Trends - april 2007

De nieuwe filantropie

In de wereld van machtige mediapersoonlijkheden is de jongste trend het maken van documentaire films om dringende problemen in de wereld te belichten. Albie Hecht, ex-voorzitter van het kabeltelevisiekanaal Nickelodeon, is daar een goed voorbeeld van. Hecht is altijd een gulle gever geweest voor liefdadigheidsinstellingen ten behoeve van kinderen, maar toen hij zich zorgen ging maken over het lot van jonge Afrikaanse oorlogsvluchtelingen besloot hij iets nieuws te proberen. Hecht financierde een documentaire over schoolkinderen in Oeganda die tijdens de traumatische 20 jaar durende burgeroorlog in dat land meedoen aan een landelijke muziekwedstrijd. De film, War/Dance, won op het Sundance filmfestival in Utah de prijs voor de beste regie in de categorie Documentaires. Anderen hebben zijn voorbeeld gevolgd. Sinds het uitkomen van Al Gore’s An Inconvenient Truth, die de oorzaken en invloeden van de opwarming van de aarde illustreert, heeft de markt voor documentaires het aantal sponsors als Hecht zien groeien. De Los Angeles Times noemt hen “filmantropen”. Hoewel hun individuele doelen kunnen verschillen, maken ze allemaal gebruik van een non-fictie film om de aandacht te vestigen op sociaal onrecht of overheidscorruptie, of zelfs om een afwijkende visie te presenteren op historische gebeurtenissen in het belang van vergeving en verzoening.
Deze investeerders staan niet passief tegenover hun projecten; één reden voor deze benadering is dat ze zowel het proces als de boodschap in de hand kunnen houden. Ted Leonsis, vice-voorzitter van de internet service-provider American Online, financierde Nanking in 2005. De film documenteert  de pogingen van een groep Westerlingen om duizenden Chinese burgers te redden van een slachting door Japanse soldaten tijdens de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Zijn uiteindelijke doel met de film is een Chinees-Japanse culturele détente aan te moedigen.
Algemeen directeur van Endgame Entertainment, James D. Stern, die doorgaans Broadway musicals sponsort, financierde en co-regisseerde in 2006 …So Goes the Nation. De documentaire legt de politieke machinaties bloot die tijdens de presidentsverkiezingen van 2004 uiteindelijk de verkiezingswinst in de staat Ohio aan George W. Bush deden toekomen. “Ik dacht dat het verhaal de gemoederen hoog zou kunnen doen oplaaien,” zei hij. “Maar als regisseur is dit een verhaal dat ik graag wilde vertellen.”
Volgens Mark Urman, hoofd van de afdeling Theater van ThinkFilms, de distributiemaatschappij voor War/Dance, beweegt deze vorm van filantropie zich tegengesteld aan het voor Hollywood normale model van winst vóór de mens. “Terwijl er altijd een grote mate van filantropie geweest is in het filmbedrijf, is dit een nieuwe gang van zaken: relatief onervaren mensen uit een ander deel van de industrie die volleerde films maken,” zei hij. In plaats van een cheque uitschrijven, kun je een film maken die slechte of vooruitstrevende dingen over het menselijk streven aan het licht brengen.” Hij voegt eraan toe dat documentaires maken veel minder tijd vergt dan fictiefilms, dus kunnen ze meer toegespitst worden op urgente maatschappelijke problemen. Sommigen geloven dat de groei in filmantropie te maken heeft met de toenemende winstgevendheid van documentaire films. The March of the Penguïns, bijvoorbeeld, kostte 8 miljoen Amerikaanse dollar om te maken, maar bracht uiteindelijk wereldwijd een winst op van 122 miljoen. Filmantropen houden echter vol dat niet geld, maar hun hart hun beslissingen stuurt. Charles Ferguson, bijvoorbeeld, die de technologie van de software voor het programma Microsoft Frontpage ontwierp en deze in 1996 voor 133 miljoen dollar verkocht, zegt dat hij een “aanzienlijk deel” van dat fortuin besteedde aan de financiering van zijn eerste film No End in Sight, een documentaire over de oorlog in Irak, die hij schreef en regisseerde. Evenals andere filmantropen hoopt Ferguson dat film veranderingen in het beleid teweeg zal brengen. (Bron: Los Angeles Times,VS)