Brieven van lezers - mei 2007

Een helpende hand

Toen ik op zaterdag 11 maart 2000 door een straat in Berkeley (Californië, VS) liep, zag ik een afgedankt houten bureau. Omdat ik precies zo’n bureau nodig had voor mijn nieuwe flat besloot ik het mee te nemen. Ik had geen vervoermiddel, dus droeg ik het langs een paar flatgebouwen en sleepte het naar de metro.
Het was ongeveer 17.00 uur terwijl ik het oude bureau langs 11th Street richting Oakland zeulde, toen een Mexicaans-Amerikaanse man van in de 50 en met een buikje, me zag en vroeg waar ik heen ging. Ik zei: “Een paar blokken verder.” Hij bood me een lift aan in zijn zeer oude gele pick-up truck. We schudden elkaar de hand en zeiden onze namen, maar ik ben de zijne vergeten. Hij was iemand die met me meevoelde en op geen enkele manier op me neerkeek omdat ik dit bureau over de straat zeulde. Hij had een volkomen ontspannen manier van doen, blij van dienst te zijn en gedroeg zich alsof het zijn aard was om een ander te helpen. Ik bedankte hem en we tilden het bureau achter in de bestelauto.
Ik liep naar de deur van de pick-up en zag een hond op de voorbank. De man vroeg de hond om achter in de truc te klimmen en leidde hem naar een heel kleine ruimte tussen het bureau en de zijkant van de pick-up. Ik was enigszins verbijsterd door de bereidheid van de hond om zijn baas te vertrouwen om in die nauwe ruimte te springen.
De man startte de wagen en we gingen op weg. Ik zei dat we bij Jackson Street moesten afslaan; hij herhaalde: “Jackson” in Engels met een zwaar accent. Een flatgebouw van Jackson verwijderd, gaf ik aan dat we naar links moesten. Hij knikte, op de een of andere manier leek hij al te weten dat we naar links moesten.
Hij zei lachend en in oprechte ernst dat het een prachtige dag was. Toen we mijn flatgebouw naderden wees ik naar een plaats waar we konden gaan staan, maar hij vroeg of een beetje verder (dichter bij mijn flatgebouw) niet beter zou zijn en ik zei ja. Hij parkeerde de wagen en zei dat hij zou helpen om het bureau eruit te halen. Uit mijn ooghoek zag ik hem, ondanks zijn niet-atletisch uiterlijk en betrekkelijke leeftijd, met een verrassende behendigheid in dezelfde nauwe ruimte springen als de hond had gedaan. Hij tilde het bureau op en gaf het me aan. Nadat ik hem bedankt had, zei ik tegen de man, mijn Bijbelse geschiedenis indachtig: “u bent een goede Samaritaan.” Hij lachte een ondoorgrondelijke Mona Lisa-lach en zei: “Tot ziens”.
Wie waren de man en zijn hond?
S.R., Oakland (Californië, VS).
De Meester van Benjamin Creme verklaart dat de man Maitreya was. De hond was een hond.

Eenvoudige boodschap

Met Kerst 1996 wandelde ik door een straat in Barcelona, toen ik een bedelaar passeerde die ik nog niet eerder gezien had. Hij zag er Arabisch uit en droeg een tuniek en tulband. Hoewel het verstelde vodden leken, waren ze goed gestreken en schoon, alsof ze net uit de was kwamen. De man had een donkere huidskleur en was in de 50 of 60. Hij zat onbeweeglijk, keek recht voor zich uit en straalde waardigheid en nederigheid uit. Hij hield een karton in zijn hand met daarop in het Spaans en met hoofdletters het woord HONGER. Ik was ontroerd door het tafereel en dacht op dat moment dat hij misschien Maitreya was. Ik gaf hem wat munten en vervolgde mijn weg.
Enige maanden later trof ik hem weer bedelend aan op de Ramblas in Barcelona. Het was een zonnige dag en ik was aan het wandelen. Toen ik hem zag was alles hetzelfde, zijn volmaakte vodden, zijn verschijning, zijn houding, alleen de boodschap op het karton dat hij vasthield, was veranderd. Deze keer was het woord ARM, in het Spaans en in hoofdletters.
Ik bleef op een veilige afstand staan om te kijken, omdat ik er zeker van was dat hij Maitreya was. Ik dacht erover hem te vragen of hij Maitreya kende, maar durfde niet, dus gaf ik hem wat munten en liep verder. Ik dacht, als ik hem nog een keer zou ontmoeten het dan ‘driemaal is scheepsrecht’ zou zijn en dat ik dan misschien iets tegen hem zou durven zeggen, maar ik heb hem sindsdien niet meer ontmoet.
Een paar dagen later vertelde ik het aan een vriendin van de Transmissiegroep en tot mijn verrassing had zij hem ook ontmoet. — de eerste keer op dezelfde dag als ik, aan de overkant van de straat en de tweede keer op de zelfde dag en bijna dezelfde tijd als ik, had ze hem op de Ramblas ontmoet (Zie: ‘Eenvoudige boodschap’, Share Nederland, april 2007). Zij dacht ook dat hij Maitreya was en heeft hem sindsdien niet meer gezien. Wie was de bedelaar die ik tweemaal ontmoette?
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘bedelaar’ Maitreya was.

Weergaloze tooi

Op 10 februari 2001 nam ik de metro naar het station Charles Michels in het 15de arrondissement van Parijs. Het was donderdagavond, ongeveer kwart over 11. Het weer was saai en op dat moment was mijn leven ook saai: mijn lichaam en geest hadden enige tijd in een crisistoestand verkeerd. Ik ging door een periode van twijfel en had mijn geestelijke leven genegeerd; kortom ik had er genoeg van.
Op de trap naar de metro dacht ik een bekende astrofysicus te zien, Hubert Reeves. Toen ik op het perron was aangekomen, stond ik naast hem en ook bij iemand anders tot wie ik me onmiddellijk aangetrokken voelde. Hij was een lange man met een donkere huid en hij zat op een bank; hij hield een tijdschrift zó vast dat zijn gezicht verscholen was. Zijn kleren van spijkerstof waren perfect schoon maar versleten, maar wat de meeste indruk op me maakte was zijn glanzend zwart haar in uitbundige rasta-stijl en de grote pet die hij daarop droeg. Naast hem stonden een of twee groene tassen. Omdat ik kapper ben, vond ik zijn zwarte glanzende Rasta-haar nogal verbazingwekkend. Ik vond ook het feit dat hij het tijdschrift ten minste tien minuten lang voor zijn gezicht hield zonder te bewegen, nogal merkwaardig. Eventjes kon ik zijn ogen vol licht zien en een gevoel van welzijn ging door mijn hele lichaam. Ik zag toen wat hij aan het lezen was: een tijdschrift met foto’s van dameskapsels. Omdat ik zelf een 52 jaar oude kapper ben en in mijn werk een moeilijke fase doormaakte, was ik vervuld van vreugde. Deze boodschap juist op dat moment kon alleen maar voor mij zijn. Ik onderging verschillende gevoelens; geamuseerdheid, innerlijke vreugde, maar ik had ook vragen. Misschien was hij een Meester, misschien wel Maitreya? Deze beelden staan nog steeds in mijn geheugen gegrift.
J.M., Parijs (Frankrijk).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de man met het glanzende Rasta-haar inderdaad Maitreya was.