Klop-therapie verwerkt wereldwijd trauma’s (slot)

interview met Caroline Sakai door Michiko Ishikawa

De Vereniging voor Gedachtenveldtherapie (Association for Thought Field Therapy Foundation – ATFT) is een non-profit organisatie waarvan de leden als vrijwilligers psychologische hulp verlenen aan mensen die getraumatiseerd zijn door oorlogen, natuurrampen, genocide en armoede. De traumaverlichtingsteams van de groep, onder wie psychologen, counselors, doktoren en sociaal werkers, zijn getraind in de Callahan-techniek van gedachtenveldtherapie (GVT).
Dit is het tweede en laatste deel van het interview dat Michiko Ishikawa had met dr. Caroline Sakai, psycholoog en GVT-beoefenaar. Dr. Sakai stond aan het hoofd van een team therapeuten dat met kinderen uit een weeshuis in Kigali (Rwanda) werkte. De kinderen overleefden de Rwandese genocide van 1994, waarbij in de loop van 100 dagen 800 duizend tot één miljoen mensen werden afgeslacht.
Zie voor het eerste deel van het interview Share Nederland nr. 5, juni 2008.

Share International: Het verhaal ontroert u nog steeds wanneer u erover praat.
Caroline Sakai: Ja, het was zeer aangrijpend. We waren erg ontroerd door de mensen in Rwanda en het feit dat ze iets terug wilden doen om hun waardering te tonen. Ze hadden een geweldige veerkracht, een enorme vergevingsgezindheid, een vermogen om vreugde en waardering in hun leven te kennen en uit te drukken.
Een voorbeeld was een oudere heer uit het dorp. Hij zag ons aan het werk en vroeg of we de methode ook op hem konden toepassen. Ze hadden hem gedwongen toe te kijken bij de afslachting van zijn vrouw en kinderen en andere dorpelingen. Vervolgens begonnen de daders hem te bewerken met kapmessen. Twaalf jaar later konden we nog steeds de enorme wonden in zijn nek en op zijn hoofd zien. Het was een wonder dat hij het overleefd had. De wonden waren geheeld, maar er waren enorme littekens. Hij zei dat hij voortdurend flashbacks en nachtmerries had.
We pasten GVT (Gedachtenveldtheorie) op hem toe. De volgende dag kwam hij terug en zei dat hij voor het eerst in twaalf jaar goed had geslapen zonder nachtmerries.
Hij vroeg of we hem konden helpen met zijn duizeligheid waardoor hij geregeld viel. We dachten dat hij misschien medicatie of neurologische hulp nodig zou hebben, maar de dorpelingen hebben eigenlijk nauwelijks toegang tot of geld voor medische dienstverlening. Dus dachten we dat we het diagnostische niveau van GVT konden proberen, dat een individuele behandeling geeft. De meeste behandelingen die we in Rwanda gaven, waren de standaardprocedures uit Roger Callahans boek Tapping the Healer Within.

SI: Hadden die standaardbehandelingen bij de meeste mensen resultaat?
CS: Ja, voor de trauma’s. Er waren maar enkelen met ongewone symptomen waarvoor we de diagnostische behandeling moesten gebruiken. Nadat we die hadden toegepast op die meneer uit het dorp om hem te helpen met zijn duizeligheid, liep hij rond en zei: “Ik ben niet duizelig meer.” We waren een beetje verbaasd, maar dachten dat de duizeligheid misschien in verband stond met het trauma. We hebben veel symptomen gezien die in wezen het gevolg waren van het trauma. Zelfs nadat lichamelijke verwondingen geheeld zijn, kunnen er nog restsymptomen zijn die aan het trauma gerelateerd zijn, zoals depressie en chronische pijn.
De volgende dag kwam de meneer terug en meldde dat hij geen last meer had van duizeligheid, flashbacks en nachtmerries. Hij vertelde het aan iedereen in het dorp en ongeveer 30 dorpelingen volgden hem naar El Shaddai en vroegen om deze Gedachtenveldtherapie die hem geholpen had. Later die week kwam hij naar de kerkdienst in El Shaddai, op Paaszondag. Tijdens een groepsgesprek daarna, stond hij op en vertelde dat hij zich nu voor het eerst in 12 jaar goed voelde. Hij zei dat hij iets terug wilde doen door drie of vier wezen in zijn schamele woning op te nemen. Het was zeer ontroerend.

SI: Het is moeilijk te geloven dat zulke diepe trauma’s in zo’n korte tijd uitgewist kunnen worden met zo’n  simpele methode. Komen de trauma’s terug?
CS: De meeste trauma’s en fobieën komen niet terug. Er zijn wat uitzonderingen als er geen volledige behandeling heeft plaatsgevonden. Er zijn wat andere klachten die terug kunnen komen, zoals paniek, vervolgingswaan/dwangmatig gedrag en chronische pijn. Er kunnen de naweeën van andere dingen zijn, zoals giftige stoffen die de symptomen weer kunnen opwekken. Maar er zijn manieren om erachter te komen wat die zijn en die ook te behandelen.

SI: U behandelde dus alle 400 kinderen en andere mensen in het Rwandese Kigali?
CS: Ja, we verbleven twee weken in El Shaddai. Vervolgens trainden we een week lang verpleegsters, leraren, pastores en leden van de kerk op andere plaatsen in GVT voordat we vertrokken.

SI: Ik begrijp dat u een jaar later terugging?
CS: We gingen het volgende jaar zo rond de herdenking van de genocide terug. We gingen expres op het voor hun symptomen slechtst mogelijke ogenblik terug, omdat we ieder terugkerend of restsymptoom wilden aanpakken. De natie was in rouw. Ze herdachten de genocide in de hoop en met de bedoeling dat dit nooit weer zou gebeuren. Ze waren daar allemaal op geconcentreerd en hadden in die periode geen afleiding in de vorm van zang en dans.
Toen we de kinderen evalueerden, waren we enigszins verrast te zien dat zij geen tekenen van posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) vertoonden. Tijdens gesprekken met de kinderen en leraren ontdekten we waarom. Zij hadden zichzelf behandeld, want ze wisten hoe ze dat zelf konden. De leraren waren in staat geweest de kinderen te behandelen en hen de behandeling zo nodig weer bij te brengen. Sommige kinderen zeiden dat, toen de herdenking van de genocide begon en zij erover gingen nadenken, ze weer akelige dromen kregen. Maar ze stonden dan op en gingen op de meridiaanpunten kloppen. Eén kind begon dan te kloppen en algauw waren er zeven of acht kinderen samen aan het kloppen. Ze vertelden dat dat de reden was waarom ze geen problemen hadden toen wij hen bezochten.

SI: Is het voor de toepassing van deze therapie belangrijk om zich het trauma te herinneren?
CS: Ja, inderdaad. Dat is het gedachtenveld, dat de gedachten op het trauma gericht zijn. Dat is de reden waarom we de studenten zich lieten concentreren op de traumatische gebeurtenis en hen erover lieten nadenken terwijl zij zich beklopten, teneinde het te verwerken.

SI: Dus zij concentreren zich op het trauma gedurende de enkele minuten die u voor de therapie nodig hebt?
CS: Ja. Terwijl zij zich tijdens de therapie op de traumatische gebeurtenis concentreren, lijken de gevolgen van het trauma te vervagen. Het is gebruikelijk dat mensen zeggen: “Ik kan het me nog steeds herinneren, maar niet levendig meer. Het lijkt op een vage herinnering uit het verre verleden.” Bovendien lijkt het werken aan de meridianen de fysiologische symptomen van de emotionele reactie te verminderen. Dat maakt het heel wat gemakkelijker voor mensen om helder na te denken en de zaken op een andere manier te verwerken, omdat ons perspectief anders is dan wanneer we overlopen van emotie.

SI: In welk opzicht waren de kinderen veranderd toen u een jaar later terugkeerde?
CS: Het was verbazingwekkend. Ze waren werkelijk getransformeerd. De leraren meldden dat het zelfrespect en gevoel van eigenwaarde van de kinderen waren toegenomen. Velen die zich slachtoffer gevoeld hadden en een gevoel van hopeloosheid hadden gehad, hadden nu hoop en waren trotser op hun omgeving. Ze maakten in en om het weeshuis schoon, inclusief het vuil op de vloer, en vroegen of ze bomen, bloemen en groenten mochten planten.
Ze hadden ook grote stukken grond achter het weeshuis waar ze groenten verbouwden die al geoogst konden worden. In aanvulling op hun dagelijkse menu van bonen, rijst en water aten ze nu groente. Ze hadden zelfs zoveel groente dat ze een deel ervan konden verkopen om alle wezen te eten te geven.

SI: Deden de kinderen het werk vrijwillig?
CS: Volgens de leraren deden de kinderen het werk helemaal uit zichzelf. Zij namen zelfs het initiatief tot sommige van de projecten. Sommige kinderen die neerslachtig en teruggetrokken waren geweest, werden opener en actiever. Degenen die nooit met ideeën kwamen, kwamen daar nu wel mee voor de dag en bespraken ze met de anderen, zonder gebukt te gaan onder de traumatische flashbacks en nachtmerries die hen depressief gemaakt hadden en hun functioneren hadden beperkt. Zij waren enthousiaster, creatiever en assertiever. Zij konden zich beter concentreren en velen slaagden voor de examens waardoor ze verder konden naar reguliere middelbare scholen. De leraren meldden ook dat er een merkbare afname in vechtpartijen en bedwateren was. Veel kinderen die in zichzelf gekeerd geweest waren en andere kinderen vermeden hadden vanwege hun pijn en woede, vertelden dat ze met andere kinderen omgingen en speelden, en geen woede meer voelden.

SI: Zijn er naar aanleiding van uw ervaring in Rwanda nog andere dingen die u naar voren zou willen brengen?
CS: We willen graag dat meer mensen in staat zijn om te profiteren van deze zelfbehandeling. Een aantal leraren en leerlingen bracht het heel goed onder woorden. Zij vonden dat GVT beschikbaar gemaakt moet worden voor iedereen die geleden heeft onder genocide, allen die lijden onder ernstige trauma’s, zodat ze verlichting van de traumatische symptomen kunnen ervaren en levensvreugde kunnen terugvinden. De mensen in Rwanda waren daar heel duidelijk over. Bovendien kost de behandeling niets. Zoals een aantal mensen in Rwanda zei: “Het is gratis. Je kunt het op jezelf toepassen.”
Sylvestre Nzitukuze, een leraar en trainer in El Shaddai, zei het heel mooi: “Het is als een gebed dat verhoord wordt. Deze technieken hebben de kinderen geholpen. Ze zijn bevrijd van hun trauma’s, dus nu is hun blik op de toekomst gericht.”

Voor meer informatie: www.atft.org