geheel nieuwe energieën de wereld binnen en oude energieën in een volkomen nieuwe sterkte, dus voor de Meesters verandert het werk voortdurend. Het heeft nu een stadium bereikt waarin het zo ingewikkeld is en de mogelijkheid voor overbelasting of beschadiging zozeer vergroot, dat Maitreya Zelf de leiding op Zich genomen heeft voor het hele proces van energieverdeling, ofschoon het feitelijke vrijgeven wordt gedaan door een groep Meesters, inclusief Maitreya.

V. Transmissie-meditatie is nu zo gewoon, maar als je erbij stilstaat, is het heel bijzonder dat je je bij een groep kunt aansluiten en met de Meesters kunt samenwerken.

BC: Dit is nooit eerder mogelijk geweest. Dit is opnieuw een nieuwe fase in het werk van de Meesters. Het is omdat Zij naar buiten treden en dit is onderdeel van het proces van veruiterlijking, waarbij Zij bewust kunnen samenwerken met groepen mensen die anders niet over de Meesters zouden nadenken en niet van Hen zouden weten, maar nu werken ze op constructieve wijze samen met de Meesters van Wijsheid. Het brengt het werk van de Meesters dus dichterbij de mensheid en dat zal steeds dichterbij komen naarmate Hun werk voortgang vindt.

V. De Meesters hebben altijd met Hun discipelen in de wereld gewerkt. De Meester Morya en de Meester KH werkten met en door Madame Blavatsky en haar medewerkers; de Meester DK werkte door Alice A. Bailey en haar medewerkers. Kunt u aangeven hoe uw werk met uw Meester en de groepen waarmee u werkt, verschilt van die eerdere inspanningen?

BC: Het is veel meer uiterlijk werk. Het werk van Madame Blavatsky – die onder haar eigen Meester werkte, de Meester Morya, en de Meester Koot Hoomi (KH) was nieuw voor de wereld. Zij maakte het denkbeeld van de Meesters openlijk in de wereld bekend via haar boeken – De sleutel tot de Theosofie, Isis ontsluierd, De Geheime Leer, bijvoorbeeld – en al haar geschriften voor de Theosofische Vereniging en de lezingen die ze gaf. Op deze manier werd het denkbeeld van de Meesters aan de mensheid bekendgemaakt. Het was de eerste stap in de veruiterlijking van het werk van de Hiërarchie, die nu plaatsvindt.

De Meesters wisten al 500 jaar dat Ze te zijner tijd weer naar buiten moesten treden, de enige vraag was wanneer. Maitreya gaf in 1945 daartoe het signaal toen Hij zei dat Hij in de wereld zou terugkeren wanneer de mensheid was begonnen haar eigen huis op orde te brengen. Dus dat was de eerste fase, het introduceren van het idee van de Meesters en het grote Plan van Evolutie waarmee deze wereld aan de Kosmos gerelateerd wordt, zoals De Geheime Leer doet, het werk van de deva-evoluties, enzovoort. De Geheime Leer is een fantastisch werk en alles wat Madame Blavatsky deed, was van het hoogste niveau. Zij was een vierdegraads ingewijde, zelf bijna een Meester, en was zodoende in staat om dit werk te doen en de Theosofische Vereniging op te zetten. Daarna werkte de Meester Djwhal Khul via Alice A. Bailey door in haar denkvermogen te projecteren wat Hij wilde zeggen. Hij deed het heel lang telepathisch, maar tegen het einde van haar leven werd ze ziek – ze had toen al 30 jaar gewerkt en was erg verzwakt – en daarom veranderde de Meester DK de telepathische communicatie in een scherm. Ze keek gewoon op het scherm in haar denkvermogen, in haar brein, en las wat Hij op het scherm projecteerde. Zij las het voor van het scherm en een stenograaf schreef het op en typte het uit. Dit deed ze elke dag. Het was, 30 jaar lang, een buitengewone taak.

De Meester DK bracht de leringen die via Madame Blavatsky waren gegeven omlaag tot een praktisch niveau voor de training van discipelen en het verbreden van hun denkvermogen en bewustzijn. DK introduceerde de leringen over de stralen, esoterische genezing en esoterische astrologie. Hiermee kwam de lering op een praktisch niveau voor discipelen over de hele wereld. Het is een enorm, uiterst praktisch, standaardwerk, bestaande uit 24 boeken, waarvan enkele door Alice Bailey zelf geschreven zijn, maar 19 ervan werden door de Meester DK aan haar gedicteerd. Toen ik voor dit werk gevraagd werd, kende ik de leringen van Alice Bailey en de theosofie, ik had de Oosterse, vooral de Indiase, leringen, de Vedanta, enzovoort, bestudeerd, en ik was dus bekend met de geestelijke ideeën, maar mijn werk is heel specifiek. Ik werd in januari 1959 door een van de Meesters benaderd. Hij had eigenlijk al een paar maanden lang vergeefs geprobeerd om mij te benaderen, dus vroeg Hij iemand om mij dat te laten weten. Het kwam als een verrassing voor mij. Ik wist van de Meesters, maar ik was niet bezig om met Hen in contact te komen, had niet eens de wens. Ik vond de leringen gewoon heel interessant en waar, maar ik was er niet aan gehecht. Ik ging gewoon verder met mijn werk. Ik kreeg te horen dat de Meesters probeerden met mij in contact te komen. Ik zei: “Nee, dat is niet waar.” De persoon in kwestie zei: “Ja, dat doen Ze wel en mij is gevraagd om je te vertellen dat Ze dat proberen.” Ik zei: “Nou, ik hoor anders niets.” (Zij maken normaliter telepathisch contact.) “Nee”, zei hij, “de boodschappen komen wel bij je aan, maar ze kaatsen van je af omdat je niet open bent.” Open zijn is moeilijk uit te leggen. Het betekent niet: openstaan voor het denkbeeld – ik zou zeker openstaan voor het denkbeeld – maar open zijn in de werkelijke betekenis. Dat houdt in dat het denkvermogen kalm en stil genoeg is om direct van een Meester te kunnen ontvangen, en dat was het niet. Ik had net een heel moeilijke periode van enkele jaren achter de rug in een andere groep. Ik werd gevraagd om die groep te verlaten, wat ik ook deed.

Toen begon dit contact met de Meester. Het eerste succesvolle contact vond plaats op 3 januari 1959 en daarna ging het verder. In maart 1959 werd ik voor het eerst door Maitreya overschaduwd. Het was een buitengewone ervaring en ik kreeg toen de taak die ik nu uitvoer. Hij zei dat Hij Zelf zou komen, eerder dan iedereen voor mogelijk hield, en dat ik een rol kon spelen bij Zijn komst, als ik die wilde aanvaarden. Het zou ongeveer 20 jaar duren, wat een hele tijd leek. Het werd uiteindelijk 18 jaar. Ik had een geweldige ervaring: ik was vervuld met alle liefde van de wereld en alles daarin en ik kon maar één ding zeggen, dat was: “Ik ben de man die U zoekt, wat er ook voor nodig is!” Toen zei de Meester: “Vandaag heb je iets gehoord dat je hele kijk op de zaak veranderd heeft – en dat was ook zo. Hij zei: “Er komt een tijd dat je geacht wordt ernaar te handelen en Zijn komst te bevestigen.” Hij herhaalde dit een paar dagen later in een ander verband, waarin Hij sprak over vertrouwen en de werkelijke betekenis van vertrouwen. Hij zei: “Heb vertrouwen en bevestig Zijn komst.” Het is geloof in je eigen ervaringen; geen blind vertrouwen, maar vertrouwen in wat je hebt ervaren waardoor je weet dat het waar is, om dat te geloven. Hij zei: “Bij gebrek aan dat ene bestanddeel hebben vele talentvolle discipelen gefaald. Heb vertrouwen en bevestig Zijn komst.” Ik kreeg niet te horen wat ik moest doen. Naarmate de tijd verstreek, vergat ik het bijna.

Toen begon de Meester mij te trainen en veel informatie te dicteren. Op een dag, in 1974, zei Hij: “Het is tijd dat je de informatie die je hebt aan de wereld geeft.” Ik zei: “O nee!” Hij zei: “Nee, maak je geen zorgen, Ik heb andere plannen met jou.” Ik dacht: “God zij dank!” Het werk dat ik deed was heel interessant, het was belangrijk, maar niemand wist ervan, het vergde geen psychologische inspanning van mijn kant en ik was er tevreden mee, totdat Hij uiteindelijk zei: “Ik heb je al die informatie gegeven en nu moet je het aan de wereld geven!” Ik zei: “O nee!” Hij zei: “Ja, je weet dat je je woord gegeven hebt!” Ik dacht: “Mijn woord! O jee, ik heb gezegd dat ik alles zou doen, wat er ook voor nodig was!” Ik had er nooit bij stilgestaan dat ik mijn woord gegeven had. Hij zei: “Ja, je hebt je woord gegeven. Je moet het doen!” Dus zwichtte ik en ging aan de slag.

V. Kunt u aangeven hoe uw werk met uw Meester en de groepen die met u samenwerken, verschilt van die eerdere inspanningen?

BC: Het werk van Madame Blavatsky werd veruiterlijkt in de zin dat de Theosofische Vereniging werd opgezet, subgroepen had en zich over de hele wereld verspreidde; dit gaat nog steeds door. Het hoofdkwartier staat in India, maar de Vereniging zit in Amerika, Groot-Brittannië, over heel Europa, enzovoort. Er zijn bijna overal ter wereld groepen. Dat is één aspect ervan, maar het grote publiek is niet echt benaderd. Je zult zelden in een tv- of radioprogramma iets horen over theosofie – dat gebeurt uiterst zeldzaam. Hetzelfde geldt voor Alice Bailey: zij begon de Arcane School en er werden groepen gevormd waarvan de leden misschien eens per jaar bijeenkwamen, maar het waren opnieuw geen groepen maar individuen die het werk deden, zelfs al vormden ze zelf kleinere groepjes, gespreksgroepjes, enzovoort. Het Driehoekenwerk bestond uit de vorming van kleine groepen van slechts drie mensen. Het uiterlijke werk van de Lucis Trust bestaat uit het publiceren en verspreiden van de literatuur.

Ons werk was anders. Wij probeerden bewust het eerste contact met het publiek te leggen, om de gewone mensen, via radio, televisie, boeken, tijdschriften en met elk middel dat ons ter beschikking stond, te laten weten dat de Meesters van Wijsheid in de wereld terugkeerden en dat uiteindelijk, vanaf 1977, de Meester van alle Meesters, Maitreya Zelf, in de wereld was, in Londen, Engeland, en achter de schermen helpt om de wereld te transformeren. Het was dus een heel ander soort werk – werk dat ik nooit eerder gedaan had. Ik was juist heel erg op mezelf. Zoals je weet ben ik schilder, ik ben altijd schilder geweest, sinds ik 13 was, en mijn werk was altijd besloten. Ik bracht de dag schilderend in mijn eentje door. Ik zou nooit op televisie of radio geweest zijn. Het zou nooit in mij opgekomen zijn. Het was dus een volkomen transformatie van mijn leven, om te proberen het feit van de Hiërarchie, het feit van de aanwezigheid van de Christus in de wereld bekend te maken. Ik wist niet waar ik moest beginnen. De Meester zei: “Schrijf naar groepen.” Ik zei: “Welke groepen?” Hij zei: “Het maakt niet uit welke groepen!” Ik haalde een folder waarop de namen van zo’n 40 groepen stonden (want ik kende helemaal geen groepen) en ik schreef ze om mijn diensten aan te bieden als spreker over de Alice Bailey-leringen.

V. ‘New age’-groepen?

BC: Het waren allemaal verschillende groepen, maar de meeste wel ‘new age’-groepen. Ik kreeg op mijn 40 brieven ongeveer zes antwoorden. Drie ervan zeiden, dank u hartelijk, maar we hebben onze eigen sprekers, of we hebben een lijst en we zijn voor de komende twee jaar volgeboekt, maar als u wilt, kunnen we uw naam op de lijst zetten voor over twee jaar. Drie kleine, nieuwe groepen schreven terug. Zij organiseerden een lezing, dus ik begon in 1975. De eerste had ik zelf georganiseerd in een kerkzaal in de buurt waar ik woon en er kwamen ongeveer 40 mensen uit heel Londen. Veel mensen hoorden de informatie en sommigen zetten een transmissiegroep op, dus het was een redelijk succes. Ik ging lezingen boeken in gemeentehuizen door heel Londen. Ik hield er bijeenkomsten, adverteerde ervoor en zo groeide het. Mijn eerste lezing in het buitenland kwam door een buitengewoon toeval tot stand. We hadden een kraam op het eerste Festival for Mind and Body. We hadden geen kennis van de manier waarop we onze informatie konden presenteren, we hadden geen literatuur, maar we hadden transmissie-meditatie. We namen de tetraëder, het transmissie-instrument, mee en dat was een groot succes. We hielden elke paar uur een transmissie-meditatie met als gevolg dat de doorgang geblokkeerd werd door mensen die stonden te kijken. De organisatie kwam verschillende keren klagen, maar het publiek was gefascineerd. Er kwamen honderden mensen, ze pakten de draden van de tetraëder vast, voelden de energieën of verbeeldden zich dat ze die voelden, of voelden helemaal niets – wat hun respons ook was op de aanblik van de tetraëder, want ze dachten dat de energieën daar vandaan kwamen. Dat was niet zo – ze kwamen via ons in de tetraëder en van daaruit stromen ze de wereld in.

V: Het fascineerde hen?

BC: Ja. Het was wetenschappelijk, iets wat zij nooit eerder hadden gezien, goud en zilver, kristal, magnetisch veld en het had een eigenaardige vorm. We hadden een inleiding over het ‘verhaal’ van ongeveer 16 pagina’s, en Sir George Trevelyan, die mij verschillende keren had horen spreken en de informatie heel interessant vond, had deze overgenomen in de boekjes die de Wrekin Trust placht te stencilen, in afschuwelijk roze en violet. Dat was alles wat we hadden, misschien 500 exemplaren of zo van een samenvatting van de Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid. Een man uit Nederland kocht er één. We vroegen er 30 oude penny’s voor. Het was het enige dat we aan materiaal hadden voor de mensen om te lezen en voor ons om te verkopen. (We hadden ook wat gratis lectuur.) Hij nam een van die boekjes mee terug naar Nederland en gaf dat aan de bibliotheek van de Kosmos, die gehuisvest was in een van die grote koopvaardijpanden in Amsterdam, gebouwd door de kooplieden uit de 17de eeuw. Ze hadden een grote zaal bovenin het gebouw waar ongeveer 150 mensen in konden, waar ik later meer dan eens een lezing hield. Een andere Nederlander die ik niet kende, Simon Vinkenoog, een dichter die ook schreef over esoterische onderwerpen, vond het daar. Hij schreef een korte mededeling over mijn lezingen in Londen voor de agenda van het al lang bestaande esoterische tijdschrift Bres. Daardoor las een man uit Naarden, genaamd August van Rossum over mijn lezingen en hij belde mij op. “Dit is de meest opmerkelijke informatie die ik ooit gelezen heb, dit is waar ik al 30 jaar op wacht!” zei hij. Hij was theosoof en vrijmetselaar en hij was in afwachting van de terugkeer van de Christus. Dat had hij zich altijd voorgehouden, dat hij hoopte de terugkeer van de Christus mee te maken. Ik zei: “Welnu, het is waar!” Hij zei: “Het leest alsof het waar is — kan ik langskomen om u te ontmoeten?” Hij bleek een mooie, prachtige man te zijn. Hij kwam de avond van een van mijn wekelijkse lezingen. In die tijd gaf Maitreya boodschappen via mij door. Hij gaf op deze wijze 140 boodschappen door op deze bijeenkomsten. Dit was nummer 14. Ik denk dat het de boodschap was die eindigde met: “Horen jullie de trommen niet die jullie naar de toekomst roepen? Kunnen jullie doof zijn voor hun gedreun?

V: Wanneer was dat?

BC: Maitreya kwam in juli 1977 in Londen aan en de eerste van de Boodschappen werd gegeven in september van dat jaar, en nr. 14 zal dan ongeveer in januari 1978 geweest zijn. Spoedig daarna ging ik voor het eerst naar Nederland, waar ik vervolgens twee keer per jaar voor een tournee van twee of drie weken heenging.

V: Men reageerde heel snel?

BC: Ja. In minder dan geen tijd waren er transmissiegroepen over heel Nederland, en de groepen groeiden, mensen waren erg enthousiast. We hadden grote bijeenkomsten.

V: Was er op een gegeven moment ook niet een grote optocht?

BC: We hadden een grote optocht door de straten van Amsterdam en 1300 mensen kwamen bijeen voor de optocht en de lezing in het RAI Congrescentrum — de grootste die we ooit hadden. Er was een geweldige reactie en ze namen het denkbeeld van samen-delen heel snel over — het motto was “Samen delen — het kan”. In die tijd was België bij de tournees betrokken en zo verspreidde het verhaal zich over Duitsland en Frankrijk, enzovoort, over heel Europa — Italië, Zwitserland, Slovenië, Zweden en Spanje. In 1979 zei de Meester tegen mij: “Bereid je erop voor om wijd en zijd te reizen, want de uitnodigingen zullen binnenstromen.” Terwijl ik in Amsterdam was (het was september of oktober, meen ik) kreeg ik een telefoontje uit Los Angeles, van een man die ik niet kende, die een grote conferentie organiseerde en vroeg of ik zou willen komen en een van de sprekers wilde zijn. Ik zei: “Hoe heeft u over mij gehoord?” Hij zei: “Nou, u bent hier beroemd.” Ik was er nooit geweest. Hij zei: “Iedereen kent uw werk. Uw lezingen worden op cassettes opgenomen en ze worden in heel Californië beluisterd.” Ik zei: “Hoeveel mensen verwacht u op de conferentie?” Hij zei: “Oh, misschien 3000.” Ik zei: “Ik zal er zijn!” Ik vertrok op 1 januari 1980. Ik verliet Londen bij een temperatuur van 3 graden en ik kwam elf uur later in Los Angeles aan waar de zon nog scheen en ik liep over Sunset Boulevard op, alle winkels waren open en ik at er een ijsje bij een temperatuur van 20 graden — Ik dacht: “Dit is pas leven!” (Wordt vervolgd in het volgende nummer.)

Benjamin Creme’s lezingen – verhalen over de eerste keer

In maart 1974 vormde Benjamin Creme in Londen de eerste transmissie-meditatiegroep en begon zijn openbare werk om de weg te bereiden voor Maitreya, de Wereldleraar. Nu 30 jaar later, zijn er ongeveer 650 transmissie-meditatiegroepen in meer dan 40 landen en is zijn informatie bekend aan miljoenen mensen over de hele wereld. Sinds 1974 heeft Benjamin Creme duizenden lezingen gegeven over de verschijning van Maitreya, in Groot-Brittannië, door heel Europa, de VS, Japan, Taiwan, Australië, Nieuw-Zeeland, Mexico, Canada en andere landen. Hij moedigt groepsleden aan de informatie ook door te geven op deze meest directe, persoonlijke manier. Toehoorders uit alle lagen van de bevolking die Benjamin Creme voor het eerst horen, merken vaak op hoe zijn ‘boodschap van hoop’ hun leven heeft veranderd. De volgende verhalen zijn geschreven door verschillende mensen die zijn maandelijkse lezingen in Londen hebben bijgewoond.

Idina Le Geyt, Londen (onderzoeker) - Toen ik 24 jaar geleden voor de eerste keer naar Friends House ging, was ik vervuld van opwinding. Ik kende de leringen van Alice Bailey, was bekend met meditatie en had al lange tijd het gevoel gehad dat er inderdaad sprake zou kunnen zijn van de Wederkomst. Aan de muren van de zaal hingen prachtige boodschappen die opriepen tot rechtvaardigheid, samen-delen van de hulpbronnen van de wereld, tot het redden van de miljoenen mensen die van honger omkomen. Benjamin Creme sprak met kracht over onrechtvaardigheid, de godslastering van mannen, vrouwen en kinderen die van honger sterven in een wereld van overvloed. De cijfers die hij noemde, waren schokkend en ik voelde zo’n schaamte dat ik onder mijn stoel wilde kruipen om me te verbergen. Hij legde de Leringen van de Oude Wijsheid duidelijk uit en sprak over de ophanden zijnde terugkeer van de Christus en Verklaringsdag, wanneer alle ogen Hem zouden zien. Ik was vervuld van ontzag en vreugde. Om 20.00 uur kondigde Benjamin Creme aan dat we een boodschap van Maitreya Zelf zouden ontvangen. Het geroezemoes verstomde; de lichten werden gedimd en Benjamin Creme begon te spreken op een langzame, gedragen toon, met lange pauzes, wat het soms moeilijk maakte om de volle betekenis te vatten. De Boodschap van Maitreya van die avond ging over “Een reservoir van liefde waaruit allen kunnen drinken” (Boodschap nr. 110, 24 september 1980), wat mij buitengewoon trof. Tijdens de meditatie keek Benjamin Creme ieder van ons aan en golven van energie stroomden van hem uit. Bij de eerste drie bezoeken kon ik deze energieën zien, de eerste keer als wit licht dat de zaal vulde, zo helder dat de gedaanten van het publiek wegvielen, alleen hun contouren bleven zichtbaar en Benjamin Creme was gehuld in een pulserende gloed die tot aan het plafond reikte. Het verschijnsel bleef, of ik mijn ogen nu open of dicht deed. Bij het tweede bezoek werd de zaal gevuld met rose-rood licht (de kleur van Maitreya, realiseerde ik me later) en bij mijn derde bezoek was het goudkleurig. Ik heb deze schittering nooit meer ervaren en voelde dat het een glimp achter de sluier was om me aan te moedigen. Daarna heb ik nooit een bijeenkomst gemist en met zekerheid te weten dat de Christus en de Meesters aanwezig zijn, gaf een geheel andere kijk op het leven, een waardevolle geruststelling dat ondanks alle wreedheid en gevaar in de wereld “alles goed zal komen”.

Adrian Jackson, Londen (natuurkundeleraar) - De eerste keer dat ik naar een van Benjamin Creme’s lezingen ging, was in 1983 om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen, nadat ik hem een paar jaar eerder in Yorkshire in een lokaal tv-programma gezien had toen hij de aanwezigheid van de “Christus” in de wereld aankondigde. Hij leek me een verstandig en oprecht type en ik vroeg me gewoon af wat voor soort ervaring of motief iemand ertoe zou brengen om zo’n verbazingwekkende bewering als deze te doen. Ik genoot erg van de sfeer aan het begin van de bijeenkomst die begon met een meditatie. Iedereen was rustig en zat met zijn of haar ogen dicht. Natuurlijk wilde ik zien wat er gebeurde en ik keek gewoon om me heen en naar de heer Creme. Hij keek langzaam iedereen in de zaal op een zeer vredige manier aan, alsof hij iedereen een soort zegening gaf. Toen zag ik iets heel verbazingwekkends: terwijl zijn ogen van persoon naar persoon bewogen, zag ik zijn gehele gezicht verdwijnen achter een gloeiende bol schitterend geel of goudkleurig licht. Het duurde misschien maar een of twee seconden, maar het was een heel duidelijke ervaring en ik kon mezelf er niet van overtuigen dat ik het me op de een of andere manier verbeeld had – het gebeurde overduidelijk. Ik bleef naar zijn gezicht kijken, maar het gebeurde niet nog eens en het gebeurde ook niet op volgende bijeenkomsten die ik heb bijgewoond. Ik ben opgeleid als wetenschapper met twee universitaire graden in natuurkunde en benader het leven in het algemeen met de gedachte dat het enige gezonde denkvermogen een sceptisch denkvermogen is. Vanuit dit gezichtspunt was ik niet onder de indruk van het verhaal en vond ik het niet bijster steekhoudend. Ik was het echter wel eens met de algemene analyse van problemen in de wereld, maar niet met zijn voorspellingen en de geestelijke achtergrond van dit alles. Maar hij zei dat hij er natuurlijk niets van kon bewijzen en dat vond ik redelijk. Ik dacht daarna echter een hele tijd over mijn ervaring na, bleef naar de bijeenkomsten gaan en kreeg belangstelling voor ‘spirituele zaken’. Geleidelijk kwam het me voor dat er voldoende basis was om zijn verhaal serieus te nemen en open te staan voor de mogelijkheid dat het waar was.

Richard Elphick, Worthing - (begeleider van mensen met leermoeilijkheden) Wat op mij een blijvende indruk maakte toen ik voor de eerste keer een lezing van Benjamin Creme bijwoonde, was het oprechte medeleven waarmee hij sprak over de miljoenen mensen die van honger omkomen. Ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat ik (als lid van verschillende actiegroepen van Oxfam en zo) nooit een man of vrouw, spiritueel of niet, met zo’n compassie heb horen spreken uit naam van de onderdrukte mensheid. Het maakte me duidelijk hoe het beginsel van samen-delen en rechtvaardigheid geen modieuze ideeën zijn om slechts lippendienst aan te bewijzen, maar de hoekstenen van het leven voor iedereen. Bovendien dat iedere man of vrouw, waar hij/zij ook vandaan komt, zich actief kan inzetten voor het creëren van een billijker wereld voor allen. Een andere manier waarop hij indruk maakte, was dat deze belangwekkende informatie op een zeer eenvoudige, ongekunstelde wijze werd gebracht, zowel met humor als met ernst. Ik voelde me er toen en sindsdien door geïnspireerd om mijn eigen leven te zien als een vorm van praktische dienst, in plaats van mijn eigen behoeften voorrang te geven.

Gill Fry, Londen (verpleegkundige) - In de zomer van 1986 ging ik naar een lezing van Benjamin Creme in Londen na een advertentie gezien te hebben in The Guardian. Na kort tevoren in zuid-oost Azië en India gereisd te hebben, had ik nagedacht over de verbanden tussen de verschillende godsdiensten en voelde me onmiddellijk aangetrokken tot de boodschap. De zaal in Friends Meeting House gonsde van de vele mensen: van allerlei leeftijden, achtergronden, mensen alleen, groepjes vrienden. Het was ontspannen, maar levendig. Benjamin Creme zat op een hoge kruk en legde uit dat de ‘overschaduwing’ door Maitreya zou beginnen. Er werd een boodschap van Maitreya afgespeeld: de zinnen klonken langzaam en krachtig en de ideeën vonden een weerklank binnenin me. Alle gevoel voor tijd verdween en een krachtig gevoel van liefde en welzijn leek de zaal te vullen. Het was stil behalve zo nu en dan een inademing of zucht. Ik opende mijn ogen om even vluchtig te kijken: het gezicht van de heer Creme zag er heel anders uit: ouder, meer oosterse trekken, en glanzend. Benjamin Creme begon zijn lezing met ons te vragen met een open geest te luisteren, waarbij hij zei dat een waarlijk open geest erg zeldzaam is. Zin na zin was als een openbaring: soms luisterde ik even niet om na te denken over wat hij zo juist gezegd had, en dacht dan: “Ja, dat is zo waar!” Hij sprak op een manier en in een tempo die het gemakkelijk maakten om te begrijpen: ideeën stroomden spontaan, ontwikkelden zich en kwamen op een natuurlijke manier weer terug op het centrale thema. Abstracte begrippen leken volkomen duidelijk, alsof je het nu ervoer, en toen hij zo nuchter over reïncarnatie, de ziel, het feit van Maitreya en de Meesters sprak, wist ik dat het klopte. Wat zo ongewoon was aan zijn lezing was de manier waarop hij zo veel onderwerpen met elkaar in verband bracht: het oplossen van de uiterlijke problemen van de wereld naast esoterische waarheden. Hij sprak op een kalme, onthechte manier, nooit klonk hij fanatiek of probeerde ons te overtuigen dat hij het bij het rechte eind had. De toehoorders waardeerden de grappen die zijn lezing kruidden en hij leek er ook van te genieten. Na de lezing ging de heer Creme in op vragen van het publiek: de sessie was levendig en ik kreeg de indruk dat hier iemand was die letterlijk het antwoord op iedere vraag had! De avond werd beëindigd met een laatste krachtige zegening van Maitreya, waarna ik doordrenkt was met een subtiele energie. Mijn denken was tot rust gekomen. Toen ik de zaal verliet, sprak niemand me aan – er was een duidelijk gevoel van vrije wil en geen druk of dat er iets van me verlangd werd. De lezing van de heer Creme was zo inspirerend: ik voelde me veilig en zeker dat alles goed zou gaan, en ging weg vol hoop, waarvoor ik erg dankbaar was. Die eerste lezing veranderde mij en ik zie mijn leven nu als twee afzonderlijke delen: voor en nadat ik wist wat ik die avond hoorde. Het was alsof ik de werkelijkheid was binnengestapt en eindelijk zag waar we naar toe gaan.