De aard van de mens:

'We weten niet wie we zijn'

Tijdens zijn lezing in Amsterdam op 21 september 2005 maakte Benjamin Creme de volgende opmerkingen:

“We strompelen van de ene rampspoed naar de volgende, omdat we niet weten hoe te leven. We weten niet hoe we in vrede moeten leven. We weten niet waarom we leven. We weten niet wat de betekenis en het doel van het leven op Aarde is. We weten niet eens wie we zijn.
“We weten bijna niets over de feiten van het leven. We weten hoe we een raket naar Mars moeten sturen, of naar de maan of zo, maar we weten niet wat het doel van het leven is. Dus zonder hulp zijn we tot vernietiging gedoemd.
“De mensheid is zozeer verstoken van informatie, zó ongeïnteresseerd in de aard van het leven dat zij zichzelf niet op de hoogte stelt van de feiten van ons bestaan, de feiten van de aard van het leven op zelfs maar de Aarde. Deze informatie is al sinds 1875 beschikbaar in boeken die in winkels te koop zijn – informatie over de aard van het geestelijke niveau van de mensheid. We weten niet eens wat de aard van ons wezen is.
“We zijn een drievoudig wezen en we zien alleen het laagste aspect van dat drievoudige wezen als de werkelijkheid. We kijken in de spiegel en denken dat wij zijn wat we zien. We denken dat wij dat zijn, maar dat is slechts een weerspiegeling van het laagste aspect van wie we zijn; het minst belangrijke aspect. Het is belangrijk als je een leven leeft op planeet Aarde, maar als je dood bent op planeet Aarde heb je dat wat in de spiegel weerspiegeld wordt, niet nodig. Maar ben je zonder dat lichaam een minder wezen?
“Nee. Dat wat incarneert en zich als weerspiegeling in een spiegel laat zien, is een groots, goddelijk, geestelijk Wezen waar we veel namen voor hebben, maar de meeste mensen noemen het de ziel. En die ziel incarneert steeds opnieuw in een fysiek lichaam, nu eens als man, dan weer als vrouw, steeds opnieuw. En al doende maakt zij op planeet Aarde een ontwikkeling door totdat ze niet langer een fysiek lichaam nodig heeft.
“Dat wat wij planeet Aarde noemen, wordt bezield door een groots Wezen, een grootse kosmische entiteit Wiens werk het is om een planeet te scheppen, om alles op die planeet te visualiseren en tot bestaan te brengen – en dat te doen volgens de ideeën, de gedachtevormen, de creaties in het denkvermogen van een grootser Wezen Dat het zonnestelsel bezielt.
“Als je God op die manier ziet, wordt het duidelijk dat er niets in het hele geopenbaarde universum bestaat dan God – dat is alles wat er is. En ieder van ons is een openbaring van een fragment van dat grotere geheel dat we God noemen. Dat goddelijke aspect, het Zelf met een hoofdletter ‘Z’, weerspiegelt zichzelf op een iets lagere trilling als de individuele ziel. En die individuele ziel weerspiegelt zichzelf op nog een lager trillingsniveau als de persoonlijkheid van de mens.
“Dat is de werkelijkheid. Waarom wordt hier op school niet over gesproken? Waarom weet niemand dit? Als we het wisten, zouden we dan op Aarde kunnen leven zoals we vandaag doen? Zouden wij in het Westen zo hebzuchtig en egoïstisch kunnen zijn, dat we miljoenen mensen laten omkomen door gebrek aan het voedsel dat in zo grote overvloed op Aarde beschikbaar is? Nee, dat zouden we niet kunnen, als we wisten wie we zijn. Wij zijn God – letterlijk God. Niet in volkomen bewustzijn natuurlijk, maar in aanleg is alles in het universum ook in ons aanwezig.
“We leven in een geestelijk universum, dat is de waarheid. Daar kunnen we niets aan doen. Wat we moeten doen is er uitdrukking aan geven.”