Woorden van wijsheid – oktober 2010

Desmond Tutu: “Wij zijn één gemeenschap”

Aartsbisschop Desmond Tutu, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede wordt “een symbool van liefde en vergeving” genoemd, terwijl hij toch getuige is geweest van de donkerste kant van de mensheid, vooral tijdens het Waarheids- en Verzoeningsproces in Zuid-Afrika.
De aartsbisschop werd op 15 mei 2010 geïnterviewd op BBC Radio 4 na de publicatie van zijn nieuwe boek Made for Goodness: and why this makes all the difference (“Voor goedheid gemaakt: en waarom dit al het verschil maakt”).
Dit persoonlijke en geïnspireerde boek, dat hij schreef samen met zijn dochter Mpho, die zelf episcopaal priester is, probeert uit te leggen “waarom wij hoop en vreugde kunnen vinden in de donkerste momenten van de wereld door te beseffen dat wij voor goedheid gemaakt zijn, dat wij zodanig in elkaar zitten dat goedheid uiteindelijk zal zegevieren.”
Hoewel aartsbisschop Tutu in het interview, toen de huidige corruptieschandalen in Zuid-Afrika ter sprake kwamen, zijn misnoegen daarover uitte, wees hij niettemin op de essentiële hoedanigheid die een neerwaartse spiraal van geweld bij het einde van Apartheid heeft voorkomen: “Er is altijd dat iets, dat moeilijk in uw taal kan worden vertaald, wij noemen het ubuntu, het gevoel van wat het betekent mens te zijn, dat mijn mens-zijn gekoppeld is aan uw mens-zijn. Wanneer ik u onmenselijk behandel, ongeacht of ik het nu wil of niet, word ik in dat proces zelf verontmenselijkt.”
Toen hem werd gevraagd wat zijn voornaamste prioriteit zou zijn als hij de regering moest adviseren, antwoordde hij:
“Als ik politieke leiders waar ook in de wereld mocht adviseren, dan is het dit: we moeten inzien dat wij één wereld hebben – er vanaf springen is niet mogelijk, wij hebben deze ene wereld en we zullen nooit de veiligheid verkrijgen waar mensen naar op zoek zijn. Je zult het zeker niet krijgen uit de loop van een geweer. Amerika heeft een van de geavanceerdste bewapeningssystemen, dat werd omzeild met een draadschaar. We zijn één gemeenschap. En wanneer we dit eenmaal onderkennen, weten we dat het weerzinwekkend is hoeveel geld we uitgeven aan bewapening, terwijl een fractie daarvan iedereen overal ter wereld zou verzekeren van voldoende voedsel en schoon water – ik bedoel maar, we zijn dwaas!”
Toen de rol van de Westerse regeringen in Afghanistan ter sprake kwam, vroeg hij:
“Hebben ze bereikt wat ze wilden? Het enige wat jullie gedaan hebben is haat opwekken. Waarschijnlijk zijn het de moslims die zeggen, waarom slaan jullie die mensen in elkaar, en alle moslims in de hele wereld raken overstuur. Waarschijnlijk zijn het ook degenen in wat wij de ontwikkelingslanden noemen, die zeggen dat het de ontwikkelde wereld is die de spelregels opstelt van het spel dat gespeeld wordt en die ook de scheidsrechters bij dat spel levert, en dat bouwt woede en haat op, die nu en dan tot uitbarsting komen.”
Aartsbisschop Tutu is echter niet in staat lang somber zijn. Hij legt de titel van zijn nieuwe boek, Made for Goodness, als volgt uit:
“Kwaad doen is slecht. Het geeft je niet de voldoening die je ervan verwachtte.” (Hij lacht hartelijk.) “De ontwikkelingswerkers, die meestal uit zeer rijke delen van de wereld komen waar ze zelf in het algemeen heel comfortabel, heel veilig konden leven, gaan naar Darfur waar zij onveilig zijn. Waarom? De wereld is hun er gewoonlijk niet erkentelijk voor. Toch zijn sommigen van hen niet één keer gegaan, maar twee keer of misschien drie keer. Waarom? Omdat wij voor goedheid geschapen zijn, echt waar.” (Bron: BBC Radio 4, VK; harpercollins.com)