Het volgende is het eerste gedeelte van een interview waarin onderstreept wordt hoe belangrijk gezondheid is voor het herstellen van vertrouwen en weer opbouwen van een gemeenschap in een na-oorlogse situatie.

Gezondheid als brug naar ontwikkeling

Interview met Willem van de Put door Eva Beaujon

De Nederlandse non-profit organisatie HealthNet TPO, een fusie van HealthNet International (HNI) en Transcultural Psychosocial Organisation, werkt aan de opbouw van de gezondheidszorg in gebieden die door oorlog, rampen en armoede zijn ontwricht, waar het bestaande zorgsysteem vaak volledig is ingestort. Er is gebrek aan medicijnen, faciliteiten en ervaren personeel.
Bij HNI ligt de nadruk op de versterking van de gezondheidsstructuren en de bestrijding van ziekten. TPO is gespecialiseerd op het gebied van psychosociale hulpverlening en geestelijke gezondheidszorg en doet wetenschappelijk onderzoek naar de psychosociale gevolgen van oorlogen en rampen.
Directeur Willem van de Put is gespecialiseerd in medische antropologie en doet momenteel onderzoek naar collectief trauma en rehabilitatie in Cambodja. Hij is co-auteur van de Nederlandse film Deacon of Death, een documentaire over de zoektocht naar gerechtigheid in Cambodja.
Eva Beaujon interviewde hem voor Share International op het hoofdkantoor van HealthNet TPO in Amsterdam.

Share International: HealthNet International werd in 1992 opgericht door de Nederlandse sectie van Artsen zonder Grenzen. Wat hoopte  u hiermee te bereiken?
Willem van de Put: Na een ramp of oorlog verlenen organisaties zoals Artsen zonder Grenzen hulp om de ergste nood te lenigen. Dan komt er een moment dat die noodhulp niet echt meer nodig is en dan moet je weggaan. Als je te lang blijft doorgaan met noodhulp ontstaat er een afhankelijkheidssyndroom. Gekwalificeerd lokaal personeel trekt weg omdat er voor hen geen werk is zolang er noodhulp wordt gegeven. Na vertrek van de internationale hulporganisaties stort het zorgsysteem in.
Artsen zonder Grenzen richtte HNI op om zo snel mogelijk de kloof te helpen overbruggen tussen noodhulp en structurele ontwikkeling van de gezondheidszorg.

Van de Put schetst waarom het belangrijk is de geestelijke gezondheidszorg op te bouwen, met name in lage inkomenslanden waar vrijwel geen psychiatrische zorg bestaat. “In Zimbabwe is één psychiater, Cambodja heeft er acht. Dat betekent dat er geen gezondheidszorg is voor mensen met angststoornissen, depressies en dergelijke. Als ergens enorme armoede heerst en er ook nog een lange oorlog overheen gaat, is de psychische schade enorm.”
Hij legt uit dat schendingen van mensenrechten, ervaringen van geweld, verkrachting en ontvoering diepe sporen kunnen nalaten die het dagelijks functioneren ernstig bemoeilijken. Deze trauma’s bemoeilijken de wederopbouw en ontwikkeling van het land.
WvdP: Het is essentieel om dat te onderkennen en hiervoor programma’s op te zetten. Dat werd eerst niet gezien of het werd ontkend. De laatste tien jaar is daar, mede dankzij de aandacht die wij daaraan besteden, verandering in gekomen.
Omdat deze landen een zeer zwak gezondheidszorgsysteem hebben, is het niet praktisch een geestelijk gezondheidszorgsysteem op te zetten naar Westers model. Je kunt niet allerlei specialisten laten komen om in elke individuele nood te voorzien. Daarom hebben we gekozen voor gemeenschapsprogramma’s, waarbij de geestelijke gezondheidszorg wordt geïntegreerd in de bestaande gezondheidsstructuren. Lokale artsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen worden getraind om emotionele en psychiatrische problemen te herkennen en te behandelen. Ernstige of zeldzame gevallen worden doorverwezen naar specialisten. Sleutelfiguren in de gemeenschap, zoals traditionele genezers, dorpsoudsten, onderwijzers en monniken worden ook getraind om problemen te kunnen herkennen. Het opzetten van zelfhulpgroepen wordt ondersteund.
Het is ook praktischer en inhoudelijk beter om mensen als groep te zien. Je probeert de samenleving, de onderlinge banden en het vertrouwen dat kapot gemaakt is door de oorlog, weer te herstellen. Dát hebben mensen nodig om weer met opbouwen te kunnen beginnen.