Brieven van lezers -- februari 2004

Sinds enkele jaren verschijnen een aantal van de Meesters, met name Maitreya en de Meester Jezus, op lezingen en transmissie-meditaties van Benjamin Creme. Zij verschijnen ook in verschillende gedaanten aan grote aantallen mensen overal ter wereld, van wie sommige naar Share International schrijven over hun ervaring. Wanneer de ervaring door de Meester van Benjamin Creme is bevestigd, wordt de brief gepubliceerd.

Deze ervaringen worden gegeven om te inspireren, te leiden of te onderrichten, vaak ook om te genezen of op te beuren. Heel vaak vestigen ze op grappige wijze de aandacht op een of andere vorm van onverdraagzaamheid tegenover bijvoorbeeld roken of drinken. In veel gevallen treden de Meesters op als reddende “engelen” bij ongelukken, in oorlogstijd, bij aardbevingen en andere rampen.

Zij gebruiken een ‘goede genius’, een gedachtenvorm die volkomen echt schijnt en waardoor de Meester Zijn gedachten kan uitdrukken. Zij kunnen naar willekeur verschijnen als man, vrouw of kind. Soms gebruiken Zij een bestaand persoon als ‘blauwdruk’, maar in de meeste gevallen is de ‘goede genius’ een geheel nieuwe schepping. Bijgaande brieven zijn voorbeelden van deze wijze van communicatie door de Meesters. Zonder uitdrukkelijk verzoek om anonimiteit, neemt de redactie aan dat de naam van briefschrijvers gepubliceerd mag worden en eventueel op de website Share-International.org gebruikt mag worden (alleen met vermelding van initialen en land).
Stuur uw brieven aan: Share Nederland/Brieven, Postbus 41877, 1009 DB Amsterdam.

Tijdig bezoek

Op 30 november 2003 gaf ik in het Informatiecentrum in Amsterdam een lezing over de verschijning van Maitreya en de Meesters toen een fleurig geklede zwarte heer glimlachend buiten op het trottoir, over de hoofden van de aanwezigen, direct in mijn gezichtsveld verscheen. Onmiddellijk vroeg ik me af of hij Maitreya was, maar hield mezelf ook voor niet in de val te trappen om te denken dat elke ongewoon of interessant ogende persoon Maitreya of een Meester is. Hij trok op de een of andere manier de aandacht van sommige mensen in de kamer; een groepslid liep naar de deur om hem binnen te noden. Ik begroette hem en zei hem wat later dat het me speet dat hij een artikel van de Meester van Benjamin Creme had gemist dat ik aan het begin van mijn lezing had voorgelezen. “Nee,” antwoordde hij kalm en beslist, “Ik heb niets gemist.” (Een ongebruikelijk antwoord, dacht ik. Toch een Meester?) Hij had een zachte, welluidende stem en expressieve ogen. Hij was gezet, droeg een prachtige hoed, half hoge-, half bolhoed, met een fijne afdruk van een luipaardvel achter op zijn hoofd. Het gaf hem een ietwat komisch uiterlijk. Hij droeg ringen aan bijna elke vinger — in allerlei vormen en soorten, sommige tamelijk onwaarschijnlijk; een ervan sprong in het oog, en ik vroeg me af hoe iemand zo’n ring prettig kon dragen. Hij straalde geruststelling uit; uit zijn hele houding sprak: “Alles komt in orde. Alles is goed.” Tijdens de pauze bleef hij zitten. Enkele dames die dichtbij zaten, hadden het over tijd — bestond het wel of niet? Hij bladerde rustig door De Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid, en zei bijna zonder op te kijken: “Wij zijn tijd.” (Ik begreep eruit dat wij in tijd gevangen zitten omdat we in de stof leven). “O jee, nee mijnheer, “wierp een vrouw uit het gehoor tegen. “Wat zegt u nu? Wij zijn tijd? Absurd!” Hij gaf een beminnelijk lachje. “Ja, we zijn erdoor geconditioneerd. Wij krijgen het met onze moedermelk binnen,” zei hij nonchalant, onderwijl door het boek bladerend. De vrouw bleef doorpraten. Toen vroeg hij me: “Bent u docent?” Ik antwoordde beamend. “Dat is fijn,”zei hij “Nee, nee, dit is wat fijn is,” antwoordde ik, en ik bedoelde over de Wederverschijning spreken. “Doet u dit dikwijls?” “Ja, tamelijk vaak. We houden hier om de maand een lezing.” “Gaat u ook naar beurzen, zoals para-, para-, para…,” alsof hij naar het juiste woord zocht. (Slechts twee weken eerder deed Maitreya precies hetzelfde — vragen over beurzen en zeggen: “para-, para-, para…,” plagend, terwijl de vrouw tegen wie hij sprak probeerde om het woord uit te spreken, eveneens struikelde over het “para” gedeelte ervan, terwijl ze “paranormale” beurzen wilde zeggen. Ik nam aan dat dit niet bij toeval gebeurde, en het bevestigde mijn idee dat hij misschien Maitreya was.) Ik antwoordde: “Ja, para-, para-, paranormale beurzen!” “Dat is goed,” zei hij breed glimlachend. Opnieuw verwijzend naar het eerste boek van Benjamin Creme, vroeg hij me: “Zijn wij, is de mensheid machtig? Ziet u, ik lees hier,” wijzend naar de laatste regel van de Grote Aanroep, die wij vervolgens samen citeerden, “er staat: ‘Laat Licht en Liefde en Macht het Plan op aarde herstellen.’ Denkt u dat wij macht hebben?” Ik antwoordde dat we dat zeker hadden. Ik bedankte hem dat hij me daaraan herinnerde, daar ik de bedoeling had over de macht van het volk te spreken en de noodzaak om met demonstraties mee te doen om rechtvaardigheid te eisen, maar dat had vergeten; nu knoopte ik het in mijn oren om dat direct na de pauze te doen. Tussendoor vertelde ik de aanwezigen over Maitreya’s bezoek twee weken eerder en gaf het boek rond dat Maitreya had teruggebracht en dat met Zijn energie lijkt te zijn geladen. Omdat hij naast me zat gaf ik het boek eerst aan de heer door. Hij nam het aan, glimlachte stil en zat daar terwijl hij het boek geruime tijd vasthield alvorens het verder door te geven. Na de lezing gaf hij ons ook het exemplaar van De Wederverschijning van de Christus en de Meesters van Wijsheid terug, dat hij eveneens enige tijd bij zich had gehouden. Ook dat lijkt met energie te zijn geladen. Voor zijn vertrek kwam hij naar de keuken en sprak weer over lesgeven. Toen ik met meer nadruk herhaalde dat ik liever elke dag een lezing over de wederverschijning gaf, glimlachte hij en gebaarde, dacht ik: “Alles op zijn tijd.” Hij schudde mij de hand, bedankte en ging weg, terwijl hij zoiets zei als: “Welnu, tot ziens.” Hij is ongeveer een uur en veertig minuten gebleven. Zijn aanwezigheid sprak boekdelen over steun, maar meer dan alleen steun. Ik had opnieuw het gevoel van: “Wij zijn met jullie; alles zal goed komen,” dat ik had toen Maitreya het Informatiecentrum bezocht. Was de ‘bedaarde, geruststellende heer’ een Meester, en (2) wees hij door zijn aanwezigheid en energie erop dat “alles goed zal komen”?
Felicity Eliot, Amsterdam.

(De Meester van Benjamin Creme verklaart dat ‘de heer’ de Meester Jezus was. (2) Ja)

Opnieuw op bezoek (verkorte versie)

Op 15 november 2003 waren negen mensen in het informatiecentrum in Amsterdam toen dezelfde man van wie bevestigd was dat hij een goede genius van Maitreya was, opnieuw een bezoek bracht (zie “Welkome bezoeker” in Share International, december 2003). Hier zijn alleen Zijn woorden weergegeven; zie Share International, jan./febr. 2004 voor de volledige versie.

Maitreya over dienstbaarheid

Op beurzen staan is erg nuttig werk, maar lezingen zijn belangrijker omdat de mensen die naar beurzen gaan mogelijk wel of niet geďnteresseerd zijn — dat is willekeurig. Mensen zien de stand, zien de informatie; ze kunnen een folder meenemen en die later lezen. Beurzen zijn daarom buitengewoon nuttig. Bij lezingen gaat het om een zich zelfselecterend publiek. Ons publiek is maar klein — zij die rechtstreeks geďnteresseerd zijn zullen naar een lezing gaan en staan al open voor onze informatie. Dus, wanneer er een lezing wordt gehouden komen zij om te luisteren en te leren. Lezen is niet zo belangrijk. Sommige mensen lezen alleen maar veel. Doe het werk maar. Doe het gewoon.

Over het belang van evenwichtige dienstbaarheid

Je doet beide – jullie informeren het publiek en transmitteren de energieën, een goede balans. Aangezien we in de wereld leven, moeten we de mensen informeren. Hoe doen we dat? Nou, we moeten met hen in gesprek gaan — lezingen geven, met hen praten. Maar een mens loopt op twee benen — dus beide activiteiten — het publiek informeren en het doorgeven van de energieën -- zijn belangrijk. Beide zijn noodzakelijk.

Over Maitreya’s aanwezigheid in de wereld

Er zijn mensen in deze groepen die altijd maar vragen: “Wanneer komt ie nou?” “Hoe lang moeten we nog wachten?” “Waarom duurt het zo lang?” Maar waarom al die vragen stellen? Je kunt niet echt zeggen dat Hij komt, omdat Hij er is. Hij is al hier. Weten ze dat niet? Zien ze Hem niet? Het gaat over Zijn Aanwezigheid in de wereld. Misschien duurt het langer dan ze gehoopt hadden. Het duurt langer dan ik had verwacht, en misschien gaat het anders dan we verwachtten, anders zelfs dan wat ik had verwacht, maar het gaat allemaal zoals het moet. Hij is hier. Ik twijfel er helemaal niet aan dat het gunstig zal verlopen. Het gaat zoals het moet. Het verloopt goed. Daar is totaal geen twijfel aan. Velen weten dat Hij er is, zij weten het innerlijk, intuďtief. En velen staan er voor open om te horen dat Maitreya er is.

Over onthechting in de gesprekken met het publiek bij informatiestands

Gewoon er zijn. Er zijn, dat is voldoende. Niet iedereen zal geďnteresseerd zijn. Mensen zijn bezig met hun eigen gedachten. Het belangrijkste is er gewoon te zijn; zij die er klaar voor zijn, zullen reageren. Je moet niet verwachten of iets willen. Dóe het gewoon. Geef de informatie alleen aan wie erom vraagt. Kijk, we gaan geen mensen bekeren. We zijn hier niet om te bekeren. We zijn geen missionarissen. We geven informatie wanneer iemand erom vraagt. Het belangrijkste is dat in wezen alles hier aanwezig is. Als je ervoor openstaat weet je het gewoon, je hoeft er niet over na te denken. Je hoeft er zelfs niet over te praten als je ervoor openstaat. Je weet dat het er in wezen allemaal is. Het resultaat moet je niets uitmaken. Doe het gewoon — verlang geen resultaat. Kijk niet naar resultaat. Het is een Westerse houding, een gewoonte van het denken, dat we altijd menen dat we iets moeten laten gebeuren. We vinden dat we dingen moeten doen, laten gebeuren. Maar dat hoeft niet per se. Elke verandering gebeurt langzaam. Heel geleidelijk. Denk alleen maar aan hoeveel keren, hoeveel levens — je weet zelf hoe dat is — hoeveel keren we vallen en weer opstaan, vallen en opnieuw proberen, we falen en staan weer op. Leven na leven. Verandering kost tijd.

Over de toestand van de planeet, de toekomst, en ons eeuwige getob

Je kunt je zorgen maken zoveel je wilt, maar dat zal niets veranderen. Je zorgen maken helpt niet, maar het gaat allemaal zoals het moet. Het is wel zo dat we nog moeilijke tijden tegemoet gaan. We zullen tot aan de afgrond gaan, maar we zullen er niet invallen. We zullen dicht langs de rand gaan, maar er niet overheen. Alles zal goed uitpakken. Alles komt goed. Je hoeft nergens bang voor te zijn. Ik twijfel daar absoluut niet aan! Ik heb niet meer gezag dan wie ook. Maar ik geloof het! Ik weet het. Mensen praten over hoop, maar als je gelooft, heb je geen hoop nodig. “Vergeet niet hoe krachtig Maitreya is. De mensen vergeten hoe krachtig Maitreya is!”

“Ik dank jullie hartelijk.”

Hij liet er bij ons geen twijfel over bestaan: “Hij is er!” en “Alles zal goed komen.” Dachten we terecht dat de bezoeker Maitreya was? Productieteams, Informatiecentrum, Amsterdam.

De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de bezoeker inderdaad Maitreya was.