De kunst van het leven

Vragen en antwoorden
door Benjamin Creme

Benjamin Creme“De kunst van het leven” was het onderwerp van de themalezing van Benjamin Creme tijdens de Transmissie-meditatieconferentie in Europa en de VS in 2005, waarvan de tekst is verschenen in Share Nederland nr. 1 (jan./feb. 2006). Hieronder volgt de eerste selectie van vragen en antwoorden die hierover tijdens de conferenties werden gesteld. Ter inleiding drukken we hier een fragment af uit een artikel door Benjamin Creme’s Meester over hetzelfde onderwerp:
“Weldra zal er een grote verandering plaatsvinden in onze benadering van het leven. Uit de chaos van de huidige tijd zal een nieuw begrip ontstaan van de betekenis achter ons bestaan en al het mogelijke zal worden gedaan om ons besef van die betekenis uit te drukken in ons dagelijks leven. Dit zal leiden tot een volledige transformatie van de samenleving: een nieuwe sprankeling zal onze verhoudingen en instellingen kenmerken; een nieuwe vrijheid en gevoel van vreugde zullen de huidige angst vervangen. Maar bovenal zal de mensheid gaan beseffen dat leven een kunst is, gebaseerd op bepaalde wetten, en dat een juiste uitdrukking daarvan de functie van de intuïtie vereist.
“Onschadelijkheid is de sleutel tot de nieuwe schoonheid in verhoudingen die zal ontstaan. Een nieuw besef van verantwoordelijkheid voor daden en gedachten zal een ieder leiden in elke situatie; een begrip van de Wet van Oorzaak en Gevolg zal de manier waarop mensen met elkaar omgaan, transformeren. Een nieuwe en harmonieuzere wisselwerking tussen mensen en landen zal de wedijver en het wantrouwen van nu verdringen. Geleidelijk zal de mensheid de kunst van het leven leren, die elk ogenblik de ervaring van het nieuwe verschaft. Niet langer zullen de mensen leven met angst voor de toekomst en voor elkaar. Niet langer zullen miljoenen honger lijden of gebukt gaan onder de last van arbeid voor hun broeders.” (uit: de Meester — oktober 1983)
De vragen en antwoorden in deel 1 (Share Nederland nr. 2 (mrt. 2006) richten zich op de volgende thema’s: de Wet van Karma; de Wet van Onschadelijkheid; conflictoplossing; onschadelijkheid en schadelijkheid. Hier volgt een selectie van de vragen en antwoorden.

De Wet van Karma en Onschadelijkheid

V. Kunt u misschien enkele voorbeelden geven van hoe we het best gebruik kunnen maken van de Wet van Karma?
A. De beste manier is om onschadelijk te zijn in elke situatie. De meeste mensen zijn onschadelijk in de ene situatie en schadelijk in een andere. Er zijn heel weinig mensen (zij moeten wel heilig zijn, als ze bestaan) — behalve de Meesters, Die heiligen zijn — die in elke situatie onschadelijk zijn. Vanwege onze begoochelingen, onze conditionering, zijn we in sommige situaties onvermijdelijk schadelijk, minder schadelijk in andere, mogelijk helemaal niet schadelijk in weer andere, maar vaak genoeg om ons karma te creëren. Het antwoord is heel eenvoudig, ofschoon moeilijk. Net als alles vereist het discipline.
Onschadelijk zijn in elke situatie — denk eens aan de beheersing die je daarvoor nodig hebt. Beheersing kan gemakkelijker worden door meditatie en door de positieve, besliste werking van de wil om onschadelijk te zijn in zoveel situaties als we kunnen herkennen. We zullen in veel situaties schadelijk zijn zonder het zelfs maar te beseffen; ik weet zeker dat dit voortdurend gebeurt. Pas achteraf beseffen we hoe schadelijk we zijn geweest.
Ik weet bijvoorbeeld zeker dat president Bush een oprecht christen is. Maar kijk eens naar de schade die hij heeft aangericht in Afghanistan, naar de schade die hij heeft aangericht in Irak. De schade die hij en degenen om hem heen momenteel de vrijheid van het Amerikaanse volk aandoen, door manieren te bedenken om zijn vrijheid in te perken.
Wij hebben allemaal de illusie dat we onschadelijk zijn. We weten hoe ver we niet zullen gaan, maar alles tot dat punt is, indien nodig, aanvaardbaar. We zijn vaak schadelijk, we weten dat we schadelijk zijn zonder de omvang van die schade te onderkennen en zijn, vanwege onze begoochelingen, in staat om die geheel weg te redeneren.
Het verbijstert mij altijd hoe sommige mensen die ik heb ontmoet, die zo bekend zijn met de Alice Bailey-leringen dat ze er zelfs lezingen over geven, mij vertellen: “Ik ben het eens met alles wat u zegt over de Hiërarchie en Maitreya enzovoort, maar wat ik niet kan accepteren zijn uw ideeën over het samen-delen van de hulpbronnen van de wereld.” Ik vind het onthutsend. Ik begrijp niet wat ze hebben gelezen, of hoe ze hebben gelezen wat de Meester Djwhal Khul zegt over het samen-delen van de hulpbronnen. Het is een van de belangrijkste onderwerpen in De problemen van de mensheid.
Deze mening houden ze er in alle ernst op na. “We hebben niet veel, maar wat we hebben is van ons. We hebben ons hele leven hard gewerkt voor wat we hebben” (terwijl ze in een van de rijkere gebieden van zuid-Californië wonen, aan het strand!) “Ik begrijp niet waarom we moeten delen wat we hebben met mensen die we niet eens kennen.” “Misschien hebben ze wel lang haar of hebben ze een rastafari-kapsel.” Of: “Waarom trekken ze (de hongerende miljoenen in Afrika) zichzelf niet aan de schoenveters omhoog, net als wij?” Zo bedotten we onszelf, hoe we de realiteit bedekken met deze begoocheling om haar niet te hoeven zien. Het lukt ons goed om het buiten te sluiten, om het te rationaliseren.
Als je wilt, kun je alles rationaliseren. Je moet premier Blair eens horen rationaliseren waarom Groot-Brittannië in oorlog is met Irak, waarom het niet iets is waarvoor hij excuses verschuldigd is (en waarvoor hij nooit verontschuldigingen heeft aangeboden) ook al was 70 procent van het Britse volk ertegen. Het advies van de beste denkers in Groot-Brittannië, laat staan in Frankrijk, Duitsland en de andere Europese landen, luidde negatief.
Rationaliseren is het gemakkelijkste wat er is. Bepaalde stralen, en derhalve bepaalde soorten denkvermogen, maken het gemakkelijker om onaangename zaken weg te redeneren. Ze zijn onaangenaam als je ze ziet. Maar je kunt ze wegredeneren, ze achter je laten en ‘vooruitkijken, naar de toekomst’ zoals Blair en Bush. Zij willen dat je hun vergissingen vergeet en alleen ziet wat volgens hen de mogelijkheden zijn die voor ons liggen. Alle regeringen doen dit. Ze hebben het sinds mensenheugenis gedaan en als ze de kans krijgen, zullen ze het blijven doen. Het is aan ons om ze die kans niet te geven.

Conflictoplossing

V. Hoe kunnen we conflicten oplossen zonder schadelijk te zijn? Hoe houdt het tijdselement verband met onschadelijkheid? Kan oprechte vergeving de schade beperken?
A. Welnu, hoe zou jij het doen? Er is slechts één manier om conflicten op te lossen zonder schadelijk te zijn. Er is een manier die, als je die volgt, te zijner tijd effect zal hebben en op de meest onschadelijke manier conflicten voor het grootste deel zal oplossen, en dat is door te accepteren dat je moet geven, teneinde te ontvangen.
Als je met een ander een conflict hebt, bijvoorbeeld over land, water of olie, hoe ga je dan te werk? Je ontmoet elkaar en zoekt een compromis, iets wat jullie beiden tevreden stelt. Het zal niet alles opleveren waarop jij vanuit jouw positie had gehoopt, maar je bereikt een compromis doordat jij een zekere concessie hebt gedaan, niet de volle 100 procent van je recht hebt geëist, en je tegenstander het ook op dezelfde onschadelijke manier heeft benaderd en enkele van zijn rechten heeft opgegeven. Door wijsheid, verstandige concessies, kom je tot een aanvaardbare overeenkomst en zo bewaar je de vrede of eindig je het conflict zonder verdere schade aan te richten.

V. Hoe houdt het tijdselement verband met onschadelijkheid?
A. Als het net is als met de Israëli’s en de Palestijnen, heb je eindeloze besprekingen en doen de Palestijnen enkele concessies waarop de Israëli’s zeggen: “Nee, dat is niet acceptabel.” Dan bieden de Israëli’s een minuscule concessie, iets wat praktisch geen betekenis heeft en natuurlijk verwerpen de Palestijnen dat direct. Dan zeggen de Israëli’s: “Zie je wel, ze accepteren ons aanbod niet.” En zo duurt de strijd voort. Je moet het doen met waarheid. Je moet eerlijk zijn in wat je doet. Om te beginnen moet je het resultaat waarnaar gestreefd wordt, willen.
In de Palestijns-Israëlische kwestie willen de Israëli’s duidelijk geen vrede. Ze willen wel vrede, maar niet ten koste van de Westoever. De Westoever was in april 1991, na bemiddeling van Maitreya, door de koning van Jordanië aan de Palestijnen gegeven, tijdens een conferentie van leiders op allerlei gebied in Londen onder leiding van Maitreya. Maitreya vroeg koning Hoessein of hij de soevereiniteit van de Westoever wilde opgeven, die sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967 in handen was van de Israëli’s. Koning Hoessein stemde daarmee in, op voorwaarde dat het gebied zou dienen als thuisland voor de Palestijnen. De Israëli’s hebben nooit de intentie gehad om de gehele Westoever op te geven. En er zijn Israëli’s, niet alle Israëli’s maar een grote minderheid, die gezworen hebben dat ze de Westoever nooit zullen opgeven, want het is het land Kanaän dat hun, in hun ogen, duizenden jaren geleden door God was geschonken. Aan de andere kant is er een minderheid onder de Palestijnen die gezworen heeft dat ze de aanwezigheid van Israël in het land dat al eeuwenlang van hun was, zullen bestrijden. Je hebt dus te maken met fanatici aan beide kanten die nooit zullen toegeven, terwijl je moet streven naar een compromis dat een rechtvaardige vrede zal brengen. Zelf denk ik dat alleen Maitreya een eind kan maken aan de Israëlisch-Palestijnse kwestie met een aanvaardbaar compromis, waarbij de Palestijnen het bestaan van Israël erkennen en de Israëli’s het recht van de Palestijnen op de Westoever en op een rechtvaardige en levensvatbare onafhankelijke staat accepteren.
Hoe houdt het tijdselement hiermee verband? In de Palestijns-Israëlische kwestie zie je dat tijd een grote rol speelt. Het sleept zich voort zonder oplossing. Het brandpunt verschuift. Mensen overlijden, zoals president Arafat; de koning van Jordanië overleed, en dat verandert de situatie. De Israëli’s en de Amerikanen denken dat zij voordeel uit de situatie kunnen halen, omdat zij Arafat buiten spel hadden gezet. De Palestijnen hebben geen leider meer en daarom denkt men dat ze inschikkelijker zullen zijn en het onrecht zullen accepteren dat hun tot op heden wordt aangeboden. Totdat er een acceptabel en rechtvaardig compromis tot stand komt, zal er geen einde komen aan de strijd daar….

Zie voor de volledige tekst van vragen en antwoorden deel 1 Share International/Share Nederland nr. 2 (mrt. 2006)