Economische solidariteit in een veranderende wereld

passages uit de BBC Reith-lezingen 2007 door Jeffrey Sachs

De BBC Reith-lezingen 2007 werden verzorgd door de Amerikaanse econoom professor Jeffrey Sachs, directeur van het Earth Institute, auteur van Het einde van armoede, adviseur van regeringen en internationale agentschappen over de kwesties van armoedebestrijding, schuldkwijtschelding en ziektebestrijding voor de Derde Wereld, en speciaal adviseur van VN Secretaris Generaal Ban Ki-moon.
In zijn lezingenserie, getiteld ‘Tot barstens toe vol’, besprak Jeffrey Sachs de complexe uitdagingen en keuzes waarvoor de mensheid zich in de 21ste eeuw gesteld ziet.
Hier volgt een gedeelte van de betreffende tekst in SI, juni 2007.

“We ontmoeten elkaar hier vandaag terwijl er weer een rampzalige oorlog gevoerd wordt, dat wil zeggen weer een kans op mondiale samenwerking die we gemist hebben,” aldus Sachs. “De oorlog in Irak kost niet alleen mensenlevens bij de tienduizenden, terwijl nog grotere aantallen mensen verminkt worden, maar verhindert dat we ons met veel essentiëlere kwesties bezighouden.” [Lezing nr. 3]
“De manier om problemen op te lossen”, zegt hij, “vereist één fundamentele verandering en die is dat we leren dat de uitdagingen voor onze generatie niet gaan over ‘wij en zij’, ze gaan niet over ‘wij en de islam’, ‘wij en de terroristen’, ‘wij en Iran’; zij zijn wij, wij allen tezamen op deze planeet en een reeks van gemeenschappelijke en steeds urgenter wordende problemen.” [Nr.1]
“In een onderling afhankelijke wereld hebben we een grote behoefte aan en fundamentele verantwoordelijkheid voor ons eigen voortbestaan, om te zorgen voor de zwakste schakels. Daarmee bedoel ik die plekken in de wereld waar mensen lijden, waar mensen omkomen omdat ze te arm zijn om te overleven, die plekken in de wereld die — vanwege de geografie, epidemiologie, klimatologische druk, regen-afhankelijke landbouw of een voor droogte vatbare savanne-klimaat, bijvoorbeeld — schrikwekkende obstakels moeten overwinnen om zelfs maar bij de ladder van ontwikkeling te komen. Eén miljoen mensen op onze planeet zijn te arm, te uitgehongerd, te ziek, te zeer verstoken van de meest basale infrastructuur om zelfs maar op de ladder van ontwikkeling te kunnen klimmen. De rijke wereld lijkt, ondanks alle mooie toespraken (en daar zijn er veel van geweest) te geloven dat dit niet echt belangrijk is, want de daden van de rijke landen raken nog niet aan de oppervlakte van een oplossing. Wij laten elk jaar 10 miljoen mensen sterven omdat ze te arm zijn om te overleven. Mooie toespraken zullen dat probleem niet oplossen.” [Nr.1]
“Een einde aan armoede in 2025. Het lijkt een buitenissige eis, een onmogelijke droom. Maar het ligt binnen ons bereik. Het is een wetenschappelijk haalbare doelstelling… Een samengepakte wereld, die ‘tot barstens toe vol’ is, kan zich niet veroorloven elk jaar miljoenen mensen te laten sterven door extreme armoede zonder alle anderen in gevaar te brengen.” [Nr.4]
“Wij denken dat we ons veilig kunnen voelen wanneer we een miljard mensen laten worstelen om dagelijks te overleven, de één miljard armsten voor wie elke dag een strijd is om voldoende voedingsstoffen, een gevecht tegen de ziektebacil in het water dat hen of hun kind kan doden, een gevecht tegen de beet van een mug die wellicht besmet is met malaria of een andere dodelijke ziekte waarvoor geen geneesmiddel beschikbaar is, ofschoon de medicijnen bestaan en betaalbaar zijn, zodat malaria dit jaar aan een of twee miljoen kinderen het leven kost. Hoe kan dat veilig zijn? Hoe kunnen wij ervoor kiezen, zoals we in de VS doen, om dit jaar 623 miljard dollar te begroten voor het leger — meer dan de rest van de wereld tezamen — en slechts 4,5 miljard dollar voor alle hulp aan Afrika, en denken dat dat verstandig is? … Hoeveel voorbeelden hebben we nodig om de verbanden te zien, en de gezamenlijke dreigingen, en de roekeloosheid om mensen aan hun lot over te laten — spiritueel roekeloos, in termen van het menselijk hart, maar ook in de zin van geopolitieke veiligheid voor onszelf?” [Nr.1]
Over bevolkingsgroei zegt Sachs: “Wetenschappelijk bewijs toont onomstotelijk aan dat zelfs de armen minder kinderen zouden willen hebben, en daarvoor ook zullen kiezen, wanneer zij toegang krijgen tot middelen voor gezinsplanning en geboortebeperking, en wanneer ze erop vertrouwen dat hun kinderen zullen overleven, onderwijs zullen krijgen en de kans hebben om als productieve leden deel te nemen aan de mondiale samenleving.” [Nr.3]
Over aantijgingen over corruptie in Afrika, zegt hij: “Vergeleken met andere arme regio’s in de wereld, gaat Afrika gebukt onder vier enorme lasten, die alle kunnen worden opgelost door bewezen en betrekkelijk goedkope technologieën… Deze uitdagingen — voedselproductie, ziektebestrijding, een zwakke infrastructuur en een uitdijende bevolking — worden niet veroorzaakt door corruptie, maar door ecologie, geschiedenis en door de vicieuze cirkel van extreme armoede zelf.” [Nr.4]
Hij roept op tot “economische solidariteit” met de armen in de ontwikkelingslanden en somde op wat hun belangrijkste zorgen zijn: “Zij maken zich zorgen dat hun kind sterft terwijl zij het 10 kilometer lang op hun rug naar een kliniek dragen en het kind overleden is tegen de tijd dat zij aankomen. Zij maken zich zorgen dat zij in de drie maanden voor de volgende oogst niet genoeg te eten hebben. Zij maken zich zorgen dat ze zich geen pedaalpomp kunnen veroorloven voor extra irrigatie tijdens de droge perioden, die in de savanne steeds vaker lijken voor te komen…” [Nr.4]