Brieven van lezers - december 2005

Personeelwerver

In de zomer van 2005 stonden we met een kraam op de Croydon Mela. Op een gegeven ogenblik kwam er een Indiase man naar ons toe. Hij was van gemiddelde lengte, had donker haar, een korte baard en zeer heldere ogen. Op zijn hoofddoek na droeg hij moderne Westerse kleding. Hij leek al op de hoogte van Benjamin Creme, Maitreya en de Meesters.
Het grootste gedeelte van het gesprek ging over politiek en hij had het erover dat slechts een klein percentage van de wereldbevolking het meeste van de rijkdom in handen had. Hij zei dat het voornamelijk enkele groepen en corporaties waren die de rijkdom beheersten en dat ongeveer 2000 families de beheerders waren. Hij zei dat daar de voornaamste problemen lagen, omdat zij hun macht niet wilden opgeven. Hij praatte hier uitvoerig over, maar jammer genoeg kon ik hem niet in alles volgen en herinner ik me maar gedeelten van het gesprek. Ik geloof dat hij ook zei dat het uiteindelijk alleen de macht van het volk was, die dit zou kunnen veranderen.
Hij zei ook dat om armoede te kunnen begrijpen mensen het moeten ervaren en hij legde daar erg de nadruk op. Hij zei dat het een van de belangrijkste problemen van het Westen was, en dat er daarom gebrek aan begrip was. Hij zei ook dat als hij iets wilde begrijpen, hij zichzelf eerst, fysiek, in die situatie plaatste. Alleen weten is niet genoeg.
Toen ik hem vroeg hoe het komt dat hij zoveel van dit onderwerp wist, antwoordde hij dat hij een diepgaande studie gemaakt had van politiek en economie. Toen ik hem vroeg hoe hij in zijn levensonderhoud voorzag, vertelde hij me dat hij mensen wierf om hem te helpen met zijn werk. Hij vergeleek het met het bouwen van een boot. Hij zei dat je in de eerste plaats een volmaakt plan nodig hebt, dan iemand om toezicht te houden op de uitvoering van het werk en je bovendien dan nog perfecte technici nodig hebt om de instructies in de praktijk op te volgen. Hij zei dat hij degene was die toezicht hield op het werk dat wordt uitgevoerd en de juiste mensen voor het werk rekruteerde.
Toen ik hem vroeg waar hij oorspronkelijk vandaan kwam, zei hij van een dorpje in de Himalaya. Toen ik vroeg of hij nu in Londen woonde, zei hij alleen maar tijdelijk, dat hij steeds heen en weer reisde, en afwisselend hier en in de Himalaya was.
Toen ik hem vroeg waar zijn gezin was, zei hij dat hij geen gezin had.
Op een zeker moment vroeg hij me of ik Maitreya had ontmoet, waarop ik bevestigend antwoordde. Hij zei: “Waarom denk je dat?” Dus vertelde ik hem dat Benjamin Creme een ontmoeting bij een Palestijnse demonstratie had bevestigd, waarop hij lachte. Toen zei hij: “Denk je dat Benjamin Creme Maitreya heeft ontmoet?” Ik zei dat ik zijn boeken had gelezen en daaruit had begrepen dat Benjamin Creme geen verlangen daarnaar heeft en dat er speciale redenen voor zijn. Hij lachte weer en zei dat dat juist was.
Op een gegeven ogenblik zei hij: “Ik heb veel gepraat, waarom vertel je me niet meer over wat jij doet?” Ik antwoordde dat ik het gevoel had dat ik hem niets te bieden had, omdat hij al alles over Maitreya wist — en hij was inderdaad meer toegerust om over het onderwerp te praten dan ik. Hij antwoordde dat ik het goed deed en zo door moest gaan.
Hij moet een goed halfuur geweest zijn en hij deed me ook enkele persoonlijke suggesties. Toen hij wegging, gaf hij me een hand en zei me gelukkig te zijn. Na een poosje zag ik hem 15 meter van onze stand vandaan staan, hij stond de menigte te observeren en was verdiept in zijn eigen gedachten, waarbij zijn blik soms even inzoomde.
Toen verdween hij, maar even later was hij er weer, in gesprek met iemand anders bij een stand een paar meters van de onze vandaan, weer liet hij zo nu en dan zijn blik gaan. Hij was in de buurt tot we de spullen inpakten en wandelde toen kordaat weg.
S.S., London (VK).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘Indiase man’ Maitreya was.

Kerstvrouw

In 1998 had ik op eerste Kerstdag vroeg in de ochtend een droom. Ik zeg droom maar het was meer een allesomvattend gevoel en ervaring, zoals ik nog nooit had meegemaakt.
Ik droomde dat ik in het huis van mijn zuster was en in het bed en de kamer waar ik ook echt lag te slapen. Ik werd wakker, in de droom, en keek door het raam naar de straat waar een vrouwelijke Kerstman zat, omringd door kinderen. Ze was erg groot, niet dik, maar ze had een groot hoofd en boezem, en enorme heupen. Ze had lang, dik, rood krullend haar en een roze gelaatskleur. Ze keek me lachend recht in mijn gezicht. Ik snakte naar adem en was op dat moment vervuld van wat ik alleen maar kan beschrijven als totale, volledige en absolute liefde die van haar naar mijn hart stroomde en vervolgens door mijn hele lichaam.
Ik kan me ieder detail van deze ervaring nog herinneren en het geweldige gevoel van liefde te ontvangen. Dit was voor mij een ervaring die mijn leven veranderde. Ik werd omstreeks die tijd ook zwanger van mijn eerste kind.
Ik vraag me af of u me kunt vertellen of dit een oproep tot geestelijke bewustwording voor mij was en zo ja, van wie?
P.G., Glasgow (Schotland, VK).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de droom inderdaad een “oproep tot geestelijke bewustwording was” van de Meester Jezus.

Twee brieven van dezelfde persoon

Verborgen schat

(1) In juni 2004 bemanden mijn man en ik de kraam van Share International in Denver (Colorado, VS). We hadden nog een stoel nodig voor medewerkers, dus ging ik op weg over een grasveld om er een te zoeken. Er lagen daar twee dakloze mannen, met een sigaret in de hand; beide droegen zwarte honkbalpetten en de oudste droeg een donker tweedjasje. Naast hen stond een boodschappenkar gevuld met lege popcornblikjes. Ik vroeg of zij gezien hadden waar extra stoelen opgeslagen waren. Ik werd verwezen naar de informatiekraam. De jongste bracht me daar heen, op aandrang van de oudste. Hij liep een halve meter voor me en sprak niet. Hij was lang en had een schone spijkerbroek aan. Ik vond het vreemd dat een dakloze er zo schoon uit zag.
Op het laatst vroeg ik, is het drugs of alcohol? Hij antwoordde, alcohol. Ik wist dat, omdat mijn vader een alcoholicus was — hij was niet gewelddadig, maar mijn jeugdjaren waren daardoor ellendig (hij was een dronkelap). Op z’n minst een uur lang vergezelden die twee me over het hele terrein op zoek naar die stoel, maar zonder resultaat. Ik kon het niet helpen dat iets in me maakte dat ik me blij voelde, omdat ik wist dat ze probeerden me te helpen, ik kon het goddelijke in hen zien, in een ander licht.
Ze brachten me terug naar onze kraam, de jongste duwde de kar, alleen de oudste man praatte. Hij zei dat hij uit Californië kwam, uit een grote familie, en dat hij en zijn vader vroeger gingen vissen. Hij voegde eraan toe: “Ik kan teruggaan wanneer ik maar wil.” De kleinere, oudste man zei steeds: “de jongste is zo jong”, tot ik hem vroeg, “hoe oud is hij?” Hij antwoordde, 38. Ik zei: “Ik kan niet zien hoe oud u bent, omdat u een baard heeft.” Hij zei: “Ik houd van mijn baard.”
Toen het tijd was om afscheid te nemen trok de oudste man een stoel van de bodem van het karretje vandaan en gaf die aan mij. Ik was zo verbijsterd dat alles wat ik kon zeggen was: “Ik kan uw stoel niet aannemen, die is van u.” Hij antwoordde: “Wat moet ik met een stoel doen? Ik wil dat jij hem neemt.” Toen zei hij tegen me: “Wil je me omhelzen voor we weggaan?” Ik zei ja.
Is het mogelijk dat deze mannen Maitreya en de Meester Jezus waren?
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de oudste man Maitreya was en de jongste de Meester Jezus.

Oproep

(2) Onze naaste familie heeft erg moeilijke tijden doorgemaakt en op een dag hoorde ik mezelf Maitreya aanroepen, dat ik behoefte had aan een omhelzing. Een paar dagen later, 1 februari 2005, gingen we voor de laatste keer naar de dokter voor verwondingen die ik op Thanksgiving Day 2004 had opgelopen door een val van de trap. Op weg naar huis stopten mijn man en ik bij een supermarkt. Ik had nog een grote laars aan mijn voet en liep met een stok. Een dame kwam naar me toe en omhelsde me. Het schokte me, omdat ik me mijn gebed tot Maitreya herinnerde. Zij omhelsde me nog eens en vroeg of we altijd in deze winkel boodschappen deden. Ik zei nee, zij zei dat als dat het geval was geweest, zij daar ook had willen komen. Zij zei steeds dat ik een mooi gezicht heb. Ik werd er verlegen van. Ik keek nauwlettender naar haar gezicht en zag dat zij roodachtig, blond haar had en haar gezicht gaaf en zonder rimpels was. Ik merkte op dat zij ook een mooi gezicht had, ze leek me in de vijftig.
Toen ze wegliep, zag mijn man dat zij in een auto stapte en wegreed. Was zij wellicht Maitreya?
B.S., Boulder (Colorado, VS).
Benjamin Creme’s Meester bevestigt dat de ‘dame’ Maitreya was.

Twee brieven van dezelfde persoon

Verkoper

(1) Vroeg in de middag, in augustus 1998, verliet ik mijn werk op een industrieterrein.
Toen ik een rotonde opreed bij de hoofdweg, zag ik een man van middelbare leeftijd met een baard, die aan de kant van de weg de voorbijkomende auto’s gebaarde te stoppen. Omdat ik toen net niet kon stoppen, nam ik de rotonde nog een keer om te kijken of hij hulp nodig had. Toen ik aankwam waar hij stond, gaf hij nog steeds iedere auto die langs kwam tekens, maar niemand leek hem enige aandacht te geven. Toen ik het raampje naar beneden deed, kwam hij naar me toe en zei in het Italiaans dat hij en zijn vriend een lading kleding uit Italië naar El Corte Inglés, een groot warenhuis, hadden gebracht, maar dat er toen bij het uitladen een fout werd ontdekt in een kleine partij kleding en zij die niet konden afleveren. Hij zei, dat hij daarmee niet thuis kon komen, omdat hun baas woedend zou worden, dus probeerde hij die lading nu te verkopen. Hij wees naar een kleine bundel die zo’n 10 meter van hem af verborgen lag, en zei dat zijn vriend in de vrachtauto wachtte die vlak in de buurt stond. Hij nodigde me uit om naar de kleren te kijken om iets voor mijn vrouw te kopen, omdat het goede modieuze kleding was.
Ik keek rond maar kon de vrachtauto nergens ontdekken. Ik stelde voor dat ik hun een paar andere plaatsen kon wijzen, waar ze de kleren gemakkelijker konden verkopen, omdat dit industrieterrein zonder winkels en huizen erg moeilijk voor hem zou zijn. Hij antwoordde dat zij geen officiële vergunning hadden om te verkopen en dat dat een probleem kon geven met de autoriteiten.
Ik zocht naar geld om te kijken of ik iets kon kopen, maar ontdekte dat alles wat ik bij me had een 500 pesetastuk (ongeveer drie dollar) was. Ik vertelde hem dat ik niet genoeg geld bij me had om iets te kopen, maar dat hij toch de munt kon krijgen.
Op dat moment legde hij zijn hand op mijn rechterarm en zei, dat het er eigenlijk niet toe deed en dat hij erg dankbaar was dat ik gestopt was. We zeiden elkaar goedendag en ik reed verder. Terwijl ik op de rotonde was op weg naar de hoofdweg kon ik hem nog zien, gebarend naar de voorbijkomende auto’s die hem bleven negeren.
Deze ontmoeting was op de een of andere manier vreemd voor me, omdat we elkaar perfect begrepen, alsof we dezelfde taal spraken, terwijl hij in feite Italiaans sprak en ik Spaans. Ik zou graag weten of deze ontmoeting met de Italiaanse man iets bijzonders was?
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘Italiaanse man’ de Meester Jezus was.

Vriendelijke vreemdeling

(2) Het was op een avond in de herfst van 1998 in Barcelona, mijn vrouw en ik reden na Transmissie-meditatie naar huis. Op een kruispunt zagen we, terwijl we een hoofdweg opreden, een jonge man van ongeveer 35 jaar, met een baard en ondoorgrondelijke, donkere ogen, die op het trottoir liep. Hij leek naar ons te kijken, lachend en groetend met zijn rechterhand. Het leek vreemd, omdat we ons niet herinnerden hem eerder ontmoet te hebben. Maar hij straalde hartelijkheid uit die me het gevoel gaf alsof ik hem altijd had gekend.
Toen we al op de hoofdweg reden, keek ik in de achteruitkijkspiegel en zag dat hij niet verder was gelopen, zich had omgedraaid en naar ons bleef kijken, hij lachte en hield zijn handen voor zich uit. Ik moest even voor me kijken om te kunnen blijven rijden en toen ik weer in de spiegel keek, kon ik hem niet meer zien. Was deze jonge, lachende man een bijzonder iemand?
Horacio Londner, Barcelona (Spanje).
De Meester van Benjamin Creme verklaart dat de ‘jonge man’ de Meester Jezus was.