Visie voor een duurzame vrede in het Midden-Oosten (deel I)

interview met Dr. Mazin B. Qumsiyeh door Andrea Bistrich

Dr. Mazin B. Qumsiyeh “Samen leven in het land Kanaän – Mensenrechten en het Israëlisch-Palestijnse conflict” is het meest recente boek van professor Mazin B. Qumsiyeh, Palestijnse activist en hoogleraar aan de Yale-universiteit (VS). Het is een kritisch onderzoek naar de kwesties die de kern vormen van het conflict en geeft een visie voor een blijvende vrede die gebaseerd is op handhaving van de principes van mensenrechten voor iedereen.
Mazin B. Qumsiyeh is mede-oprichter van een aantal organisaties en groepen, zoals de Midden-Oosten Driehoeksdialoog, de Carolina Midden-Oosten Vereniging”, de Stichting tot Behoud van het Heilige Land, de Oorsprong van het Midden-Oosten Unie, de Coalitie voor het Palestijnse Recht op Terugkeer en Academici voor Rechtvaardigheid.
Hier volgt het eerste deel van het interview dat Andrea Bistrich met Mazin B. Qumsiyeh had voor Share International.

Share International: Is het Midden-Oostenconflict voornamelijk een godsdienstig conflict of is het een strijd om land, water and andere natuurlijke bronnen?
Mazin Qumsiyeh: De essentie van het conflict is een strijd van de inheemse bevolking om op hun land te blijven tegenover een meedogenloze campagne tot “zuivering” (term die in het begin van de 20ste eeuw geïntroduceerd werd door de zionisten). Na bijna 100 jaar is tweederde van de inheemse bevolking vluchteling of ontheemd en leeft het overgebleven deel in steeds kleiner wordende gebieden, verarmt in toenemende mate en wordt als in een getto geïsoleerd.

SI: Wie profiteert van de instabiele situatie in het Midden-Oosten?
MQ: Verscheidene groepen:
1) De wapenindustrie. De Verenigde Staten zijn de grootste wapenexporteurs ter wereld en 60 procent van onze export gaat naar het Midden-Oosten.
2) De olie-industrie. Minder Amerikaanse betrokkenheid zou kunnen leiden tot beëindiging van afhankelijkheid van olie, tot ontwikkeling van alternatieve energiebronnen en energiebehoud.
3) Denktanks en hun werknemers in Washington. Niet minder dan 24 van zulke groepen ontvangen aanzienlijke fondsen van speciale belangengroepen, die reiken van olie- en militaire industrie tot lobbies voor Israël.
4) Vele zionistische leiders. Sommigen krijgen veel aandacht, ontvangen forse honoraria voor lezingen en worden bewierookt. Als groep kunnen zij het joodse karakter van Israël in stand houden en de nodige democratische hervormingen, scheiding van staat en godsdienst, en onbeheerste economische ontwikkeling tegenhouden.
5) Godsdienstfanaten (zowel christenen, als joden en moslims) die in doemscenario’s geloven. Deze fanatiekelingen negeren duidelijke oproepen vanuit hun godsdienst tot mededogen, liefde en respect voor anderen. De fanatieke joodse kolonisten in Hebron zijn daar een goed voorbeeld van, evenals Osama bin Laden.
6) Vele Arabische leiders. Een oplossing van het conflict zou de enige steunpilaar waarop hun dictatoriale macht nog rust, kunnen wegnemen. Een dictatoriale macht die onmetelijk profiteert van winstgevende olie- en wapenhandel en die [de aandacht van] de kiezers afleidt van lokale problemen.
7) Vele Amerikaanse staatsambtenaren die als gift voor herverkiezing miljoenen dollars ontvangen van pro-zionistische en andere groepen die profiteren van de status quo. Het ontbreken van een Midden-Oostenconflict zou hun het geld van delen van hun achterban ontnemen.

SI: Kunt u iets zeggen over de rol en geschiedenis van het verschijnsel zionisme in dit hele conflict?
MQ: Toen het Britse Rijk luitenant-kolonel George Gawler aantrok (die de leiding had over de Britse strafkolonies in Australië) werd een politiek zionistisch programma gesmeed. Gawler kreeg de taak om te onderzoeken of het haalbaar was om “joodse kolonies in Palestina te vestigen” om de geostrategische belangen van het Britse rijk te dienen. Velen zetten vraagtekens bij zijn rapport dat in 1845 gepubliceerd werd, onder wie een joods lid van het parlement, en toch werd het aangenomen en gefinancierd. De eerste kolonie van Europese joden werd in 1880 in Palestina gevestigd. Het programma was een jammerlijke mislukking totdat Brittannië na WO I de controle over het gebied had. Sinds die tijd hebben de inheemse Palestijnen (van verschillende godsdiensten) verschrikkelijk geleden en dat is nog steeds zo. De belangrijkste macht die dat nu mogelijk maakt, is Amerika, dat als hoofdsponsor van het zionisme na WO II de plaats van Brittannië overnam.

SI: Hoe verhouden zionisme en antisemitisme zich tot elkaar?
MQ: Ik leg dit in mijn boek uitvoerig uit. Eigenlijk is het fenomeen jodenhaat een Europees verschijnsel (antisemitisme is niet een erg goede term, omdat het merendeel van de Europese joden geen semiet is en alle Arabisch sprekende mensen dat strikt genomen wel zijn). De haat werd in de 19de en begin 20ste eeuw in Europa gevoed door de opkomst van etnocentrisch nationalisme. In respons op dit verschijnsel verzetten de meeste redelijk denkende mensen (joden en niet-joden) zich op basis van open ideologieën, uiteenlopend van het socialisme tot het humanisme. Maar een minderheid nam het Brits-geïnspireerde chauvinistische etnocentrisch nationalisme over dat werd vertegenwoordigd door het politieke zionisme en dat veel baat had bij de verstrengeling met andere vormen van etnocentrisch nationalisme. Zie bijvoorbeeld Lenni Brenners boek 51 Documents: History of Nazi Zionist Collaboration.

SI: Israël heeft tot dusver geen bereidheid getoond om ‘het recht op terugkeer’ te effectueren. Wordt er in de Israëlische politiek of de samenleving wel over deze kwestie gesproken?
MQ: Net als in Zuid-Afrika onder de apartheid is er een stevig verankerd systeem dat het weigeren van fundamentele mensenrechten aan niet-joden (christenen, moslims, enzovoort) ondersteunt. Individuele Israëlische joden en enkele moedige organisaties werken er hard aan om hun medeburgers te vormen. Maar evenals in Zuid-Afrika zullen degenen die aan de macht zijn alleen door externe en interne druk (boycots, desinvestering, verzet, enzovoort) uiteindelijk hun onmogelijke dromen van afscheiding en haat jegens ‘de ander’ opgeven.

SI: Israël heeft meer dan 65 resoluties van de VN-Veiligheidsraad geschonden en werd door Amerikaanse veto’s beschermd tegen nog eens 37 resoluties. Niettemin ontvangt Israël miljarden aan hulp uit Amerikaanse belastingopbrengsten. Wat schuilt er achter deze onmiskenbare Israëlisch-Amerikaanse relatie?
MQ: Het tijdschrift Fortune rangschikte de zionistische lobby in Amerika als de op drie na sterkste lobby, en als eerste op het gebied van buitenlandse kwesties. Maar ik denk dat ook andere factoren belangrijk zijn die ik al eerder noemde in de opsomming van degenen die profiteren van het voortdurende, ingehouden conflict (zoals militaire industrieën, oliebelangen).

SI: Hoe lang zou Israël de illegale bezetting van Palestina kunnen volhouden zonder Amerikaanse steun?
MQ: Volgens de Israëlische auteur Nehemia Stessler in de krant Ha’aretz zou Israël zonder Amerikaanse steun onderworpen zijn aan een handelsembargo en “uit elk internationaal forum, om nog maar niet te spreken van de VN, gezet zijn” en zou het land het niet lang uitgehouden hebben, gezien zijn afhankelijkheid van de import van grondstoffen en de export van wapens (voor het merendeel Amerikaanse technologie).

SI: Welke stappen zouden kunnen leiden tot de eerste tekenen van vrede en democratie in het Midden-Oosten?
MQ: Stopzetten van zowel militaire als economische hulp en onderwerping van Israël aan boycots en desinvesteringen, net als met de apartheid in Zuid-Afrika, zijn essentieel om duurzame en eerlijke vrede te brengen.

SI: Elke dag kunnen we op de tv Israëlische wreedheden tegen Palestijnen zien, maar we horen bijna nooit iets over protestbewegingen in het land. Van buitenaf gezien lijken de Israëliërs het in het algemeen eens te zijn met hun regering. Zijn de meeste critici uit hun thuisland weggetrokken?
MQ: Inderdaad, honderdduizenden Israëli’s hebben met hun voeten gestemd en hebben het land verlaten. Zoals ik al zei, zijn er nog moedige Israëliërs die zich inzetten voor die strijd. Maar ik denk dat het fout is te beweren dat men moet wachten op een Israëlisch-joodse meerderheid die in opstand komt tegen het onrecht en racisme dat eigen is aan de politieke overtuiging van het zionisme. In Zuid-Afrika was er op geen enkel moment een meerderheid van blanken die beëindiging van de apartheid ondersteunde.

SI: Terrorisme en geweld – zoals we zien bij Palestijnse zelfmoordacties — worden vaak genoemd als de belangrijkste obstakels voor onderhandelingen over een haalbare oplossing voor het conflict tussen Israël en Palestina. Kunt u iets zeggen over de wortels van terrorisme en geweld, en hoe dit probleem van geweld aangepakt kan worden?
MQ: In plaats van de landbouwmetafoor van “wortels” gebruik ik liever de medische metafoor. Geweld is een symptoom van een onderliggende ziekte. In Zuid-Afrika was geweld (inclusief afschuwelijke vormen als het levend verbranden van mensen) een symptoom van de onderliggende oorzaak, namelijk apartheid. Toen er eenmaal een einde aan apartheid was gekomen, vlamde geweld niet meer op — het geweld van de inheemse bevolking noch het veel grotere en systematische staatsgeweld.
Hetzelfde gebeurde in de strijd tegen kolonialisme en onderdrukking op plaatsen als Vietnam (onder Frans en later Amerikaans bestuur), Algerije (onder Frans imperialisme) en de inheems-Amerikaanse strijd tegen Europeaanse kolonisators.

SI: De voornaamste stelling en het doel van uw boek is een visie te geven voor een duurzame vrede gebaseerd op mensenrechten die gedragen worden door het internationaal recht. Welke rol speelt de internationale gemeenschap in dit proces?
MQ: Eenvoudig deze: als je een ‘routekaart’ naar vrede wilt die duurzaam en eerlijk is, dan is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens het beste document. Amnesty zei dat de Oslo-akkoorden gefaald hebben omdat mensenrechten genegeerd werden. De ‘routekaart’ van de regering-Bush (gesteund door het ‘Kwartet’ – VN, EU, VS en Rusland) telt in het Engels 2.218 woorden, maar er ontbreken drie sleutelwoorden: mensenrechten, internationaal recht.

SI: De beëindiging van het Palestijns-Israëlisch conflict lijkt tot op zekere hoogte ook afhankelijk van wat er moet gebeuren met de stad Jeruzalem. Aan wie behoort Jeruzalem toe?
MQ: Jeruzalem behoort niet toe aan een politieke entiteit, maar aan de eigen inwoners (inclusief degenen wie de stad ontnomen is). Wanneer men de fundamentele mensenrechten op de eerste plaats stelt (waaronder het recht op land en huiseigendom), worden de kwesties duidelijker en beter oplosbaar. Drie monotheïstische godsdiensten beschouwen Jeruzalem kennelijk als een heilige stad, maar het is veel te beperkend om Jeruzalem te claimen als een ‘joodse’, ‘moslim-’ of ‘christelijke’ stad.

SI: Hoe zit het met de burgerbewegingen in Palestina en Israël? Zijn ze krachtig genoeg om een verandering van betekenis teweeg te brengen?
MQ: Burgerbewegingen zijn de enige krachten die overal ter wereld in maatschappijen veranderingen kunnen aanbrengen. Verandering komt nooit van boven af. Het komt altijd van gewone mensen die samenwerken.

Mazin B. Qumiyeh, Sharing the Land of Canaan — Human Rights and the Israeli-Palestinian Struggle, Pluto Press 2004, ISBN 0745322484.

Andrea Bistrich is een in Duitsland gevestigde medewerkster van Share International.