De kunst van Zelf-verwerkelijking (slot)

een compilatie (ingekort)

Hier volgt deel 2 van een selectie uit uitspraken van Maitreya (Boodschappen van Maitreya, de Christus en Maitreya’s Leringen – De Wetten van het Leven), Benjamin Creme’s Meester (Een Meester spreekt) en Benjamin Creme met betrekking tot het thema ‘De kunst van Zelf-verwerkelijking’. Deel 1 werd gepubliceerd in Share International, januari/februari 2010.

Het Zelf is tegenwoordigheid, bewustzijn en licht: tegenwoordigheid in tijd, bewustzijn in eeuwigheid, en licht. “We zijn allemaal vonken van de Almachtige.” (Maitreya, Maitreya’s Leringen – De Wetten van het Leven)

Zo staan we nu op de drempel van een tijdperk van nieuwe kennis, ruimere denkbeelden, een wijder blikveld en een rijkere ervaring dan ooit tevoren.
Juist in deze tijd is de nieuwe Leraar gekomen. Het zal Zijn taak zijn om dit blikveld voor de mens nog verder te verruimen, om te laten zien dat alles met elkaar samenhangt, dat wij als broeders één familie vormen, en dat ieder bijdraagt tot het welzijn van het geheel. Zo zal de mens zichzelf gaan zien als een integraal deel van een weids stelsel dat tot de sterren reikt; als een klein punt van bewust, liefhebbend leven, zonder welk het Heelal armer zou zijn. Zo zal de mens zijn grootsheid gaan zien, en zijn rol in een oneindig samenstel van onderling verbonden punten van licht en energie en kennis. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘De Goddelijke Wetenschap’)

“Maitreya’s unieke status en Zijn eeuwenlange ervaring op het evolutiepad stellen Hem in staat Zijn diepgaande geestelijke leringen in de eenvoudigste woorden te geven, vrij van alle dogmatische ‘franje’ en theologische leerstellingen. Niets wordt opgelegd; iedereen wordt vrijgelaten en aangemoedigd om vrij te zijn. Boven alles onderricht Maitreya de kunst van Zelf-verwerkelijking. Drie gewoonten vormen de kern van Zijn lering over Zelf-verwerkelijking; ze zijn eenvoudig maar vereisen wel zelfbeheersing om in praktijk te brengen: eerlijkheid in denken, oprechtheid van geest en onthechting. Beoefen deze drie, zegt Maitreya, en kom tot Zelf-verwerkelijking.” (Benjamin Creme, Share International, juli/augustus 2007)

Mijn gelukkigen, Mijn verblijden, Ik zie nu in jullie de gloed van het licht der waarheid, de waarheid van Mijn Aanwezigheid in jullie midden. Dat Licht zal Ik in deze komende gezegende tijd aanwakkeren tot een vuurgloed van glorie. Ook Mijn Meesters bevinden zich in jullie midden en zullen jullie de manier tonen om je goddelijke gaven te openbaren, de gaven die sluimerend rusten in jullie hart. (Maitreya, uit Boodschap nr. 62)

Bijna niemand is zichzelf. We imiteren elkaar voortdurend. We hebben liever dat mensen denken dat we zus zijn dan zo, dat we aardig zijn, dat we goed zijn, dat we eerlijk zijn, of welke idealen we ook maar aan de wereld willen presenteren. Het gebeurt maar zelden dat je iemand tegenkomt die oprecht en eerlijk is wie hij of zij is. Dan kun je vanuit het hart spreken en op die manier kan je geestelijke aard op iemand anders worden overgebracht en kunnen anderen daarop reageren. Het is een relatie van hart tot hart die je tot stand probeert te brengen. Dan ben je wie je bent. Het is alsof je, oprecht en volledig, je eigen identiteit opmerkt en uitdrukt. Dit heeft ook onthechting tot gevolg. … Maitreya zegt: “Alleen het Zelf is belangrijk” (het Zelf is het goddelijke aspect, de Heer). “Jij bent dat Zelf, een onsterfelijk Wezen.” En, zegt Hij, onze pijn, ons lijden, onze problemen, zijn het gevolg van het feit dat we ons identificeren met alles wat niet het Zelf is. Hij zegt: vraag jezelf “Wie ben ik?” Als je dat doet, zul je merken dat je je identificeert met dit stoffelijke lichaam dat nooit langer dan één leven meegaat en steeds weer wordt vernieuwd; dat kan niet het eeuwige Zelf zijn.
Of je identificeert je met je emoties, je gevoelens, je energetische gewaarwordingen, die van voorbijgaande aard zijn – de ene dag voel je dit en de andere dag voel je dat. Die zijn niet het Zelf. Of je identificeert je met de constructies van je denkvermogen, met je overtuigingen, je ideologie, dat je een christen bent, of boeddhist of hindoe of wat dan ook, en met alle tradities van dien. Het maakt het Zelf absoluut niets uit of je christen of boeddhist of moslim of hindoe bent of geen enkele religie hebt; wat belangrijk is, is dat je jezelf uitdrukt als het Zelf, dat je je identificeert met het Zelf, dat hetzelfde is als God. Zelf-verwerkelijking is God-verwerkelijking. Als je juiste vereenzelviging en onthechting beoefent, leidt dit onvermijdelijk tot Zelf-bewustzijn, wat leidt tot Zelf-verwerkelijking. Het is geen geloof, geen religie, geen ideologie, maar iets wat iedereen ten goede komt en het eigenlijke doel is van alle leven. (Benjamin Creme, De leringen van de Oude Wijsheid)

Iedereen heeft zijn ‘innerlijke ruimte’ nodig, waar niemand je leidt, je vertelt waarheen te gaan en wat te doen. Alleen hier kun je je onthechten van die energie. Niemand kan je leiden. Je bent geboren om je bewust te worden van jezelf, om de Meester in jezelf te kennen. Je innerlijke ruimte is heilig. Daar lossen alle dingen, alle problemen zich op. Daar ga je heen wanneer je anderen vertelt dat je moe bent en angstig en dat je het ‘zat’ bent, wanneer je alleen gelaten wilt worden om je eigen ruimte te vinden. “Die ruimte is je gegeven opdat de verwarring en chaos om je heen zullen oplossen. Je mag die ruimte aan niemand afstaan, behalve aan je ware Zelf. Meditatie is eigenlijk een reis terug naar die ruimte om vrede en geluk te vinden.” (Maitreya, Maitreya’s Leringen – De Wetten van het Leven)

Hoewel God in werkelijkheid overal is, worden individuen zich ervan bewust dat het mogelijk is de Heer in het hart te ervaren. Maitreya zegt: “God is niet in de hemel. God is in het hart.” Wanneer het denken rustig is, vrij van dogmatische denkbeelden, zal het de waarheid opnemen. “Zelf-verwerkelijking is God-verwerkelijking”; de lering van Maitreya zet je aan om naar binnen te kijken. Dit is geen godsdienst. Dit is geen politiek. Dit is geen ideologie. (Maitreya, Maitreya’s Missie, dl. II)

Wanneer de mensheid de ware aard van haar samenstelling beseft – als een ziel die zich weerspiegelt door middel van een mentaal, een emotioneel en een tweevoudig (etherisch en grofstoffelijk) fysiek lichaam – dan zal de eerste stap gezet zijn in het overwinnen van ziekte. Tot nu toe was de aandacht van de mens gericht op het grofstoffelijke gebied, terwijl de oorzaken van ziekte gevonden worden in het verkeerde gebruik van de energieën die stromen door de fijnere lichamen. De mens staat op de drempel van een grote ontdekking: dat ziekte het gevolg is van onevenwichtigheid; dat het juiste evenwicht bereikt wordt door juist denken en handelen, en dat dat juiste denken en handelen al zijn broeders en zusters overal betreft. Wil de mens een einde maken aan ziekte, dan moet hij eerst een einde maken aan afgescheidenheid. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘Gezondheid en genezing (1)’)

Wanneer je onthecht bent in denken, geest en lichaam, zal niets van wat zich buiten en binnenin je afspeelt, je raken. Je bent immuun. Dat is verlossing. Zolang je gehecht bent, zul je strijd ervaren, de wisselvalligheden van het leven. Kennis en wijsheid creëren de sterkste banden van gehechtheid. Daarom zegt Maitreya: “Wees wat je bent. Je bent geen kennis. Je bent geen wijsheid. Jij (het Zelf) en Ik (het Zelf) zijn Eén. Wie, wat of waar je ook bent, betreed het goddelijke water der reinheid dat onthechting heet. Ik ben niet gekomen om je iets nieuws te leren. Wees eerlijk tegenover jezelf, oprecht jegens jezelf, en wees onthecht. Deze methode is zo eenvoudig, zo lieflijk; ze is vrij van religie, ideologie, politiek. Ze laat je ervaren wie je bent. Vervul je rol, maar wees vrij.” (Maitreya, Maitreya’s Leringen – De Wetten van het Leven)

De mens heeft ver te gaan, want hij stamt af van de hoogste Bron. In alle mensen huist een God. Die God is je ware Zelf. Mijn taak zal zijn om dat Goddelijk Wezen in jullie vrij te maken en zo een Goddelijk Plan te voltooien. Er is niets eenvoudiger dan God, want achter alle dingen schuilt dat goddelijk beginsel. Wanneer de mens dit inziet, zal hij tot zijn ware grootheid komen, en dan zal van hem een stroom van creativiteit uitgaan. (Maitreya, uit Boodschap nr. 54)

Zelf-verwerkelijking komt naderbij, naarmate we geleidelijk voortgaan van de ene inwijding naar de volgende. Elke inwijding stelt de deva-levens die de atomaire structuur van het fysieke, het astrale en het mentale lichaam samenstellen, bloot aan een hogere frequentie. De atomaire structuur wordt geleidelijk veranderd en verandert de activiteit van deze deva-levens. Zij beheersen het proces dan niet langer. Zij voeden onze lichamen met hun impulsen, maar de energie van de ziel begint de leiding te nemen. De persoonlijkheid krijgt meer beheersing over het fysieke lichaam, dat begint te reageren op de aanwijzingen vanaf het mentale gebied. Het astrale lichaam begint ook te ‘ontspannen’ en rustig te worden. Eigenlijk moet het astrale lichaam als een stil meer zijn, en in evolutionaire zin zal het dat ook worden, zodat het het individu niet langer met zijn emoties zal overspoelen. Dan fungeert het als een spiegel voor het buddhische niveau van bewustzijn. Het buddhische niveau is het tweede niveau van de Geestelijke Triade, die de wil, de liefde-wijsheid en de intelligentie van de ziel inbrengt. Het buddhische bewustzijn, zoals zich dat op het stille meer weerspiegelt, ervaren wij als intuïtie.
De kleine deva-levens op het astrale gebied maken min of meer de dienst uit tot aan ongeveer het inwijdingspunt van 1,5 of 1,6, wanneer de mentale polarisatie begint. Daarna spelen ze geleidelijk aan een minder dominante rol in het leven van de mens. Het betekent niet dat we geen emoties meer kennen, maar dat we er niet meer zo door worden overspoeld of overmand. We leren ons te onthechten van de invloed van hun werkzaamheid op het astrale lichaam. De energie van de ziel is zoveel hoger dan die van het materiële lichaam, in dit geval het astrale, dat we langzamerhand beheersing krijgen op het astrale gebied. Dat is geenszins volledig, tot aan het inwijdingspunt van 2,5 of 2,6, wanneer de geestelijke polarisatie begint.
Het deva-leven is vanuit ons gezichtspunt gezien het leven van de stof. Vanuit hun gezichtspunt is het een volkomen bewust bestaan. Het is als de cellen van ons lichaam die hun eigen bestaan hebben, buiten ons mentale bewustzijn, en hun eigen werk uitvoeren volgens ons DNA en de hoeveelheid vitaminen, mineralen en voedingsstoffen die we hun te eten en te drinken geven. Als we voldoende ziele-energie doen gelden, beginnen we ze te beheersen.
Behalve karma, is het ook ons vermogen om de hoedanigheid van het leven van onze voertuigen te veranderen dat bepaalt wanneer we Zelf-verwerkelijking bereiken. Wij maken de dienst uit, of de deva’s doen dat. Maar de grote magneet die wij Leven noemen, die de hele evolutie voorwaarts stuwt, is vroeg of laat te krachtig voor de weerstand van welke groep of welk individu ook en drijft ons voort, of we nu willen of niet. In dit stadium is Zelf-verwerkelijking misschien nog niet mogelijk, maar uiteindelijk bereiken we dat punt. (Benjamin Creme, De kunst van het Leven)

Evenwicht – Als je voortdurend naar buiten kijkt, zul je het zicht op je innerlijke zelf verliezen. Het leven wordt dan te materialistisch. Als het omgekeerde het geval is, en je kijkt een groot deel van de tijd naar binnen, dan verlies je het contact met de uiterlijke werkelijkheid. Evenwicht tussen het innerlijke en het uiterlijke leidt tot een juiste verhouding, die zich ontwikkelt in denken, geest en lichaam. Het punt van evenwicht moet worden gehandhaafd. (Maitreya, Maitreya’s Leringen – De Wetten van het Leven)

Zoals het lichaam gebaad moet worden, zo is onthechting het ‘bad’ voor het denken, en gewaarwording het ‘bad’ voor de geest. Wanneer je ronddoolt in denken, geest en lichaam, onthoud dan dat je rustplaats Zelf-bewustzijn is. Als je slaapt ‘in het denken’, word je uitgeput wakker. Slaap je ‘in de geest’, dan kun je buitengewone dingen ervaren. Als je slaapt in Zelf-bewustzijn, dan slaap je goed. Maitreya zegt: “Ik laat je nooit in de steek.” (Maitreya, Maitreya’s Leringen – De Wetten van het Leven)

De mens staat nu op de drempel van een nieuw inzicht in zichzelf, van zijn bestemming en van de wereld waarin hij leeft. Deze nieuwe gewaarwording zal ongedroomde vaardigheden en talenten oproepen die nog wachten op uitdrukking, en zal de mens toelaten tot het verblijf van de goden. Wanneer de mens zichzelf waarlijk ziet zoals hij is, zal niets de openbaring van zijn goddelijke krachten tegenhouden. Aan alle kanten zal deze glorie worden gezien, en een pad verlichten naar de verste sterren. Tot die gezegende tijd moet de mens leren en zichzelf trainen om zijn vrije tijd te benutten. Zonder vrije tijd heeft de mens weinig kans om te groeien. Vrije tijd moet worden gezien als de eerste vereiste voor dat scheppende denken en handelen die het hele leven voor de mens zullen transformeren. (Benjamin Creme’s Meester, uit ‘Vrije tijd is de sleutel’)