Brieven van lezers - jan/feb 2006

Zelfbediening

In januari 2005 was ik op bezoek bij mijn familie in Teheran, Iran. Mijn moeder stelde op een dag voor om na het winkelen de bus naar huis te nemen, omdat ik sinds mijn schooljaren niet meer in Iran in een bus had gezeten.
We wachtten bij de bushalte en toen de bus kwam, zag ik dat de mannen voor instapten en de vrouwen achterin moesten instappen. In de bus was een lage afscheiding van draadgaas om de mannen van de vrouwen te scheiden. Ik stond met de rest van de vrouwen achterin en was verbaasd over de indeling, omdat de mannen voorin zaten en de vrouwen achterin stonden.
Terwijl de bus zich in beweging zette, stond er voorin een man op van tussen de 35 en 40 jaar, tenger van postuur, die een hele stapel witte A4-papieren in zijn hand had met tekst erop. Hij begon luid te roepen, zodat iedereen het kon horen. Hij zei: “Imam Zamaan (Maitreya) is hier — lees er alles over. Steek je hand op als je een foldertje wilt hebben.”
Op een gegeven ogenblik keek hij direct naar mij en ik voelde dat hij me uitdaagde om er een te nemen. In mijn hoofd bleef ik overwegen of deze man oprecht was of niet. Ik stak mijn hand niet op en tegen de tijd dat ik besloot om een foldertje aan te pakken, was het te laat. Ik heb mijn actie sindsdien betreurd. Kunt u zeggen of die man Maitreya was?
E.P., Westcliff on Sea (VK).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘man in de bus’ Maitreya was.

Inlevingsvermogen

Op 16 oktober 2005, de dag van Benjamin Creme’s lezing in München (Duitsland), had ik met mijn gezin (mijn vrouw en mijn twee gehandicapte dochters) ’s middags een bezoek gebracht aan de pelgrimskerk in Altötting (Beieren). Terwijl ik met mijn dochter (in een rolstoel) bij de deur stond, voelde ik dat iemand aan mijn rechterarm trok. Toen ik me omdraaide, zag ik een jongen van een jaar of 10 met een bril en een gehoorapparaat. Hij staarde naar me en gebaarde dat ik me naar hem toe moest buigen, zodat hij me een kus op mijn rechterwang kon geven. Op de vraag hoe hij heette, antwoordde hij “Martin”. Hij nam mijn hand en leidde me door de kerk tot binnen in de crypte en terug. Tijdens deze kleine excursie wilde hij dat ik hem omhelsde, wat ik vaak deed. Nadat we afscheid van elkaar hadden genomen, verdween hij plotseling. Was dit een bijzondere jongen?
D.H., Tettnang (Duitsland).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘jongen’ Maitreya was.

Ver van de jachtige menigte

Het is februari 2005, ik ben op weg naar Transmissie-meditatie in Londen, alleen, beneden in de bus en zit onder het videoscherm. Een zwarte man van in de 60, met een honkbalpet op en boodschappentassen in beide handen trekt mijn aandacht terwijl hij instapt. Hij kan zijn reispasje niet vinden en maakt grapjes met de bestuurder. “Zou je een eerlijke man herkennen wanneer je hem tegenkwam?” Hij lacht hartelijk en zorgeloos alsof hij alle tijd van de wereld heeft. Uiteindelijk zit hij op een plaats aan de zijkant voor me. Mijn horoscoop komt voorbij op het scherm, die stelt dat “niets en niemand me kan stoppen om mijn doel te bereiken.” Ik denk aan Maitreya en of ik in Londen zal blijven en werk zoeken of teruggaan naar landelijk Ierland waar ik meestal alleen aan het mediteren ben. De man kijkt me recht in het gezicht en zegt: “Waar zit je over te denken, meisje?”
We gaan intens in elkaar op, geen woorden, geen gedachten, maar zoveel ruimte. Hij staat op om uit te stappen na maar twee haltes. Terwijl hij langs loopt: “Kijk goed om je heen, meisje, naar alle gekte, het is waanzin daar buiten.” Weer zijn we recht tegenover elkaar. “Maar jij en ik, zuster, wij staan buiten het gekkenhuis.” Weer die open uitwisseling. Hij verlaat de bus; als de bus optrekt, kijk ik naar hem terwijl hij een grote, dikke kus naar me blaast. Wat denkt u? Was het Maitreya?
M.B., Sneem (Co, Kerry, Ierland).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man Maitreya was.

Geen steekje laten vallen

Op zondag 13 november 2005 stond ik op het punt een lezing over het wederverschijningsverhaal te geven in het Quaker Meeting House in Edinburgh (Schotland) met een presentatie van dia’s van wonderen, toen een man van begin 60 zich voegde bij degenen die voor de lezing gekomen waren. Ik bood hem een kopje thee aan net voor de lezing begon — dat hij aannam. Het ongewone was, dat toen hij bij het begin van de lezing ging zitten, hij onmiddellijk een paar breinaalden en wol te voorschijn haalde en begon te breien! (Ik dacht dat dit wat vreemd was en moest op dat moment mijn gezicht in de plooi houden om niet in de lach te schieten).
Hij was sportief gekleed en trok de aandacht met een rode trui. Hij had kleine, diep liggende ogen en een enigszins verweerd gelaat. Hij maakte over het geheel de indruk vrolijk van aard te zijn.
Omdat er maar vijf aanwezigen waren, nodigde ik hen uit om tijdens de lezing vragen te stellen. Hoewel hij in de loop van de lezing verdiept leek in het breien, luisterde hij ook aandachtig naar de informatie en stelde veel vragen. Hij was altijd erg hoffelijk en het leek alsof zijn vragen bedoeld waren om mij er toe te brengen op een zo duidelijk en eenvoudig mogelijke manier toe te lichten wat ik gezegd had of er dieper op in te gaan, teneinde specifieke aspecten van het wederverschijningsverhaal volledig te kunnen begrijpen. Zijn vragen waren allemaal gericht op het krijgen van informatie en nooit sceptisch of negatief.
Na de lezing stelde hij zich voor als Daniël en gaf me een gedeelte van het patroon dat hij gebreid had — hij noemde het een ‘vriendelijk vierkant’ en vroeg me het te willen aannemen als een geschenk. Hij gaf een paar andere ‘vriendelijke vierkanten’ aan mensen uit het publiek. We praatten ook een poosje en hij vertelde me dat hij vele jaren geleden 13 hersenoperaties had gehad en dat zijn geheugen daardoor aangetast was. Ik vond dat nogal ontstellend — zoveel operaties ondergaan te hebben. Op een gegeven punt in het gesprek herhaalde hij een vraag aan mij, omdat hij zich niet kon herinneren of hij me dezelfde vraag al eerder had gesteld. (Ik vroeg me af of hij deels een weerspiegeling van mij was, omdat ik een slecht geheugen heb dat best verbetering zou kunnen gebruiken). Hij vroeg ook naar de Theosofische Vereniging en hoe hij daar kon komen.
Ik herinner me geloof ik dat hij nog een kopje thee dronk en toen wegging, nadat hij wat van de gratis informatie had gepakt.
Omdat deze ontmoeting een beetje ongewoon was, vroeg ik me af of hij misschien een Meester was?
C.P., Edinburgh (Schotland).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘breier’ Maitreya was.

Stoepwijsheid

Op zaterdag 23 juli 2005 liepen verscheidene groepsleden en ik over Telegraph Avenue in Berkeley (Californië, VS) op weg naar een avondmaal, nadat we de conferentie over Spiritueel Activisme hadden bijgewoond. We liepen langs een man die op een deken op de stoep zat. De kleding die hij droeg was versleten, hij had lang, grijs haar en zag er erg broos uit, hij vroeg om geld. Ik liep terug en gaf hem wat geld. Toen hij me aankeek, was ik geschokt; hij had een heel vriendelijk gezicht met een innemende glimlach, en de opmerkelijkste doordringende blauwe ogen die ik ooit gezien had en een directe blik. Hij vroeg me: “Denk je dat je een goede christen bent?” Ik mompelde iets van dat ik mezelf niet als een christen beschouwde, maar geloof in de leringen van Christus en geloof in mensen behandelen zoals ik graag behandeld word. De man zei toen: “Ik geloof niet in Paulus; ik geloof in Jezus. Paulus zei: ‘Geloof alleen zal u redden.’ Maar Jezus zei: ‘Als je de armen niet voedt, de naakten niet kleedt, zij die in de gevangenis zitten niet bezoekt, ken ik je niet.’ En Paulus heeft Jezus zelfs nooit gekend.”
Was deze man een van de Meesters?
S.S., San Francisco (Californië, VS).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man Maitreya was.

Wereldvisie

Ik was posters aan het ophangen in het Mission District van San Francisco voor een videopresentatie die onze groep daar zou houden in de lente van 2005. Ik was in een bakkerswinkel in 24th Street (Panaderia – LoveLa Mejor genaamd) en maakte aanstalten om weg te gaan nadat ik daar een poster had opgehangen. Plotseling kwam een man de winkel binnen en liep van achter op me toe, wijzend op de poster. Hij had hem kennelijk al eerder gelezen. Het was een hispanic met een nogal donkere huidskleur, kalend en misschien in de 50, met ongewone gelaatstrekken.
Hij zei onmiddellijk en energiek: “Is dit net als Sai Baba?” Ik zei: “Ja.” Hij zei: “Is het als Ma?” of iets dat ik niet helemaal goed kon verstaan. Ik zei: “Bedoelt u Amma, de Knuffelgoeroe?” Hij leek bevestigend te knikken. Hij zei: “Is het als Krishnamurti?” Weer zei ik: “Ja.” Hij praatte snel en gaf me weinig ruimte om uit te weiden.
Terwijl ik met hem praatte, hoorde ik dat hij uit Colombia kwam en moslim was. Hij had een buitengewoon energiek en actief denken en een zwaar accent. Hij had stralende ogen en zijn gebit was er nogal slecht aan toe. De hele tijd dat ik bij hem was, had ik een gevoel van opwinding, en ik kreeg al snel het idee dat ik met Maitreya praatte.
Hij had een aantal uitgesproken politieke visies. Hij had het over politici die maken dat je denkt dat ze aan jouw kant staan, maar die in feite niet in het belang van het volk handelen. Ik zei: “Zoals Bush”, en hij zei: “Nou ja, daar weten we alles van.” Hij verwees toen naar de gouverneur van Californië, Arnold Schwartzenegger, naar diens pogingen om immigratie uit Latijns-Amerika te beletten en noemde het schandalig.
De man wees erop dat mensen uit Europa naar dit land zijn gekomen, de oorspronkelijke bewoners verkracht en gedood hebben, en Afrikanen onder dwang als slaven hierheen brachten. Op een gegeven moment praatte hij over onderwijs en zei: “Hoe kun je onderwijzen als je geen kennis hebt?” Ook gaf hij aan dat Jezus een betrekkelijk donkere huidskleur had gehad.
Hij sprak openlijk zijn afkeuring uit over de afscheidingsmuur die door de Israëli’s gebouwd is op Palestijns grondgebied. Ik vroeg hem hoe het is om moslim te zijn in Colombia en zei dat ik er geen idee van had dat er moslims in dat land woonden. Hij zei dat er honderden jaren geleden Moren naar Colombia waren gekomen en dat er “Palestijnen” onder hen waren geweest. Hij zei dat hij soennitisch moslim was. Ergens in ons gesprek zei hij kortweg dat hij een keer in zijn leven naar Kongo in Afrika was geweest.
Uiteindelijk vroeg ik hem naar het bijwonen van onze presentatie met een video van een lezing van Benjamin Creme. Hij zei dat hij er zou zijn. We schudden elkaar de hand en hij ging zitten toen ik de winkel uitliep. Was deze man Maitreya?
J.K., Oakland (Californië, VS).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man Maitreya was.