Brieven van lezers - maart 2007

Nachtelijke zegening

Twee brieven van dezelfde persoon

(1) Toen ik zeven en een half was, verhuisden mijn ouders en ik. In mijn nieuwe slaapkamer zette mijn moeder op een tafeltje naast mijn bed een groot beeld van Maria. Een paar weken later lag ik op een nacht te slapen en had ik het gevoel alsof ik gewekt was. Het was midden in de nacht en ik herinner me dat ik zag dat het beeld van Maria helder licht uitstraalde in de donkere kamer. Dit licht leek een poosje te stralen. Ik voelde grote eenheid, vrede, onmetelijk geluk en liefde. Het voelde alsof ik oploste in het beeld. Het was zo’n extatisch gevoel. Het is niet met woorden te beschrijven. Ik heb sindsdien nooit meer dit wonderbaarlijke gevoel gehad. Ik heb me altijd afgevraagd hoe zo’n jong kind dit alles kon begrijpen, maar het leek zo natuurlijk toen.
Wie liet het beeld het licht uitstralen?
De Meester van Benjamin Creme verklaart dat het wonder werd gemanifesteerd door de Meester Die de Madonna was.

Tweemaal gezegend

(2) In 1999 gingen mijn man en ik op vakantie naar Athene. De meeste dagen gingen we Athene in en overal waar mijn man een behoeftige bedelaar zag, gaf hij geld. Op een middag kwamen we een heel oude vrouw tegen, een ‘yaya’— grootmoeder, die bedelde. Zij droeg oude donkere kleren en zag er verdrietig en radeloos uit. Mijn man gaf haar geld en zij vertelde hem dat ze genoeg had van het leven. Ze had een dochter die invalide was, voor wie zij moest zorgen. Ze zei dat ze wilde dat ze zich onder een auto kon werpen om een einde aan haar leven te maken, want ze was zo moe en terneergeslagen. Mijn man zei tegen haar: “Moeder, geef de hoop niet op, bid, God is altijd bij je.” Zij antwoordde: “Ja, mijn zoon, elke avond steek ik thuis een kaars aan en bid.” Hij liep toen bij haar weg en stak de drukke straat over naar waar ik op hem stond te wachten.
Hij vertelde me wat ze gezegd had en we besloten haar meer geld te geven. Maar mijn man zei dat ik het aan haar moest geven. Ik aarzelde omdat ik maar weinig Grieks spreek, maar ik ging naar haar toe en deed het geld in haar zak. Ze vertelde mij hetzelfde en huilde. Terwijl ze aan het vertellen was, werd ik zo ontroerd door haar oprechte emotie en verdriet dat ik ook begon te huilen, ze trok me dichter naar zich toe en omhelsde me en ik omhelsde haar ook. Toen ik me losmaakte keek ik haar aan en zag een oud, vermoeid, verdrietig, gerimpeld gezicht, maar het vreemdste waren haar ogen. Ze glansden of schitterden niet, het leken twee lege bollen. Ik vond het erg vreemd, omdat meestal wanneer je huilt de ogen glanzen van het vocht. Ik stak de straat over en vertelde mijn man over de ervaring en hij zei dat zij hem gezocht had terwijl ik bij haar was en dat, toen ze hem gevonden had, zij een groot kruisteken in de lucht gemaakt had. Ik was er volkomen onbewust van dat ze dat gedaan had.
Ze zag eruit als of zij echt leed, dus ging mijn man weer en deed meer geld in haar zak, kuste haar en zei: “Geef de hoop niet op, God zal altijd voor je zorgen. Ga nu naar huis om te rusten.” Zij antwoordde: “God zegene je mijn zoon.” Mijn man was in tranen en stak de drukke straat over om bij mij te komen.
Toen we alle twee een moment later weer naar haar keken, zagen we haar in de menigte verdwijnen. Mijn man zei later dat hij verbaasd was dat ze niet een keer gekeken had hoeveel geld hij haar had gegeven — de meeste bedelaars kijken uit nieuwsgierigheid.
Mijn man en ik kwamen twee dagen later terug en zochten haar in een aantal straten, maar konden haar niet vinden. Bedelaars hebben gewoonlijk een of twee plaatsen waar ze altijd bedelen, maar zij was verdwenen. Wie was zij? Waarom had zij zulke vreemde ogen?
M.S., Maidenhead, Berks. (VK).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘oude vrouw’ een gedachtevorm was, gecreëerd door Maitreya. Haar ogen waren leeg omdat ‘zij’ de straat was overgestoken naar de echtgenoot.

Redding op de berg

Op 22 maart 1999, een mooie dag met een blauwe lucht en zon op de berg, was ik met mijn 23-jarige dochter aan het skiën in Candanchu, Huesca (Spanje). Nadat we in de Groene zone enkele wijde sporen hadden genomen, vonden we aan het eind van de piste een zeer nauwe corridor van bevroren sneeuw die we zouden moeten vermijden om aan de andere kant van de helling te kunnen komen. Deze corridor liep tussen een rotsachtige helling en een muur van zo’n zeven meter hoog. Terwijl mijn dochter vooruitging, verloor zij de controle over haar ski’s en slipte op de bevroren grond. Ze verloor haar ski’s en viel zeven meter naar beneden. Ze had slechts twee kleine kneuzingen, wat schrammetjes op haar neus en een verrekte spier die in 24 uur hersteld was. Ze was op haar ellebogen in de bevroren sneeuw gevallen en ze zegt dat het voelde alsof ze van de grond stuiterde. Ik denk dat het een wonder was. Ik zou graag willen weten wie mijn dochter hielp?
E.G.G., Zaragoza (Spanje).
De Meester van Benjamin Creme verklaart dat de hulp van de Meester Jezus kwam.

Zakgeld

Het was op een zondag of op een feestdag in januari 1999 in Vitoria (Spanje). We stonden net afscheid te nemen van enkele vrienden in de Gazteiz Avenue bij Centro Europa, waar op de hoek een telefooncel staat. Er was een heldere hemel, koudblauw, maar zonnig. Plotseling verscheen er een zeer goed geklede zwarte man die mijn vriendin om wat kleingeld vroeg, maar zij nam totaal geen notitie van hem. Toen kwam hij op mij af en vroeg me om een muntstuk voor de telefoon. Ik voelde in mijn zak, maar daar zat vreemd genoeg niets in! Ik wilde hem vertellen dat ik geen kleingeld had, maar toen stak ik mijn rechterhand in de zak en vond één munt die ik aan hem gaf, en hij zei: “Dank je wel, broeder.” Hij liep weg, maar in plaats van naar de telefooncel rechts van mij te lopen, ging hij naar de hoek er tegenover en verloor ik hem uit het zicht. Ik vraag me af of hij de Meester Jezus was?
J.J.L., Vitoria (Spanje).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘zwarte man’ Maitreya was.

Vier brieven van dezelfde persoon

Koffie met verhaal

(1) In 1997 ging ik in de kersttijd naar een koffiebar voor een kop koffie tussen mijn werk en het kerstspel op de school van mijn kinderen door. Toen ik wilde betalen leek het alsof de ober mij niet zag, zelfs niet nadat ik verschillende malen zijn aandacht had getrokken. Naast mij stond een donkere man van in de 30. Hij droeg een spijkerbroek en een zwart leren jack en zei: “Even koffie gedronken…?” Ik was verbaasd dat hij wist dat ik koffie had gehad, omdat ik achterin had gezeten aan een afgelegen tafeltje en geen regelmatige bezoeker was, maar beleefd antwoordde ik: “Ja.” Hij vervolgde: “Ik ben verdrietig omdat een broer van mij in Afrika is overleden.” “Wat erg,” zei ik en probeerde weer de aandacht van de ober te trekken, maar het leek of ik onzichtbaar voor hem was geworden.
“Maak je geen zorgen, ik zal je trakteren,” zei hij. “Nee, dank u, dat is niet nodig,” antwoordde ik. “Jawel, omdat je weet wie ik ben, toch?” zei hij.
Toen ik dit hoorde kon ik niets meer zeggen en dacht ik dat hij een Meester kon zijn. Verlegen, accepteerde ik zijn aanbod en bedankte hem, maar opnieuw probeerde ik te betalen. Deze keer zag de ober me en zei dat mijn koffie al betaald was, terwijl hij naar de jonge zwarte man keek. Ik bedankte hem en hij vertelde mij dat er de volgende dag in de kerk in de buurt een mis opgedragen zou worden voor zijn broer. Aangezien ik niet kon gaan omdat ik werkte, woonden mijn man en kinderen de mis bij. Wie was die jonge zwarte man?
De Meester van Benjamin Creme verklaart dat de ‘jonge zwarte man’ de Meester Jezus was.

Komische act

(2) In de lente van 1977 was ik erg neerslachtig, omdat het allemaal niet goed ging. Op een zondag nam ik ’s morgens vroeg de trein naar mijn werk en hoewel de trein praktisch leeg was, ging ik — ik weet niet waarom — tegenover een eigenaardige man zitten. Hij was in de 40, had lang wit haar en een lange witte baard en was voor zijn leeftijd en de tijd van het jaar vreemd uitgedost —een wit overhemd, witte korte broek en witte sandalen, volkomen smetteloos wit. Hij had veel tassen bij zich en zodra ik zat groette hij me en begon tegen me te praten. Ik was bang dat hij geestelijk gestoord was, dus probeerde ik me te concentreren op een boek van Alice Bailey dat ik bij me had. Hij keek naar het boek en zei: “O, Alice, Alicia, Alice ….” Alsof hij haar goed kende en ging door met praten.
Bij het volgende station stapte een vrouw in en ging naast me zitten. Hij bleef dingen uitleggen en ik keek naar hem vanuit mijn ooghoek en gaf heel korte antwoorden. De vrouw begon vreemd naar me te kijken, alsof ik een beetje gek was, wat me verbaasde, omdat het de man was die vreemd was. Maar ze leek hem niet te zien. Ik kwam bij mijn bestemming en stond opgelucht op en zei goedendag. Hij zei tegen me met een brede lach: “Kop op, want deze zomer zullen er prachtige en grote dingen gebeuren.” Wie was deze man?
De Meester van Benjamin Creme verklaart dat de man Maitreya was. De passagier naast haar zag Maitreya niet.

Altijd voorop

Zomer 1999 moesten we naar een nieuw appartement verhuizen. Geheel uitgeput gingen we zondagmorgen wandelen op zoek naar dozen en om iets uit de auto te halen. Toen we bij onze auto kwamen, ontmoetten we een oude donkere man die er uitzag als een hindoe en die water haalde uit een bron in de buurt. Hij droeg een erg goed passend, elegant pak.
Toen ik langs hem liep, zag ik dat hij uit een fles water over zijn voeten liet lopen, die enorm gezwollen waren. Zijn schoenen, van gevlochten leer, waren van voren naar achter gescheurd. Ik was verbaasd dat ze onder het lopen niet uit elkaar vielen. Ik ging erover praten met mijn man, maar toen we ons omdraaiden was de man verdwenen, maar het was onmogelijk voor die oude man met die ontzettend opgezwollen voeten om zo snel gelopen te hebben. We volgden de voetafdrukken die te zien waren, en ik vond dat ze te ver uit elkaar waren — ze leken op de voetafdrukken van een atleet. Toen we de hoek omgingen, zagen we hem bij de volgende hoek, ongeveer 100 meter van ons vandaan, in een vuilniscontainer snuffelen.
Plotseling verdween al onze vermoeidheid, een gevoel van vrede kwam over ons en we wisten dat alles goed zou zijn. Was die oude man Maitreya?
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘oude man’ Maitreya was.

Eenvoudige boodschap

(4) In 1996 in de kersttijd zag ik, in een straat in het centrum van Barcelona, een bedelaar die mijn aandacht trok. Hij was in de 50, had een donkere gelaatskleur en leek een hindoe. Hij droeg een eenvoudige, oude tuniek, maar onberispelijk schoon en perfect gestreken. Hij maakte een serene indruk. Hij had een kartonnen bordje met het woord HAMBRE (“honger”) erop.
In juli 1997, toen ik met mijn man en enkele vrienden over de Ramblas in Barcelona wandelde, zag ik hem weer, maar deze keer had hij het woord ARM op het karton staan. Zijn koninklijke voorkomen leek ongewoon. Omdat ik die buurt ken, wist ik dat hij niet een van de gebruikelijke bedelaars was. Ik dacht dat hij Maitreya zou kunnen zijn. Wie was hij?
Carmen Sanz, Barcelona (Spanje).
De Meester van Benjamin Creme bevestigt dat de ‘bedelaar’ Maitreya was. 

Correctie
Tot onze spijt zijn er twee fouten geslopen in de brief “Vertrouwelijke informatie” van Christel Selde in onze uitgave van januari/februari 2007.
Het adres van de Theosofische Ver­eniging moet zijn: Gloucester Place.
We citeerden de Aziatische man verkeerd toen hij bevestigde dat hij Maitreya was. Hij zei in werkelijkheid: “Misschien ben ik Maitreya — er is iets van Maitreya in ieder van ons!”