Prioriteiten - april 2005

Elke dag sterven 10.000 baby’s een onnodige dood

Een campagne in het Britse medische tijdschrift The Lancet roept op tot actie om moeders en hun baby’s die gevaar lopen in de armste ontwikkelingslanden, te redden. Volgens medisch onderzoekers sterven elke dag ongeveer 10.000 baby’s van nog geen maand oud (vier miljoen per jaar), terwijl de meeste gered zouden kunnen worden met eenvoudige behandelingen die minder dan één euro per kind kosten. Dit aantal doden is gelijk aan het totale aantal baby’s dat elk jaar in West-Europa wordt geboren. Tweederde van het aantal doden valt in tien landen — Afghanistan, Bangladesh, China, de Democratische Republiek Congo, Ethiopië, India, Nigeria, Pakistan, Indonesië en Tanzania.
De meesten sterven aan infecties (36 procent), vroegtijdige geboorte (28 procent) en verstikking (23 procent). Tetanus, waar een miljoen baby’s per jaar aan overlijden, komt bijna niet voor bij baby’s in de ontwikkelde wereld. Bijna drie miljoen sterfgevallen kunnen voorkomen worden door ingrepen als tetanusvaccinatie van zwangere vrouwen, bevorderen van hygiëne bij de geboorte, borstvoeding, extra zorg voor baby’s met een te laag geboortegewicht en antibiotica voor baby’s die infecties oppikken. Vele van de baby’s met een te laag geboortegewicht kunnen gered worden door ze alleen maar warm te houden en goed te voeden, maar meer dan de helft van de vrouwen in Afrika en zuid-Azië ontbeert een verloskundige om complicaties te vermijden en advies te geven.
Richard Horton, redacteur van The Lancet, schrijft: “Als we doorgaan met niets doen voor kinderen die bedreigd worden, zullen we een oordeel van moedwillige onmenselijkheid over onszelf uitspreken. We zullen een wetende partij zijn bij een geheel te voorkomen massavernietiging van menselijk leven. Het wapen dat voor deze misdaad gebruikt wordt, zal niet een bom, een biologisch middel of een vliegtuig zijn. Het zal iets noodlottigers zijn — terugtrekking uit de wereld van menselijke rede en compassie in een nationaal solipsisme dat de waarden die we beweren te eerbiedigen, corrumpeert.”
(Bron: The Guardian, VK)

NEW YORK TIMES:
Duizenden stierven gisteren in Afrika

Na de tsunami die de wereld met een schok tot een nieuw besef van eenheid bracht, steunen steeds meer mensen het idee van samen-delen. Overal ter wereld worden oproepen tot economische en sociale rechtvaardigheid gehoord.
Het jongste voorbeeld is een redactioneel artikel in The New York Times: “Duizenden stierven gisteren in Afrika”. Het artikel prijst de vrijgevigheid van de ontwikkelde wereld in reactie op de tsunami, maar bekritiseert het gebrek aan gulheid dat de wereld toont ten opzichte van Afrika, “waar honderdduizenden arme mannen, vrouwen en kinderen elk jaar nodeloos sterven aan te voorkomen ziekten of onnatuurlijke rampen als burgeroorlogen.”
De krant noemt de streken in Afrika die er het ergst aan toe zijn, waaronder Somalië, Soedan, Congo, Zimbabwe, Ivoorkust, Liberia en Sierra Leone, als uitdaging niet alleen voor onze gezamenlijke menselijkheid, maar ook voor mondiale veiligheid. “De dodelijke combinatie van corrupte of destructieve leiders, poreuze en onbewaakte grenzen en ontwortelde of wanhopige jongemannen heeft sommige van deze streken gemaakt tot broeikassen voor internationaal terrorisme en besmettelijke ziekten als aids. Andere zijn toevluchtsoorden voor oplichters en drughandelaren wier slachtoffers in de hele wereld gevonden kunnen worden.
“De armoede, werkloosheid en wanhoop die in veel van deze plaatsen ontstaan, maken jonge mannen kwetsbaar voor de verleiding van terroristische organisaties die behalve twee maaltijden per dag, ook een doel geven om hun boosheid op rijke samenlevingen te ventileren, die samenlevingen die, zo doet men hun geloven, hen neerbuigend bekijken en met minachting behandelen. Naar verluidt verrijzen trainingskampen voor islamitische extremisten als mierenhopen op de savanne.”
In het commentaar merkt de krant op dat Amerika sommige van de onderliggende oorzaken van mondiale instabiliteit niet heeft onderkend. Het verwijst naar Amerika’s jaarlijkse militaire uitgaven van 400 miljard dollar, en nog eens 100 miljard voor militaire operaties in Irak en Afghanistan, en vergelijkt dat met een budget van slechts 16 miljard voor internationale hulp ten behoeve van de armste mensen in de wereld.
“Tientallen jaren”, schrijft The New York Times, “gaven de meeste Amerikanen er of de voorkeur aan niet te luisteren naar deze problemen, of hieven, verblekend bij de omvang van de menselijke tragedie, hun handen in wanhoop omhoog. Maar uitgaande van de hoeveelheid geld die het Westen zonder nadenken uitgeeft aan zaken als sport en spectaculaire amusementsshows, om maar niet te spreken van defensiebudgetten, lijkt het lenigen van vele van Afrika’s urgentste noden economisch zeer haalbaar. Wat heeft ontbroken is de politieke wil.”
Dit jaar [2005] geeft een unieke gelegenheid om de zo nodige politieke wil te mobiliseren, aldus het hoofdredactioneel commentaar. “Premier Tony Blair van Groot-Brittannië heeft het Britse voorzitterschap van de Groep van 8 industriële landen dit jaar ingezet om de armoede in Afrika aan te pakken. Blair wil dat zijn bondgenoot, Bush, naast hem staat op de komende G-8 topontmoeting in het Schotse Gleneagles in juli dit jaar. Na de G-8 bijeenkomst zal er in september een VN-topontmoeting zijn in New York, waar wereldleiders zullen bekijken welke vooruitgang geboekt is bij het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen om de mondiale armoede tegen 2015 te halveren.
“Het voornaamste onder deze doelen was dat ontwikkelde landen als de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk er naar toe zouden werken om 0,7 procent van hun nationale inkomen te geven voor ontwikkelingshulp aan arme landen. Als de vorderingen tot dusver een aanwijzing zijn, zal het een korte vergadering zijn. Terwijl Groot-Brittannië ongeveer halverwege op weg naar dat doel is, met 0,34 procent, en Frankrijk op 0,41 procent staat, vormt Amerika, met 0,18 procent, het absolute dieptepunt.”
“In de komende maanden kan Bush de manier waarop de wereld naar Amerika kijkt geweldig veranderen door zich samen met Blair in te zetten voor meer hulp voor Afrika. Het is de hoogste tijd; het continent ligt op sterven. In de Democratische Republiek Kongo, die alles behalve democratisch is, sterven elke dag zo’n 1000 mensen aan te voorkomen ziekten als malaria en diarree. Dat staat gelijk met elke vijf maanden een tsunami in dat land alleen al. In heel Afrika sterven elke dag duizenden mensen nodeloos aan ziekten als aids, tbc en malaria.
“Honderd jaar geleden, vòòr we de medische kennis hadden om deze ziekten uit te roeien, zou dit aanvaardbaar geweest kunnen zijn. Maar wij zijn de eerste generatie die ervoor kan zorgen dat er een einde komt aan armoede en de ziekten die eruit voortkomen. Het is de hoogste tijd dat we onze verantwoordelijkheid nemen. We zijn allemaal verantwoordelijk voor de keuze dat de tsunami-slachtoffers in zuid-oost Azië onze hulp meer verdienen dan de malaria-slachtoffers in Afrika.
Jeffrey Sachs, de econoom die leiding geeft aan het VN-Millennium Ontwikkelingsproject dat een einde moet maken aan mondiale armoede, spreekt in zijn boek Einde van armoede terecht de media aan: “Elke ochtend”, schrijft Sachs, “zou de krant kunnen melden: ‘Meer dan 20.000 mensen stierven gisteren aan extreme armoede.’ ”
“Welnu, op deze pagina willen we graag een begin maken,” besluit The New York Times zijn commentaar. “Gisteren stierven meer dan 20.000 mensen aan extreme armoede.” (Bron: New York Times, VS)

Wat is de tol?

“Over de hele wereld zijn er mannen, vrouwen en kleine kinderen, die niet eens het allernoodzakelijkste bezitten om in leven te blijven; zij verdringen zich in de steden van veel van de armste landen in de wereld. Deze misdaad vervult Mij met schaamte.
Mijn broeders, hoe kunnen jullie deze mensen voor je ogen zien sterven en jezelf mens noemen?
Het is Mijn plan om hen, Mijn kleinen, te redden van een wisse verhongering en nodeloze dood.
Het is Mijn plan jullie te laten zien dat de uitweg uit je problemen ligt in het opnieuw luisteren naar de ware stem van God in je hart, in het delen van de voortbrengselen van deze allerovervloedigste wereld met je broeders en zusters overal.
Maitreya, uit Boodschap nr. 11
De Meester van Benjamin Creme verklaart dat in de maand februari 2005 650.000 mensen nodeloos zijn omgekomen van honger en armoede.