Hier volgt een gedeelte van een interview met de president van Slovenië, dr. Janez Drnovsek, waarin hij naar voren komt als een man met een buitengewone visie. Al zijn uitspraken geven blijk van zijn betrokkenheid bij het algemeen welzijn.

Politiek in de Nieuwe Tijd

interview met dr. Janez Drnovsek, president van de republiek Slovenië,

door Saso Segula Prosenc

Dr. Janez Drnovsek, president van de Republiek Slovenië, was eerder 10 jaar premier van Slovenië, en van mei 1989 tot mei 1990 Hoofd van het Presidentschap van het vroegere Joegoslavië. In september 1989 zat hij de 9e Top van Niet-gebonden Landen in Belgrado voor en was de hoofdonderhandelaar bij gesprekken over Sloveense autonomie. Hij is tevens econoom, politiek analist en promotor van de politiek van consensus. Hij heeft vele internationale onderscheidingen ontvangen voor zijn verrichtingen op politiek, economisch en humanitair gebied.
In het begin van 2006 startte hij de humanitaire en politieke campagne Beweging voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling om te trachten de crisis in de Soedanese provincie Darfur op te lossen. Dit jaar heeft hij tot nu toe Frankrijk, de VS, Bolivia, Roemenië, het Emiraat Katar, Sri Lanka, Spanje, Portugal, Israël, Palestina en Cyprus bezocht. Saso Segula Prosenc interviewde hem voor Share International.

Share International: Verscheidene maanden geleden veranderde u uw houding ten aanzien van uw rol als staatspresident, bijna van het ene moment op het andere. U bent zeer actief betrokken bij inspanningen om vrede en gerechtigheid in de wereld tot stand te brengen. De media en het grote publiek hebben uw oprechte betrokkenheid opgemerkt. Wat veroorzaakte deze verandering?
Dr. Janez Drnovsek: Doet het ertoe wat de oorzaak was? Ik zou dit kunnen zeggen: op een bepaald moment bereik je een niveau van bewustzijn dat dan leidt tot het opgeven van je vroegere, meer gebruikelijke, patronen, die wellicht gangbaarder zijn in de politiek. Maar dan ontdek je dat dit niet genoeg is, dat het noodzakelijk is om werkelijk te beginnen met het oplossen van de vele problemen van de mensheid en dat de conventionele politiek met haar gebruikelijke benaderingen die niet oplost, althans niet in voldoende mate. Er moet iets meer gedaan worden. Het besef en de gewaarwording van dit feit leidden tot deze verandering.

SI: We kunnen zien dat u niet langer een conventionele politicus bent. U bent bezig mensen van goede wil aan te moedigen en bijeen te brengen, ondersteunt hun pogingen, en treedt op om mensen bewust te maken. Recentelijk richtte u de Beweging voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling op. Wat betekent dit voor Slovenië en de wereld?
JD: Het is essentieel om het bewustzijn te verheffen. De wereld is uit balans, er zijn veel problemen – van het probleem van armoede tot het feit dat nog steeds velen van honger omkomen, de vernietiging van de Aarde en de klimaatverandering. We moeten ons ervan bewust zijn dat deze onevenwichtigheden enorm groot zijn en dat ze groeien.
Soms denken wij mensen dat er iemand is die uiteindelijk voor alles zal zorgen, zodat het weer de juiste kant opgaat. Ik denk dat – zoals passagiers in een bus die plotseling merken dat niemand de bus bestuurt – we zelf iets zullen moeten doen om van richting te veranderen in de menselijke ontwikkeling en onze manier van handelen. En dat is een kwestie van bewustzijn, dat we ons bewust worden van deze problemen en van het feit dat wijzelf ook iets moeten doen – ieder van ons, of we thuis zijn of op ons werk; ieder kan iets doen in zijn eigen omgeving. De enige manier om iets te veranderen in de wereld is om het niveau van bewustzijn te verhogen. De pogingen in het verleden, verscheidene revoluties, hebben merendeels gefaald omdat ze geweld gebruikten, hetgeen een slechte basis is. Het is niet mogelijk om iets goeds te bouwen op een slechte ondergrond. Maar als we het bewustzijn veranderen en steeds meer mensen de noodzaak van veranderingen gaan beseffen, dan zal het mogelijk zijn om iets aan die basis te doen.

SI: Begin dit jaar startte u een humanitaire en diplomatieke campagne waarmee u regeringen en verschillende organisaties in de wereld wilde aanmoedigen om de crisis in de Soedanese provincie Darfur op te lossen. Kunt u de toestand in Darfur beschrijven en uw visie voor de oplossing van het probleem?
JD: Darfur is een kenmerkend slechte situatie – een humanitaire ramp die sommigen zien als genocide. De internationale gemeenschap heeft al drie jaar geprobeerd het probleem op te lossen, zonder succes. Ook ik heb geprobeerd te helpen het probleem van Darfur op te lossen, al zeg ik het zelf, toen het leek alsof de wereld aan deze crisis gewend was geraakt en het een algemeen aanvaard feit was, ‘dus we hoeven er ons geen zorgen meer over te maken’. Het leek noodzakelijk om mensen weer bewust te maken dat zich daar iets heel ernstigs voltrekt en dat er meer aan gedaan moest worden.
Vòòr de Darfur-crisis waren er andere situaties waar de internationale gemeenschap treuzelde: Rwanda, het voormalige Joegoslavië, Bosnië-Herzegovina, waar genocide voorkomen had kunnen worden met vastberadener internationaal optreden en door op het juiste moment te beseffen dat er iets gedaan moest worden om dit te voorkomen. Maar de internationale gemeenschap wist niet hoe ze dat kon doen.
Na Rwanda, na Bosnië-Herzegovina, zeiden wij internationale politici: “Er moet nooit meer een Rwanda, nooit meer een Bosnië-Herzegovina gebeuren.” Op de VN-top van afgelopen september [2005] kwamen we overeen dat de Verenigde Naties zou interveniëren in gevallen waarin nationale regeringen niet in staat waren, of niet de verantwoordelijkheid wilden nemen, om de veiligheid van hun volk te verzekeren. De internationale gemeenschap nam het op zich om in zulke gevallen te interveniëren, om niet de soevereiniteit van het land te respecteren als die soevereiniteit betekende dat mensen daar omkwamen of dat de nationale regering onwillig of niet in staat was hen te beschermen. In zulke gevallen is de internationale gemeenschap verplicht op te treden. Die overeenkomst werd in september bereikt en in de maanden sindsdien gebeurde er niets in Darfur.
De situatie werd erger, dus vroeg ik aandacht voor Darfur met een in Slovenië georganiseerde humanitaire campagne. Het was ook belangrijk voor Slovenië: terwijl we mensen in Darfur hielpen, waren we tevens bezig het Sloveense volk ervan bewust te maken. We leren van dit voorbeeld en het herinnert ons eraan dat we verbonden zijn met elkaar, dat de mensen daar nu in nood zijn, en dat op een ander ogenblik wij degenen kunnen zijn die hulp nodig hebben, en dat wij nu moeten helpen. Ik startte een politieke campagne om de aandacht van de internationale gemeenschap en de media te richten op het vinden van een politieke oplossing voor de crisis.

SI: Begin maart [2006] bezocht u het Midden-Oosten, waar u sprak met Israëlische politieke leiders en tot de Palestijnse president Mahmud Abbas. Wat was het doel van dat bezoek en hoe reageerden Israëlische en Palestijnse leiders op uw woorden?
JD: Ja, ik bezocht Israël op hun uitnodiging op een nogal specifiek tijdstip – net nadat Hamas de verkiezingen in Palestina had gewonnen, en toen Israël zich in een bijzondere situatie bevond vòòr de verkiezingen, als gevolg van premier Sharons toestand. Het was een tijd van grote onzekerheid. Het was interessant om gezichtspunten uit te wisselen met de Israëlische en Palestijnse politieke leiders. Dit is een van die situaties die al te lang heeft geduurd en een constante cyclus van geweld en haat genereert. Maar het is echt tijd dat zij een oplossing vinden. Ik heb zowel de Israëli’s als de Palestijnen gezegd dat zij vrede en stabiliteit verdienen – dat zij een weg uit die cyclus moeten zien te vinden.
Daarom vond ik dat Hamas niet bij voorbaat veroordeeld, maar juist een kans gegund moest worden. Het is voor het eerst dat Hamas verantwoordelijkheid draagt. Door Hamas te verkiezen, legde het Palestijnse volk een grote verantwoordelijkheid op Hamas. En het Palestijnse volk wil vrede. Het wil geen escalatie van het geweld, dat weet ik zeker. Als de leiders van Hamas verantwoordelijke en serieuze mensen zijn, zullen ze zich moeten schikken naar de wens van het Palestijnse volk.
Soms kan vrede eerder bereikt worden met radicale partijen en met meer stabiliteit, dan met meer gematigde. Mijn boodschap aan zowel de Israëli’s als de Palestijnen was, dat Hamas in dit geval een kans gegund moest worden en dat ze niet overhaast moesten oordelen en ook niet te snel moesten terugvallen op de cyclus van geweld. De cyclus moet ergens gestopt worden. Iemand moet die beweging maken. En als er nu niets positiefs uit deze situatie voortkomt, dan ben ik bang dat Israël en Palestina wederom veroordeeld worden tot jarenlang geweld, haat en onzekerheid. Dat is waarom er iets gedaan moet worden, hier en nu, en zij niet te snel zouden moeten zeggen: “Er kan niets gedaan worden in deze situatie en met deze mensen.”

SI: De wereld is kleiner geworden dankzij informatietechnologie en de media, en de armen worden direct geconfronteerd met de kloof tussen hen en de minderheid van rijke landen die veel te veel heeft en praktisch alle natuurlijke hulpbronnen. Kan zo’n systeem blijven bestaan?
JD: Nee, ik denk dat dit niet kan voortduren. Deze situatie is onverdraaglijk. Het is schandelijk. De meerderheid van de mensheid leeft in armoede en een kleine minderheid beschikt over enorme rijkdom. Dit is immoreel, onethisch en kan op de lange duur niet blijven voortbestaan. Vroeg of laat zal het op de een of andere manier terugkaatsen en ook degenen treffen die nu meer dan genoeg hebben. Als de meerderheid van de mensheid vindt dat deze wereld onrechtvaardig is, dat ook de verdeling van rijkdom bijzonder onrechtvaardig is, dan moet er vroeg of laat iets gebeuren. Deze meerderheid zal de situatie eenvoudig niet stilletjes accepteren. Deze situatie creëert op z’n minst een omgeving die terrorisme stimuleert. In een omgeving waarin mensen ervan overtuigd zijn dat de wereld onrechtvaardig is, is er natuurlijk een veel grotere basis voor terrorisme en zijn meer mensen bereid om zich daarmee in te laten.
De moderne wereld beschikt over de middelen voor massavernietiging. Als terroristen zulke middelen te pakken krijgen, kan er vroeg of laat een ramp voor de hele wereld ontstaan waarvan niemand zich kan isoleren. De huidige rijken denken dat zij zich kunnen isoleren van de rest van de wereld en hun veiligheid zeker stellen. Dat kunnen ze niet. Niemand kan dat.
De wereld moet anders georganiseerd worden, en dan bedoel ik door bewustzijn, niet door revolutie. In het verleden werden problemen opgelost door revoluties die het systeem veranderden door middel van geweld en de rijkdom herverdeelden. Het is gebleken dat dit niet de juiste weg is. Maar naarmate hun niveau van bewustzijn toeneemt, zullen steeds meer mensen beseffen dat deze situatie onverdraaglijk is en degenen die veel bezitten, zullen zich dit feit uiteindelijk realiseren.
Het zal onmogelijk worden om miljoenen mensen te zien sterven, terwijl iemand miljarden dollars bezit en niets doet om de situatie te veranderen. De grootste landen, inclusief het machtigste land ter wereld, zouden veel meer moeten doen om te helpen. Als het sterkste land ter wereld alle fondsen die het in één jaar besteed aan wapens, zou bestemmen om de armoede op te lossen, zou het zijn reputatie in de wereld reusachtig verbeteren. Het zou moreel krediet verdienen en zijn populariteit zou veel groter zijn dan nu, terwijl het geld spendeert aan wapens en defensie. Ook dit is een zaak van bewustzijn bij politici en het volk.