ANGELS IN STARSHIPS, DOOR GIORGIO DIBITONTO:

“Een nieuwe Mozes zal jullie leiden”

boekbespreking door Gerard Aartsen

Hoeveel artikelen of boeken heeft u gelezen die een onuitwisbare indruk acherlieten, alsof je plotseling de zin van het leven begrijpt, of alsof je de ervaringen van de schrijver zelf hebt meegemaakt? Veel lezers van Share International zullen waarschijnlijk een van Benjamin Creme’s boeken of een artikel of interview over de Wederverschijning als zo’n ervaring op hun lijstje hebben staan. De meeste mensen hebben ongetwijfeld een literaire favoriet, zoals een van de werken van Shakespeare. Maar laten we eerlijk zijn, wanneer je eenmaal bekend bent met de leringen van Oude Wijsheid, hoe vaak kom je dan nog een boek tegen dat je het gevoel geeft iets wezenlijk te hebben ervaren?
Er was weinig aan het onderwerp van het boek Angels  in Starships (“Engelen in ruimteschepen”) dat mij voorbereidde op de ervaring die het lezen van dit boek van Giorgio Dibitonto uit 1983 zou blijken te zijn. De auteur beschrijft hoe de Ruimtebroeders in 1980 contact leggen met hem en twee van zijn vrienden en hoe zij gedurende vele maanden worden getraind voor intensievere contacten en ervaringen. Uiteindelijk worden ze meegenomen op verschillende reizen in ruimtevaartuigen, waar verheven wezens hun waardevolle lessen geven over het leven op Aarde en andere planeten. Dibitonto en zijn metgezellen worden ook gevraagd om de mensheid te waarschuwen voor dreigende rampspoed als zij niet van koers verandert. De onomwonden christelijke toon en verwijzingen vormden aanvankelijk een beproeving van mijn ruimdenkendheid, aangezien het een dikke anderhalf jaar duurde voor ik uiteindelijk de moeite nam om het boek in zijn geheel te lezen.
Tot dat moment leken de interessantste aspecten van het boek de opmerkingen van Benjamin Creme over de Venusiaanse oorsprong van George Adamski in het voorwoord van de uitgever en het feit dat de auteur werd voorgesteld aan de Ruimtebroeder die als Adamski op aarde had geleefd door dezelfde ruimtemensen die Adamski in zijn boeken aan de wereld had geïntroduceerd als de Saturniër Ramu, de Venusianen Orthon en Kalna, de Marsianen Firkon en Ilmuth, en Zuhl.
Bij de eerste ontmoeting met zijn hemelse contact krijgt de auteur te horen: “Het is niet de eerste keer dat we op deze manier mensen van de Aarde ontmoeten. … In jullie heilige geschriften heb je gelezen dat de Heer vanuit een wolk tot de mensen op Aarde sprak; jullie ontmoeting nu is niet anders dan wat jullie voorvaders door de eeuwen heen hebben ervaren.” Veel verwijzingen naar de bijbelse “wolkkolom des daags en vuurkolom des nachts”, die de Israëlieten door de wildernis leidden, worden hier uitgelegd als ufo’s die de mensheid hielpen in tijden van beproeving — zowel historisch als in deze tijd. Ook wordt hier onthuld dat de engelen en aartsengelen uit de Bijbel Ruimtebroeders waren.
Dibitonto’s voornaamste buitenaardse contactpersoon, aan wie George Adamski in zijn boek Inside the Space Ships refereert als ‘Ramu’, noemt zichzelf Rafaël en onthult dat hij de ‘engel’ in menselijke gedaante was die de jonge Tobias in het apocriefe Boek van Tobit beschermde. [Het verband tussen ‘historische’ engelen en Ruimtebroeders wordt verder versterkt door H.P. Blavatsky in De Geheime Leer, dl. III, waarin ze spreekt over de zeven “Sterre-regenten of de goden van de zeven planeten”, die zij identificeert als “Michaël, Gabriël, Rafaël, enz…” In hetzelfde hoofdstuk legt Blavatsky uit dat de “Heer der heerscharen” of, in het Hebreeuws, tsabaoth, letterlijk “het leger van het schip” betekent.]
Rafaël legt uit: “God wordt de Heer der heerscharen genoemd. De Bijbel vertelt van een gevecht tussen de hemelse heerscharen en de machten van het kwaad. Het is goed dat de heerscharen van de Heer altijd aanwezig zijn en toegewijd werken voor de overwinning van het goede op Aarde – een genood leger voor een ‘strijd’ van liefde en verlossing tegen het kwaad.” En als rechtstreekse verwijzing naar wat Benjamin Creme’s Meester “de bundeling van de Krachten van Licht” noemt, vult Rafaël aan: “Onze aantallen nemen nog steeds toe in deze tijd, waarin we naar de Aarde komen voor deze grote missie.”
De grote missie waarover Rafaël het heeft, wordt later toegelicht door Firkon: “De mensen van de Aarde doen er goed aan zichzelf voor te bereiden op een nieuwe reis, een reis die in jullie hele geschiedenis zijns gelijke niet kent. Geen enkele gebeurtenis die tot nog toe ooit op Aarde heeft plaatsgevonden, kan vergeleken worden met wat nu staat te gebeuren.” Verwijzend naar Exodus, voegt hij eraan toe: “Wolkkolommen en vuurkolommen, die jullie nu vliegende schotels en moederschepen noemen, werden gezien boven de hoofden van de leiders van de Hebreeërs die uit Egypte vluchtten. Precies dezelfde tekenen en werkelijkheden voorspellen nu een nieuwe en laatste reis, die jullie uit je huidige ellende naar het ware beloofde land van universele liefde zal leiden.”
Onze “huidige ellende” wordt door Rafaël beschreven als het resultaat van het experimenteren door het mensdom met het leven naar zijn eigen wensen. Daarmee, zegt hij “begon de cyclus van onze huidige tijd. Jullie, die in overvloed van de vruchten van universele liefde hadden geproefd, wilden één enkele vrucht genieten, namelijk de betreurenswaardige weg van onrecht. … De mens begon het goede te vervangen door het kwaad en morele vooruitgang  door achteruitgang.” Om zijn menselijke metgezellen gerust te stellen, voegde Rafaël eraan toe: “Wij hebben God, onze Vader, lief, omdat Hij ons liefheeft. Hij heeft ons onvoorwaardelijk lief en wij doen dat evenzo, want dat is de juiste reactie. Spoedig zal jullie planeet dit ook begrijpen en zal de langverwachte dag voor jullie aanbreken. Ik zeg je, dat zal heel spoedig zijn.”
Hoewel omkleed in bijbelse termen, komt de informatie die Dibitonto krijgt in vele opzichten overeen met de informatie van Benjamin Creme en zijn Meester over de overgang van het oude tijdperk van Vissen naar het nieuwe tijdperk van Waterman. Een opvallend voorbeeld is wanneer Orthon en Firkon, als een van de tekenen die deze overgang aankondigen, spreken over de verschijningen van de Meester Die de Madonna was Die, naar zij zeggen “…veel vaker op Aarde verschijnt dan de meeste mensen beseffen. Verschillende malen heeft zij haar aanwezigheid bevestigd met tekenen die ontzag en verwondering wekten, zoals bij Fatima…” Rafaël zegt dat de tijd is gekomen voor de vervulling van de derde voorspelling van Fatima, die, volgens Benjamin Creme, “over de terugkeer van de Christus in deze tijd gaat.” (Share International, oktober 2000).
De overeenkomsten met de informatie van Benjamin Creme ten aanzien van de Wederverschijning van Maitreya worden nog duidelijker wanneer Kalna bij een andere gelegenheid zegt: “De Hebreeërs werden door een grote universele broeder geleid, die hier werd geboren, teneinde deze belangrijke missie te vervullen. Zijn naam was Mozes. Jullie zullen geleid worden door een nieuwe Mozes, die wij allen zeer liefhebben en bewonderen. Hij zal alle mensen op deze nieuwe exodus leiden als goede broeder of vader. Allen die in hem vertrouwen en hem als hun leider willen, zullen het doel bereiken, dat al gekozen is.” Bij een andere gelegenheid vult een vrouwelijke Ruimtebroeder, naar wie alleen wordt verwezen als “de genadige vrouwe”, dat aan: “Vandaag heeft het uur van de universele waarheid geslagen en een nieuwe Mozes zal allen die dat wensen, ongeacht ras of nationaliteit, in veiligheid brengen. Hij zal in staat zijn om in ieder hart het geringste verlangen te lezen naar goedheid en rechtvaardigheid, wat hetzelfde is als universele liefde.”
Deze verwijzing naar Maitreya’s sociale zorgen wordt ook uitvoeriger besproken, dit keer door Orthon: “De onderontwikkelde staat waarin veel delen van de wereld verkeren, leidt tot honger en dood als gevolg van ondervoeding en ziektes, die voortkomen uit armoede. Deze schuld rust zwaar op die mensen die in een welvarende cultuur leven.” Eerder had Rafaël al gezinspeeld op de verder strekkende consequenties van de toestand van onze planeet: “Er ontbreekt harmonie op Aarde en ontbindende trillingen, zoals de plagen die haar weeklagende menigte geselen, creëren steeds grotere gebieden op de planeet waar de levensenergieën worden ondermijnd. Eens zullen jullie de realiteit van deze omstandigheden begrijpen, maar nu ligt ze nog buiten het bereik van jullie beperkte wetenschap. Die enkelen die zich de werkelijke situatie beginnen te realiseren, worden verkeerd begrepen en genegeerd.” …
Ondanks de onmiskenbare christelijke ondertoon in het verhaal van de auteur, slecht Dibitonto op subtiele, ondefinieerbare wijze de barrière tussen onze bewuste ervaring van het grofstoffelijke leven op Aarde, en, niet alleen het leven op andere planeten maar ook, zo lijkt het, het leven op de hogere, innerlijke gebieden van bestaan. Dit brengt bij de lezer een overweldigend gevoel van eenheid teweeg, net zoals veel mensen die ervaren tijdens een zegening van Maitreya.
In één passage, die de afsluiting van een bezoek aan “een prachtige planeet” beschrijft, lijkt de auteur precies zo’n ervaring weer te geven, wanneer hij zegt: “Ik voelde me omhuld door volmaakte vrede en versmolt in vredige vervoering. Toen dit alles op het hoogtepunt was … nam een ongelooflijk vuur bezit van ieder levend wezen dat aanwezig was. Het was als een gouden koord dat van afgrond tot afgrond, van wereld tot wereld, van hemel tot hemel, van vervoering tot vervoering reikte. Het kwam naderbij en keek ons in de ogen, terwijl het bezit nam van elke vezel van ons wezen; evenzo van elke individuele broeder (en zuster) die aanwezig was, en de heilige Moeder en de Heer. Ik zag een Goddelijk Aanschijn van onbegrijpelijke schoonheid van boven komen… Deze sublieme belichaming keerde een tweede, en nog een derde keer terug; de laatste keer leek zij te verschijnen alsof ze van alle kanten tegelijk, uit alle richtingen in de kamer, kwam.”
De realiteit waarvan dit boek spreekt, wordt niet overgebracht door de woorden die de auteur kiest om de ervaringen, leringen en openbaringen te beschrijven die hij en zijn metgezellen ontvangen. Maar de realiteit van onze onderlinge verbondenheid spreekt uit dit boek op een wijze die met woorden alleen niet over te dragen is – een verbondenheid niet alleen als menselijke familie op deze planeet, maar met elke uitdrukking van Leven in de hele oneindige kosmos. Deze realiteit lijkt zich kenbaar te maken door een verhoging van je bewuste gewaarwording die nog verscheidene dagen na lezing aanhoudt; zozeer zelfs dat het leed dat de mensheid zichzelf aandoet en dagelijks op het nieuws te zien is, nog moeilijker te vatten is of dat wat je eerder beschouwde als ‘onschuldige’ vormen van vermaak, zoals het zien van een televisieserie of een film, moeilijker te waarderen zijn.
Het lezen van dit opmerkelijke boek wekte in mij een dieper begrip op van onze band met, en onze plaats in, de kosmos als het lichaam van de Schepper, waarin de mensheid alleen vrijelijk zal kunnen rondreizen wanneer zij haar wezenlijke eenheid met het al beseft en ernaar handelt.

Giorgio Dibitonto, Angels in Starships, UFO Photo Archives, Tucson AZ, VS 1990. (Oorspronkelijke titel Angeli in Astronave, uitg. Edizioni Mediterranee, Italië 1983)

 

Vragen over Angels in Starships

V. Uit de informatie die de Ruimtebroeders in Dibitonto’s boek geven, lijkt het dat de meeste, zo niet alle, engelen en vele van de profeten in het Oude Testament Ruimtebroeders waren. Kunt u daar iets meer over zeggen?
A. Geen van de profeten waren Ruimtebroeders, maar zij waren alle leden van de Geestelijke Hiërarchie van de Aarde. Enkele van de engelen waren inderdaad bezoekers van andere planeten.

V. Bij de ‘kosmische zegening’ die Giorgio Dibitonto in hoofdstuk 15 van zijn boek beschrijft, zijn Ruimtebroeders aanwezig die de auteur “de gezegende vrouwe” en “de Heer” noemt, in een nauwelijks verhulde verwijzing naar respectievelijk de Madonna en Jezus, of de Christus. Werd de gebeurtenis die Dibitonto hier beschreef bijgewoond door de Meester Die de Madonna was en de Meester Jezus? Of waren zij Ruimtebroeders van soortgelijke ‘statuur’, als je dat woord hier kunt gebruiken?
A. Zij waren de Meester Die de Madonna was en de Meester Jezus.

V. Bij verschillende gelegenheden waarschuwden de Ruimtebroeders volgens het boek voor rampen die de mensheid wachten tengevolge van haar verkeerde gedachten en daden, met verwijzingen naar de bijbelse Apocalyps. Golden de waarschuwingen van de Ruimtebroeders wellicht de ineenstorting van onze huidige achterhaalde structuren, terwijl de auteur deze waarschuwingen interpreteerde naar zijn eigen (christelijke) begrip van de gebeurtenissen rondom de Wederkomst?
A. Nee. Zij waarschuwden voor de rampspoed van de opwarming van de aarde en de verwording van ons leefmilieu, de planeet.

V. De Ruimtebroeder die George Adamski ‘Ramu’ noemde, stelt zichzelf hier voor als Rafaël. De naam, maar ook het soort ervaringen dat Dibitonto in zijn boek beschrijft, deed me denken aan het gevorderde wezen dat Vera Stanley Alder meenam op een reis door de innerlijke gebieden, zowel in de micro- als de macrokosmos (als dat onderscheid op de innerlijke gebieden bestaat!), waarover zij schreef in haar autobiografie From the Mundane to the Magnificent. Was haar Rafaël dezelfde als Dibitonto’s contactpersoon uit de ruimte?
A. Nee.