Swami Premananda — Avatar achter tralies

door Adam Parsons

In een afgelegen dorp op het randje van zuid-India, ver van de toeristische oorden, vervolgt een opgewekte, heilige man zijn dagelijkse routine. Tussen zes uur in de ochtend en zes uur in de avond geeft Swami Premananda dagelijks een geestelijke verhandeling aan een gehoor van honderden, schrijft persoonlijke antwoorden met advies en hulp op een onophoudelijke stroom brieven, houdt elke dag openbare interviews voor de arme mensen om zich heen, terwijl hij voortdurend het beheer overziet van een fruitplantage, een bloemkwekerij, een weeshuis, een school, en een ashram die zich op meer dan 250 km afstand bevinden. Dit klinkt wellicht als het leven van een uitzonderlijk gewetensvolle heilige, met dien verstande dat Swami Premananda al meer dan elf jaar lang achter de tralies zit en de mensen die zijn dagelijkse raad zoeken medegevangenen zijn in de gevangenis te Cuddalore. (…)
De gevangenis waar Premananda sinds 1998 verblijft, ligt op een afstand van een vijf uur durende treinreis van de ashram in de stoffige kustplaats Cuddalore, die in december 2004 door de tsunami werd verwoest. Geen toerist zou reden hebben hier te komen, vooral niet aan het modderige einde van het regenseizoen, maar ik was gewaarschuwd het doel van mijn bezoek voor me te houden. Het gaf me enigszins het gevoel op een geheime missie te zijn — Premananda heeft sinds zijn arrestatie nog geen enkele buitenlandse verslaggever ontmoet.
We vormden een klein gezelschap dat zich in de vroege ochtend in een nabijgelegen dorp verzamelde, alvorens in een paar Ambassador-taxi’s (model jaren ’50) te stappen. De gevangenis bevond zich twee kilometer verderop in een mistroostige en bosrijke streek, en werd omsloten door een kaal voorhof en een torenhoge muur, bewaakt door schildwachten met ouderwetse geweren.
Het toneel werd onwerkelijker toen ons gezelschap zich verzamelde rondom Premananda, die rustig op een kruk zat in zijn kale cel zonder ramen. (…)
Veel mensen die Swamiji, zoals hij normaal aangesproken wordt, voor het eerst ontmoeten, zeggen dat hij heel anders overkomt dan het gebruikelijke beeld van de sombere heilige man; maar met zijn volle ronde baard, altijd glimlachende witte tanden en in een om zich heen gedrapeerde doek, lungi genoemd, lijkt hij bijna op het prototype van een wijze, uitbundige goeroe. Hij spreekt buitenlanders toe in een inspirerend, zichzelf aangeleerd Engels dat enige vertaling behoeft van degenen die meer ervaring hebben met zijn vermakelijke stijl van door elkaar gehaspelde zinnen en overgeslagen werkwoorden, en het is moeilijk om niet mee te lachen met zijn levendige toelichtingen.
De pr-ambtenaar die vertaalde, legde uit dat Premananda blind wordt ten gevolge van onbehandelde staar en diabetes, en dat hij ook lijdt aan hoge bloeddruk, oorklachten heeft en chronische astma. In de zomermoesson, zo werd mij verteld, kunnen de cellen tot kniehoogte onder water lopen. “Er zijn nauwelijks voorzieningen – geen dak, geen fan, geen licht, geen bed. Ik moet op de grond slapen!” legde Premananda uit, terwijl hij door het traliewerk tuurde en in zichzelf lachte.
Hij beschreef deze omstandigheden zo vrolijk en uitgelaten, dat je gemakkelijk zou kunnen vergeten hoe verschrikkelijk het moet zijn. Op de vraag hoe de situatie voor de andere gevangenen was, begon Swami de vele onrechtvaardigheden in Indiase gevangenissen te beschrijven. Van de 3000 gedetineerden in de gevangenis in Cuddalore was ten minste de helft onschuldig, zei hij, omdat het tot de normale gang van zaken behoorde dat een rijk iemand een moord of een ernstige misdaad pleegt en dan de politie omkoopt, opdat een ‘gewone’ man de schuld krijgt. “Maar hoe kunnen we deze mensen helpen? De enige manier is een advocaat aan te stellen,” zei hij. “De overheid wijst voor iedere gevangene een gratis advocaat aan, maar die doet niets. Nu heb ik zo’n 200 mensen vrij gekregen door een advocaat te betalen en de zaak in de gaten te houden. Als iemand me zakgeld geeft, gaat dat geld rechtstreeks naar hun advocaat! Ik wil geen geld voor mezelf.”
Andere gedetineerden die in de buurt van Premananda verblijven, vertellen over de goede daden die hij voortdurend en in stilte in de gevangenis doet. De heer Parvallal, bijvoorbeeld, die elke dag uren in Premananda’s cel doorbrengt om antwoorden op brieven die Swami, omdat diens gezichtsvermogen achteruitgaat, zonder ophouden dicteert, met de hand op te schrijven, gaf informatie die zelfs niet bekend is aan bewoners van de ashram. Elke morgen omstreeks 8 uur, zo vertelde Parvallal, verzamelen zich enkele honderden mensen op de binnenplaats, met speciale toestemming van de bewakers, om te luisteren naar Premananda terwijl hij een aspect van de Sanathana Dharma (de filosofie van de oude wijsgeren van India) bespreekt. “Ik heb vier jaar lang elke dag deze lessen bijgewoond en ze hebben me beslist veranderd,” aldus Parvallal. “Wanneer we naar Swami’s satsangs (verhandelingen) luisteren, vergeten we in dat uur dat we in de gevangenis zitten.”
De heer Kumaran, een rustige en oprechte jongeman die Premananda helpt met karweitjes in diens cel, sprak met zoveel lof over Swami dat zijn ogen straalden en zijn gezicht leek te stralen. Nadat hij de materiële en geestelijke hulp had beschreven die Premananda geeft aan de honderden gedetineerden die hem bezoeken, zoals geld om hun families te helpen en zelfs winkeltjes om mensen te helpen een nieuw leven te beginnen na de gevangenis, zei Kumaran: “Hoewel Swamiji een menselijke vorm heeft, heb ik het gevoel dat hij eigenlijk een levende god is.”
Eén ex-gedetineerde uit de gevangenis van Cuddalore, de heer Shankara, vertelde dat hij zó gehecht was geraakt aan Premananda dat hij weigerde om na zijn vrijlating de gevangenis te verlaten.(…)
Terwijl Swami Premananda nog 18 jaar in de gevangenis wacht zonder mogelijkheid van beroep, zijn de beschuldigingen van de verdediging in zijn rechtszaak zó ernstig, dat deze volgens veel supporters een onderzoek door een internationale rechtbank rechtvaardigen. Ram Jethmalani heeft de plechtige belofte gedaan dat hij persoonlijk voor de zaak zal blijven vechten tot een presidentieel pardon of gratie is verleend, ondanks het feit dat hij zich op 83-jarige leeftijd heeft teruggetrokken en niet meer als advocaat werkzaam is. “Men buigt zijn hoofd in schaamte,” zei hij na het oordeel van het Hooggerechtshof en stelde dat het vonnis internationale verlegenheid teweeg heeft gebracht in de faculteiten der rechtsgeleerdheid van India, want hierdoor wordt het in elkaar slaan van getuigen “om af te dwingen wat de politie als waarheid beschouwt” eigenlijk gesanctioneerd. De gevolgen zijn zo afschrikwekkend, waarschuwde Jethmalani, dat er dringend wetgeving moet worden ingevoerd om de wet zoals die nu in India van kracht is, te herzien. (…)