wereldmonitor mei 2006

Amerikaanse academici onder druk

Een in maart 2006 in de London Review of Books en op de website van de Harvard Universiteit gepubliceerd onderzoek heeft aanleiding gegeven tot onrust, wat volgens de auteurs op een van de punten hun gelijk bewijst, namelijk dat Amerikaanse kritiek op Israël door de machtige pro-Israël lobby constant tot zwijgen wordt gebracht met beschuldigingen van antisemitisme. Het onderzoek van Stephan Walt, decaan aan de Harvard School of Government, en John Mearsheimer, professor politieke wetenschappen aan de Universiteit van Chicago, stelt dat de pro-Israël lobby in de Verenigde Staten een dominante en schadelijke invloed heeft op het buitenlandse beleid van Amerika, en beschuldigt deze lobby ervan verantwoordelijk te zijn voor de Amerikaanse invasie in Irak.
De studie heeft een enorme rel teweeggebracht, waarbij de auteurs het predikaat antisemiet opgeplakt kregen en Harvard haar logo van de internetversie heeft verwijderd. Ook werd kort nadat het artikel gepubliceerd was, aangekondigd dat professor Walt eind juni 2006 zou aftreden als decaan, ofschoon zijn collega’s zeggen dat dit allang gepland was. Professor Mearsheimer vertelde The Guardian: “Wij betogen in het stuk dat de lobby zich veel moeite getroost om zowel de kritiek op het beleid van Israël als op de betrekkingen tussen de VS en Israël tot zwijgen te brengen, en dat daarvoor het meest effectieve wapen de beschuldiging van antisemitisme is. We verwachtten dus niet anders dan als antisemiet bestempeld te worden, ook al zijn wij beiden vrienden van Israël en ondersteunen wij krachtig het bestaan van de staat Israël.” De beschuldiging van de auteurs dat de lobby toezicht houdt op academici om ervoor te zorgen dat zij niet van de pro-Israël lijn afdwalen, wordt door de New York Sun ondersteund. Deze krant schreef dat Robert Belfer, zakenman en voornaamste donor van de universiteit, de universiteit gebeld had met het verzoek Walt te verbieden de kwalificatie decaan van Harvard te gebruiken in de publiciteit rond het onderzoek.
Het artikel beschrijft hoe Israël de grootste ontvanger is van Amerikaanse hulp – Israël ontvangt eenvijfde van het Amerikaanse budget voor buitenlandse hulp – en hoe het volgens een Amerikaanse deelnemer aan de Camp David-besprekingen uit 2000 eveneens “consequent” voorzien wordt van “diplomatieke steun”. Walt en Mearsheimer trekken de logica van deze onwrikbare steun in twijfel; zij stellen dat het niet in het belang van Amerika is en weerleggen de bewering van Israël en de VS dat zij door de gezamenlijke terroristische bedreiging met elkaar verbonden zijn: “Amerika heeft voornamelijk een terrorismeprobleem omdat het zo nauw verbonden is met Israël, en niet andersom.”
De professoren schrijven, wijzend op Israëls krijgsmacht en zijn economische dominantie in de regio: “Indien ondersteuning van de verdrukten een dwingende reden was, dan zouden de Verenigde Staten de tegenstanders van Israël moeten steunen.”
Het onderzoek besteedt ook nauwgezet aandacht aan pro-Israël regeringsfunctionarissen zoals voormalig ondersecretaris van Defensie Paul Wolfowitz in de huidige regering-Bush en voormalig adjunct minister van Buitenlandse Zaken Martin Indyk in de regering Clinton.  (Bron: Haaretz, Israël; The New York Sun, VS; The Guardian, VK; imemc.org)